Top 10 Poolse componisten

Chopin, die kennen we nu wel. De klassieke muziek kent nog meer Polen die uitblonken als componist. Deze tien Poolse componisten zijn absoluut het luisteren waard.

Karol Szymanovski

Karol Szymanowski (1882-1937) was de eerste Poolse componist sinds Chopin die een internationale reputatie opbouwde. Hij was pianist en schreef ook veel pianomuziek. Op zijn achttiende componeerde hij negen preludes, die zijn eerste gepubliceerde werken werden. Hij staat bekend om zijn exotische, mystieke klanklandschappen, zoals in zijn Eerste vioolconcert, gecomponeerd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een dromerige meditatie op het gedicht Noc majowa (Meinacht) van Tadeusz Miciński is het startpunt van een werk dat haast uit elkaar barst van de passie en sensualiteit. Een jaar eerder schreef hij een ander bekend werk: Mythes, drie miniaturen voor viool en piano geïnspireerd op de Griekse mythologie door het impressionisme en zijn reizen door Sicilië en Noord-Afrika.


Moritz Moszkowski

Wie pianospeelt, kent de naam Moszkowski misschien wel van zijn sprankelende Vijf Spaanse dansen voor twee piano’s. Deze dansen waren ontiegelijk populair aan het einde van de negentiende eeuw en lanceerden Moritz Moszkowski (1854-1925) als pianocomponist. Vanuit Berlijn toerde hij twee decennia lang als pianist, componist en af en toe als dirigent door Europa om in 1897 uiteindelijk met een goedgevulde bankrekening neer te strijken in Parijs. Naast de Spaanse dansen componeerde hij nog meer dansmuziek uit andere landen voor vier handen: ook Duitsland, Polen, Rusland, Italië en Hongarije passeren de revue. Het begin van de twintigste eeuw betekende een keerpunt in de muzikale smaak en visie, die Moszkowski niet kon bekoren. Hij bleef stug door componeren in de tradities van de negentiende eeuw, en hoewel het hem aan creativiteit niet ontbrak, zorgden de afnemende interesse in zijn werk en zijn daarmee gepaarde verlies aan enthousiasme en ambitie voor een daling in de hoeveelheid composities die hij afleverde.


Mieczyslaw Weinberg

De Joodse Mieczyslaw Weinberg (1919-1996) kon tijdens zijn leven rekenen op de steun van zijn goede vriend Dmitri Sjostakovitsj. Voor Weinberg leverde het in zoverre wat op, dat hij enige bescherming had van iemand die in de Sovjet Unie, ondanks het feit dat hij doorlopend met de autoriteiten overhoop lag, toch enig aanzien genoot. Maar waar de naam Sjostakovitsj tegenwoordig regelmatig de concertprogramma’s siert, is Weinberg nog steeds iets voor specialisten. Als het aan violist Gidon Kremer en dirigent Mirga Gražinytė-Tyla ligt, komt daar verandering in. Weinberg schreef ruim twintig symfonieën, zeventien strijkkwartetten, vele kamersymfonieën, sonates, kamermuziekwerken, balletten, en cantates. Muzikale schaduwen opwerpen kon hij als de beste, zoals in zijn 21e symfonie, een dramatisch werk waarin hoop en verlangen worden overschaduwd door het gemis van naasten, vrijheid en onbekommerdheid.


Witold Lutosławski

Witold Lutosławski (1913-1994) was een van de belangrijkste componisten van de twintigste eeuw, maar tot de jaren ’60 was zijn naam buiten Polen nauwelijks bekend. Wil je het oeuvre van Lutosławski (1913-1994) ontdekken, dan zijn zijn meest bekende werken een goede start: zijn vier symfonieën, de Variaties op een thema van Paganini en het Concert voor orkest. Met dit op Poolse volksmuziek geïnspireerde orkestwerk bereikte Lutosławski in 1954 internationale faam. Net als Brahms’ Eerste symfonie begint het dreigend met een zich steeds herhalende paukenslag.


