Top 5 Violist als inspiratiebron
Veel componisten lieten zich inspireren door een beroemd violist, met als resultaat een prachtig vioolconcert. Vijf voorbeelden van die wisselwerking.
Michel van der Aa & Janine Jansen
‘Het gaat me om de persoon’, zei Michel van der Aa in het dagblad Trouw. ‘Ik wilde een concert schrijven dat over Janine gaat en bij haar hoort, een soort portret.’ Dus bekeek de componist video’s op YouTube en ander beeldmateriaal van de violiste waarop hij de hand kon leggen. Zo leerde hij haar kennen. ‘Als Janine het podium opkomt, voel je dat het stuk is begonnen’, ervoer hij. ‘Iedere musicus vormt een brug tussen muziek en publiek, en bij haar is dat tot in perfectie uitgewerkt. Zij maakt je deelgenoot van die noten en doet dat voor een groot deel zeer instinctief. Dat instinctieve, de bijna biologische noodzaak van muziek maken, herken ik en voel ik zelf ook. Daarin vinden we elkaar.’ Van der Aa ging niet alleen te rade bij Jansen, maar ook bij de musici van het Koninklijk Concertgebouworkest, met wie zij de première speelt. ‘Mijn werk’, zegt de componist, ‘gaat vaak over een alter ego dat opstaat.’ Orkest en solist zullen dus aan elkaar gewaagd zijn.
Johannes Brahms & Joseph Joachim
Ze beleefden zo hun dieptepunten, maar uiteindelijk bleven Brahms en Joachim vrienden voor het leven. In 1848 werkte de 15-jarige Brahms samen met een Hongaarse violist, die hem meenam naar het Vioolconcert van Beethoven, uitgevoerd door Joachim, ook nog een tiener. Vijf jaar later werden beiden mannen aan elkaar voorgesteld. Dat Brahms voor Joachim een vioolconcert zou schrijven was onvermijdelijk, maar het duurde na die eerste ontmoeting nog een kwart eeuw – en veel lief en leed – voordat hij het ook daadwerkelijk componeerde. Was het eerste optreden dat hij van Joachim zag de grote inspiratiebron? Wie zal het zeggen. Het werk dat Joachim bij die gelegenheid speelde, het Vioolconcert van Beethoven, vormde in elk geval een blauwdruk voor Brahms. Hij koos dezelfde toonsoort en zorgde er, net als zijn grote voorganger, voor dat het orkest meer is dan het canvas waarop de violist kan schilderen. Niet iedereen begreep die symfonische aanpak. Sommigen noemden het stuk niet een concert voor, maar tegen de viool. De virtuoos Pablo de Sarasate weigerde het uit te voeren, omdat ‘ik er niet werkloos bij wil staan om te horen hoe de hobo de enige melodie van het concert speelt’. Joachim daarentegen was er dol op, hoewel Brahms zijn meeste adviezen in de wind had geslagen.
Hector Berlioz & Niccolò Paganini
Paganini was de man die de viool tot hét instrument van de Romantiek maakte. Operacomponist Rossini zei ooit dat hij maar driemaal in zijn leven had hoeven huilen. En een keer ervan was toen hij de Italiaanse violist hoorde. In Berlioz zag Paganini de ideale componist voor een werk, waarin hij de glans zou kunnen laten horen van een altviool van Stradivarius die hij net had gekocht. Maar toen de Fransman hem de eerste schetsen van Harold en Italie toonde, haakte Paganini teleurgesteld af. Hij vond het geen vioolconcert, daarvoor had Berlioz de inbreng van het orkest te groot gemaakt. Voor een virtuoos viel er weinig eer aan te behalen, vond Paganini. Berlioz nam de zwerftochten van de hoofdfiguur uit Lord Byrons gedicht Childe Harold’s Pilgrimage als vertrekpunt voor wat hij noemde ‘een aantal orkestrale scènes waaraan de altviool deelneemt met behoud van zijn eigen karakter’. Het was een van de weinige werken van Berlioz dat meteen aansloeg. Vier jaar na de première hoorde ook Paganini Harold en Italie, waartoe hij oorspronkelijk Berlioz had aangezet. Na het concert knielde hij voor de componist op het podium en kuste hem. Een paar dagen later stuurde hij Berlioz een brief met felicitaties en een cheque van twintigduizend francs.
Dmitri Sjostakovitsj & David Oistrach
Zijn beide vioolconcerten schreef Sjostakovitsj met in gedachten het spel van zijn vriend Oistrach. Zijn Eerste componeerde hij enkele jaren na de oorlog, in de tijd dat hij uit de gratie was bij dictator Josef Stalin. Daardoor beleefde het werk pas na diens dood, in 1955, zijn première. Tussentijds bewerkten Sjostakovitsj en Oistrach het nog samen. Het Eerste Vioolconcert werd een duister, klagend stuk met hier en daar demonische karaktertrekken. De violist zelf vergeleek de zwaarte van zijn solopartij met ‘een dramatische Shakespearerol’. Zo’n decennium later, in 1967, componeerde Sjostakovitsj zijn Tweede Vioolconcert als cadeau voor de zestigste verjaardag van Oistrach. Niet dat er ook maar iets feestelijks aan is: evenals bij het vorige concert is de strijd tussen goed en kwaad de rode draad. De goede krachten lijken te winnen – dat dan weer wel – maar bij Sjostakovitsj is de uitkomst nooit eenduidig.
Edward Elgar & Fritz Kreisler
Iedere violist kent een Heifetz-periode, waarin virtuositeit overheerst, en glijdt daarna als vanzelf de Kreisler-fase in, die warmer van toon is en meer danst. In 1905 plaatste Kreisler in een interview de Engelse componist Elgar op hetzelfde voetstuk als Beethoven en Brahms. En hij vond het ook tijd dat Elgar – van origine zelf een violist – eens een vioolconcert zou maken. Niet lang daarna begon de gevlijde componist aan de eerste schetsen. ‘Hierin bevindt zich de ziel van …..’ stond er in het Spaans boven de partituur te lezen. Veel musicologen speculeren sindsdien welke naam er op die vijf puntjes zou moeten staan. Gezien het biografische karakter zou dat ook zomaar Elgar kunnen zijn, al zetten de meeste kenners hun geld op Alice, een vriendin voor wie de componist de bijnaam windflower, anemoon, verzon: een thema dat meerdere keren terugkomt in het Vioolconcert. Kreisler deed de première in 1910 met Elgar als dirigent, maar verloor daarna zijn enthousiasme en weigerde er een plaatopname van te maken.
Lees en luister ook
Album van de week Janine Jansen Brahms Bartok
In de spotlights Janine Jansen
Column Joram Lürsen
Het meesterwerk Salut d’Amour
Top 10 Acteurs op de viool
Top 20 Violisten
Playlist Het beste van de viool