Focus Vulkaan Vivaldi

Andrea Marcon
Andrea Marcon © Rainer Maillard / DG

Als operacomponist overschaduwt Händel tegenwoordig al zijn tijdgenoten in de theaters. Jammer, vindt de Italiaanse dirigent Andrea Marcon. Bij De Nationale Opera leidt hij dezer dagen Händels Ariodante, maar begin februari dirigeert hij in het Concertgebouw zijn echte liefde: Vivaldi. ‘Hij componeerde voor de stem alsof het een viool was.’

‘Bij Vivaldi moet je gewoon de stroom van de muziek volgen’

lk amor profanoDe opera’s van Vivaldi zijn nog maar weinig te horen in theaters of concertzaal, maar Nederland vormt daarop een uitzondering. Bezoekers van de NTR ZaterdagMatinee konden zich de afgelopen jaren vergapen aan de klankrijkdom van meesterwerken als Orlando furioso, Farnace en La fida ninfa. En zaterdag 6 februari klinkt Catone in Utica vanaf het podium van het Concertgebouw in Amsterdam. Dat is mede te danken aan de artistiek leider en programmeur Kees Vlaardingerbroek, die al in zijn vroege jeugd viel voor Vivaldi en zich als student muziekwetenschappen in Italië in diens muziek onderdompelde. In de Italiaanse dirigent Andrea Marcon vond hij een geestverwant. ‘Er zijn veel dirigenten die Vivaldi uitvoeren, omdat zijn muziek goed verkoopt’, zegt Vlaardingerbroek. ‘Maar in werkelijkheid kijken ze op hem neer. Want hij geeft hen veel vrijheid en daar weten ze zich geen raad mee. Wat moet ik doen? denken ze dan al snel. Bij Andrea ligt dat anders. Hij houdt zielsveel van deze muziek. Hij begrijpt Vivaldi.’
‘Het probleem bij Vivaldi, maar ook componisten als Monteverdi en Cavalli is dat veel uitvoerders niet durven vertrouwen op de muziek’, legt Marcon uit. ‘Zij gaan de noten op papier aanvullen. Dat is zoiets als een schilderij van Rembrandt verbeteren. “Die hand is onduidelijk, die geven we nog even een extra likje verf.” Maar je moet gewoon de stroom van de muziek volgen. Vivaldi biedt ons die vrijheid.’

‘Zonder Vivaldi hadden we een saaiere Bach gehad’

lk vivaldi marcoOok bij Marcon zit de liefde voor Vivaldi er al in sinds zijn kinderjaren. ‘Ik herinner me dat ik rond mijn achtste gegrepen werd door de baslijnen die zich herhalen, maar steeds op een net iets andere manier. Ik kon ze eenvoudig naspelen op de piano. Vivaldi is misschien minder geniaal dan Bach. Aan de andere kant verzamelde en bewonderde de Duitser hem. Hij kreeg er een andere invalshoek door. Vivaldi leerde Bach in grotere structuren denken. Zonder hem zouden we een saaiere Bach hebben gekend. De jonge Bach was net bij de oude Buxtehude in Lübeck op bezoek geweest, toen hij de muziek van Vivaldi leerde kennen. Dat was een schok. Vivaldi was zoiets anders. Daarna begon hij aan een grote evolutie, waarin hij alle stijlen van die tijd en de vroegere jaren in zich opnam. Ten slotte leidde dat onder meer tot zijn Hohe Messe, waarin je alles hoort terugkomen.’
Marcon maakte veel opnamen van Vivaldi’s concerten. ‘Het geheim van hun populariteit zit ook in het ritornello, de terugkerende motieven in het orkest. Hij varieert steeds op hetzelfde thema. Dat geeft zijn concerten iets herkenbaars. Ritmisch was hij ook een vernieuwer. Ik nam de proef wel eens op de som met mijn jonge dochters. Ik liet ze dan een concert van Vivaldi horen dat zij niet kenden en aan het slot waren de meiden altijd in staat om de muziek na te zingen. Vivaldi’s noten hechten zich meteen aan het geheugen.’

‘Vivaldi verdient een grotere plek in de operacanon’

Momenteel dirigeert Marcon de opera Ariodante van Händel bij De Nationale Opera. De componist bracht als jonge componist meerdere jaren door in Italië, onder meer in het Venetie van Vivaldi. ‘Ik denk dat Vivaldi dichterbij Händel staat dan bij Bach’, zegt Marcon. ‘Beide mannen hadden hun hart verpand aan de opera. Hun muziek is ook kwetsbaarder dan die van Bach. Wat je ook met Bach doet, op welk instrument je het ook speelt, zijn muziek overwint altijd. Dat is bij Händel en Vivaldi niet zo. Bij veel oude opnamen haak ik al na anderhalve minuut af: een verkeerde benadering en hun muziek is kapot. Händel schrijft vocaler dan Vivaldi, die voor de stem componeerde alsof – zoals Tartini zei – “de keel van de zanger de nek van de viool is”. Händel was in Londen machtiger dan Vivaldi in Venetië. Die kwam uit een lagere klasse. Zijn vader was barbier en violist. Als Vivaldi naar Londen gegaan zou zijn, had hij heel anders geschreven.’

‘In Italië draaide de opera vooral om het verhaal, om het recitatief, want de luisteraars konden dat woord voor woord begrijpen’, zegt Vlaardingerbroek. ‘In Londen ging het niet om het theater, maar om de muziek zelf, de aria’s. Daarom zijn de opera’s van Händel ook langer houdbaar gebleken. De operahuizen van nu zien op tegen de langere recitatieven bij Vivaldi. Dat is zonde, want hij heeft meesterwerken geschreven die kunnen wedijveren met het beste van Händel. Hij verdient een grotere plek in de operacanon. Het probleem is vaak: om zijn muziek goed uit te voeren, moet je die van binnen kennen. Wie zich er niet met totale toewijding op stort, komt tot niets. Vivaldi is een vulkaan: als je bang bent om je aan hem te branden, moet je van zijn muziek afblijven.’
‘Maar als je het goed doet’, vindt Marcon, ‘blijft zijn muziek krokant als net gebakken brood. Zijn noten mogen ook nooit gerepeteerd klinken, dan verliezen ze hun frisheid. Dat betekent dat je bereid moet zijn om risico’s te nemen. Als je naar de manuscripten van Vivaldi kijkt, zie je dat hij alles in één stroom opschreef en daarna hier en daar wat weghaalde. Componeren was geen intellectueel proces voor hem, maar iets spontaans. Een musicus moet dezelfde gemoedstoestand vinden. Vivaldi schreef zijn opera Tito Manlio in vijf dagen, schreef hij trots aan het einde van de partituur. Het kost een kopiist zeker tien dagen om het over te schrijven. Zoals Kees zegt: Vivaldi was een vulkaan, zijn muziek is vuur.’


meesterwerk-vier-jaargetijden_istock_crdeit_sdlgzps_000032304462-446x446_220x220Lees en luister ook