Legende Itzhak Perlman
Stralend, warmbloedig en wijs. Die woorden typeren het weergaloze vioolspel van Itzhak Perlman, de zonnekoning onder de Grote Vioolvirtuozen.
Itzhak Perlman
Ter ere van zijn zeventigste verjaardag stelde Deutsche Grammophon een schitterende cd-box samen, met hoogtepunten uit de veelal bekroonde opnames van deze Israelisch-Amerikaanse violist, die als solist, kamermuziekspeler en dirigent wereldwijd de harten veroverde van het publiek. Perlman is niet alleen de beste, maar ook de meest sympathieke en veelzijdige ster aan het violistische firmament. Zijn spontane en elegante spel is een ode aan de liefde, in voor- en tegenspoed. Of hij nu meesterlijk klassieke muziek of vol passie klezmer speelt, met veel humor en wijsheid lesgeeft of vol inspiratie dirigeert, Perlman laat de zon altijd schijnen.
Kogels en Heifetz
Zijn Poolse ouders volgden een droom toen ze, onafhankelijk van elkaar, als zionisten naar Israel vertrokken om een nieuw leven op te bouwen. Ze werden verliefd, trouwden en vonden een klein appartementje in Tel Aviv, waar Itzhak in 1945 werd geboren. Als de sirenes voor het luchtalarm afgingen schuilden ze in de middelste kamer, want een kelder was er niet. Perlman: ‘Toen ik een paar weken oud was, vloog er een kogel over mijn wieg. Die hebben mijn ouders voor me bewaard. We waren verschrikkelijk arm en we leefden deels van liefdadigheid. Het beste diner bij ons thuis was een stuk brood met watermeloen. Op hoogtijdagen aten we soms een stukje kip. Het hoogtepunt van de voedselpakketten was een blik Del Monte Fruit Cocktail, dat was de hemel op aarde.’
Toen Perlman een peuter van drie jaar was hoorde hij de legendarische violist Jascha Heifetz op de radio een concert spelen: ‘Dat wil ik óók, kraaide ik onmiddelijk. Mijn vader, die als kapper nauwelijks wat verdiende, nam het serieus en kocht voor zes dollar een achtste viooltje voor me in een rommelwinkel. Ik probeerde er geluid uit te krijgen, maar het klonk zo verschrikkelijk lelijk dat ik riep: ‘Deze wil ik niet.’ Anderhalf jaar later probeerde ik het opnieuw. Mijn ouders vonden een leraar voor me en vanaf dat moment is de viool niet meer weg te denken uit mijn bestaan.’
Wonderkind
Nog voor zijn vijfde verjaardag kreeg Perlman polio, waardoor hij voor altijd invalide zou worden. Zijn benen deden het niet meer en hij moest leren lopen met krukken. Maar toen hij uit het ziekenhuis kwam wachtte hem ook een verrassing: met een beurs van de Amerikaans Israelische Cultural Foundation mocht hij viool gaan studeren bij Rivka Goldart aan de Tel Aviv Academy of Music. Op zijn zevende speelde hij zijn eerste vioolconcerten met het Ramat-Gan Orchestra in Tel Aviv en het Broadcasting Orchestra in Jerusalem. Als jongetje van tien werd hij gezien als een van de wonderkinderen van Israel, reden voor Ed Sullivan om Perlman in 1958 naar Amerika te halen voor een optreden in zijn show ‘Cavalcade of Stars’.
Met zijn duizelingwekkende uitvoeringen van Rimsky-Korsakoffs The flight of the Bumblebee en Wieniawski’s Polonaise Brillante werd het vioolspelende jongetje in zijn rolstoel in een klap een ster in Amerika. Met hulp van de Zionist Organization of America emigreerden Perlman en zijn ouders naar New York, waar hij zijn vioolstudie vervolgde bij Ivan Galamian en Dorothy Delay aan de befaamde Juilliard School of Music. In 1963 maakte Perlman zijn debuut in Carnegie Hall, waarbij hij de aandacht trok van violisten als Zino Francescatti, Isaac Stern en Yehudi Menuhin. Toen hij het jaar daarop de Edgar M. Leventritt Foundation competition won, was zijn wereldcarrière een feit. Perlman ging samenwerken met grote orkesten, beroemde dirigenten en topmusici als Daniel Barenboim, Vladimir Ashkenazy, Pinchas Zukerman en Emanuel Ax, met wie hij overal ter wereld succes oogstte, niet in de laatste plaats vanwege zijn altijd weer sprankelende en hartveroverende spel. Toch is Perlman altijd bescheiden gebleven over zijn talenten: ‘Ik was helemaal geen wonderkind. Ik was geobsedeerd door de klank van de viool en ik studeerde heel hard. Niet omdat het moest, maar omdat ik er zoveel van hield.’
