Top 10 Regen en storm

Regen valt op een transparante paraplu

In de klassieke muziek kan het flink tekeer gaan. Zeker als componisten met opzwepende ritmes, en woeste orkestraties het natuurgeweld flink oppoken. Van een sereen miezerbuitje tot allesverwoestende storm: in deze tien klassieke stukken haal je een nat pak.

John Adams: China Gates

Met zo’n titel zou je het niet denken, maar toch heeft dit korte pianowerk van de Amerikaanse componist John Adams (1947) met regen te maken en niets met Chinese poorten. Adams componeerde het tijdens een eindeloos regenachtige winter in het noorden van Californië. Je hoort een constante stroom van regendruppel-noten waarin de harmonische kleuren continu verschuiven. Een pianistische bui van zo’n vier minuten.

Eric Whitacre: Cloudburst

Hoe creëer je met alleen de menselijke stem het effect van een wolkbreuk? Op dat vlak is de Amerikaan Eric Whitacre heer en meester. Cloudburst begint dromerig, met zwevende harmonieën die de lucht zwaar en geladen laten voelen. Langzaam bouwt de spanning op, als donkere wolken die zich samenpakken. Dan breekt de regen los: het koor bootsen met hun stem, handengeklap en vingergeknip de regen na. Het stuk eindigt met een serene stilte, alsof de natuur weer fris en schoon is.

Chopin: Regendruppelprelude

Met de Regendruppelprelude (Op. 28, No. 15) componeerde Chopin in 1839 een van zijn beroemdste werken. Volgens zijn partner George Sand haalde hij de inspiratie uit een droom, maar niet eentje van prettige soort. In haar dagboek schrijft Sand: ‘Hij zag zichzelf verdrinken in een meer – zware, ijskoude druppels water vielen ritmisch op zijn borst.’

Strauss: ‘Gewitter und Sturm’ uit de Alpensinfonie

Laat het aan Richard Strauss maar over om van natuurgeweld muziek te maken. In het deel ‘Gewitter und Sturm’ uit zijn monumentale Alpensinfonie brengt Strauss met briljante orkestratie een hevige avondstorm tot leven. Na dreigende, donkere klanken die een naderend onweer aankondigen smijt hij de donderslagen en bliksemflitsen door het orkest heen. Schallend koper, wervelende strijkers en schrille gillen van de houtblazers: orkesttumult van de bovenste plank. Aan het einde hoor je het in het pizzicato van de strijkers nog even namiezeren.

Debussy: Jardins sous la pluie

Als er één componist was die water in al zijn verschijningsvormen prachtig kon verklanken dan is het Debussy wel. In Jardins sous la pluie (‘Tuinen in de regen’) uit zijn pianosuite Estampes is het alsof je door het keukenraam kijkt en je je tuin ziet glinsteren onder de regendruppels. Dit levendige muzikale tafereel schildert Debussy met sprankelende arpeggio’s die, af en toe door windvlagen voortgejaagd, over de pianotoetsen stromen.

Sibelius: Vattendroppar

Vattendroppar (‘Waterdruppels’) is de vroegste compositie van Sibelius. Hij moet zo’n 15 jaar oud zijn geweest toen hij het componeerde. Het is een ultrakort stukje voor viool en cello, waarbij er alleen maar aan de snaren moet worden geplukt, als tere regendruppels boven de weidse, Finse vlaktes.

Haydn: ‘Ach, das Ungewitter’ uit Die Jahreszeiten

Ook bij Haydn kan het flink donderen. Het tweede deel, Zomer, van zijn oratorium Die Jahreszeiten begint met subtiele regendruppeltjes maar in de verte hoor je al de rollende donder. Een sopraansolist bezingt de stilte voor de storm: ‘Geen dier, geen blad beweegt, en overal heerst een dodelijke stilte.’ Dan barst het koor los en laat Haydn met stormachtige paukenroffels de wolken openbreken.

Brahms: Regensonate

Brahms’ Regensonate voor viool en piano is romantiek ten top. Brahms hergebruikte in het derde deel muzikale elementen uit zijn eigen, eerder gecomponeerd Regenlied: ‘Val maar, regen, blijf maar komen / Wek in mij opnieuw de dromen / Die mij in mijn jeugd soms raakten / Als het nat in ’t zand schuim maakte!’ In de sonate zingt de viool een nostalgisch lied terwijl de piano begeleidt met zachtjes tinkelende regenpatroontjes.

Ludwig van Beethoven: ‘IV. Gewitter, Sturm’ uit de Zesde symfonie 

Ook in Beethovens Zesde symfonie ‘Pastorale’ gaat het onweer flink tekeer. Alsof de hemel openscheurt, zet de storm uit het jachtige vierde deel alles op z’n kop. Dreunende pauken klinken als de donder, violen razen als wind door de bomen, en houtblazers gillen als felle bliksemschichten. Aan het eind trekt de storm weg met gegrom van het donder in de verte. Een pure, muzikale adrenalinerush.

Gioacchino Rossini: Willem Tell ouverture

De bekendste storm uit de klassieke muziek? Dat is misschien wel die uit Rossini’s ouverture voor zijn opera Willem Tell. Het is dan ook ware dramatiek die er uit Rossini’s pen vloeide. Ook bij hem zijn de pauken prominent aanwezig en stuiven de windvlagen op hoge snelheden door het orkest. Maar, na regen komt zonneschijn: als het natuurgeweld wegtrekt fluit een vogel voorzichtig weer zijn lied.


Lees en luister ook