Kippenvel
Talloze opnames, Grammy Awards, bekroningen, eretitels, eredoctoraten en optredens voor presidenten en koningshuizen later, speelt Perlman op zijn zeventigste nog altijd viool met de onweerstaanbare spontaniteit van een wonderkind, de virtuositeit van een meester, de diepzinnigheid van een profeet, de zangerigheid van een nachtegaal en de warmbloedige en aanstekelijke muzikaliteit van een verliefde jongeling. Of hij nu voor de zoveelste keer Beethovens Vioolconcert uitvoert, of de leading voice speelt in films als Schindler’s List en Memoirs of a Geisha (met Yo-Yo Ma), Perlman bezorgt je kippenvel met zijn warmbloedige elegantie, zijn muzikale enthousiasme, zijn rijke palet aan klankkleuren en emoties en zijn diepmenselijke viooltoon.
Ook in de liefde wachtte Perlman een geschenk uit de hemel. ‘Toen ik zeventien was deed ik mee aan een zomercursus viool. Op een van de concerten hoorde Toby, een medestudent en mijn toekomstige vrouw, mij vioolspelen. Na afloop kwam ze naar de kleedkamer en vroeg me ten huwelijk. Zo begon onze relatie, die voor mij nog altijd goud waard is. Want het is Toby, die me altijd weer bij de les houdt. Als mens en als violist.
Mijn tweede grote liefde is de Soil Strad, het schitterende instrument waarop Yehudi Menuhin speelde. Hij liet me er ooit twee minuten op spelen. Ik was verkocht en dolgelukkig toen Menuhin in 1986 vroeg of ik de Stradivarius van hem wilde kopen.’
Jong Talent
Toby, met wie Perlman vijf kinderen kreeg, richtte in 1995 The Perlman Music Program op, aanvankelijk bedoeld als een zomerkamp voor kinderen tussen de 11 en 18 jaar. Perlman: ‘Nu is lesgeven een van mijn grote passies. Van de vijftig kinderen met talent zullen misschien een of twee het ooit gaan maken. De rest sneuvelt, bijvoorbeeld door te dwingende ouders, verkeerde leraren of slechte recensies. En soms ook omdat ze als persoon niet opgewassen zijn tegen de stress van competities en de moordende concurrentie.
Veel kinderen spelen geweldig goed, maar ik ben altijd op zoek naar muzikale passie en bezetenheid, naar een lichaamstaal waaruit totale overgave blijkt. Ik zie die twinkeling in hun ogen, als de harmonische ontwikkeling van de muziek nieuwe emoties oproept.
Talent is volgens Perlman niet zozeer een kwestie van techniek en urenlang studeren, maar vooral van hoe je van binnenuit reageert op de muziek. ‘Het gaat erom of je goed naar jezelf kan luisteren en weet wat je wil horen wanneer je een bepaald stuk speelt. In mijn lessen besteed ik veel aandacht aan de kleur, het karakter en de smaak van de noten. “Speel dat stuk van Beethoven nu eens lief, grappig of juist heel boos”, zeg ik dan. Ik probeer mijn studenten ervan te doordringen dat de muziek altijd in beweging is. Er bestaat niet één ideale vertolking van een Vioolconcert van Mozart of een Partita van Bach. Het kan altijd anders, boeiender, verrassender en nog veel mooier. Muziek is een ‘taal’, waarin je vanuit je eigen persoonlijkheid en met je eigen geluid werkelijk iets te zeggen moet hebben. Elke muzikale frase is een zin in een verhaal vol betekenissen.’
Lees en luister ook
Top 20 Violisten
Playlist Vioolles
Playlist From Jewish Life
De vergelijking Bachs Chaconne
Sterk verhaal Het muziekpapier van Bruch
Top 10 Vioolconcerten