Grażyna Bacewicz

Grażyna Bacewicz (1909-1969) was de eerste vrouwelijke componist uit Polen die nationaal en internationaal doorbrak. Ze studeerde viool, piano, compositie en ook enkele jaren filosofie en verdiende eerst haar geld met zowel componeren als concerten geven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde ze in Warschau, waar ze lid was van een geheime muziekgroep. Haar composities werden geprogrammeerd bij klandestiene concerten. In veel van haar werken speelt de viool een sleutelrol. In de video hieronder zien we Bacewicz zelf in haar Oberek nr. 1 (1949). De oberek is een levendige Poolse dans met vele draaien en sprongen. En dat hoor je!


Ignacy Jan Paderewski

Wat Ronald Reagan in Amerika deed in de jaren ’80, deed Ignacy Jan Paderewski (1860-1941) in Polen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij onderbrak zijn artistieke carrière als pianovirtuoos en componist om een belangrijke rol te spelen in de oprichting van een onafhankelijk Polen. In 1919 werd hij vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken. Zijn belangrijkste wapenfeit was zijn handtekening onder het Verdrag van Versailles, dat de Eerste Wereldoorlog ten einde bracht. In 1922 – hij was toen 62 – keerde hij zijn politieke carrière de rug toe om de pianoklep weer te openen. Hij wist dat jaar met succes de 20.000 stoelen van het New Yorkse stadion Madison Square Garden te vullen. Maar componeren deed hij niet meer. Alleen in 1917 componeerde hij nog een hymne voor mannenkoor. Hij schreef zijn laatste grote werk, de Derde symfonie ‘Polonia’, tussen 1903-08, 32 jaar voor zijn dood. Het is een weelderig orkestwerk, dat blikt op het Polen van vroeger, nu (ten tijde van Paderewski) en in de toekomst.


Henryk Górecki

Hoewel Henryk Górecki (1933-2010) veel avant-gardische werken schreef, was zijn grootste hit van een hele andere orde. Zijn Derde symfonie, bijgenaamd de Klaagzangensymfonie, is gecomponeerd in een spiritueel aandoende stijl, die wel eens holy minimalism wordt genoemd. In de Derde symfonie komt die stijl onder andere tot uiting in lage strijkerstonen die zich alsmaar herhalend langzaam voortschrijden en een sopraan die drie keer haar klaagzang laat horen op teksten uit de middeleeuwen en de Tweede Wereldoorlog. De opname bereikte in de jaren ’70 niet alleen de klassieke maar ook de pophitlijsten.


Krzysztof Penderecki

Voor de echte krijtjes-over-het-schoolborddissonanten moeten we bij Krzysztof Penderecki (1933-2020) zijn. In 1960 maakte hij zich in één klap onsterfelijk met zijn Threnody for the victims of Hiroshima. Toch was deze bijna negen minuten durende explosie van uitgecomponeerde ruis, die ook nog eens vernieuwend genoteerd was, geen berekenend modernisme, maar een huiveringwekkende cri de coeur van een componist die protesteerde tegen elke vorm van excessief geweld en zo ook de communistische machthebbers veroordeelde. Een heel andere kant van de componist horen we in zijn koorwerken, waarin de Oosters-Orthodoxe liturgische traditie naar voren komt. Penderecki schreef er talloze, maar een vaak uitgevoerd koorstuk is Song of the Cherubim. Hij schreef het als cadeau voor de zestigjarige verjaardag van zijn vriend en cellist Mstislav Rostropovich.


Hania Rani en Dobrawa Czocher

Vriendinnen en muzikaal duo Hania Rani (piano) en Dobrawa Czocher (cello) maken momenteel naam in het neoklassieke circuit. De twee ontmoetten elkaar op de middelbare school en hadden meteen een muzikale klik. Na hun studie aan de Fryderyk Chopin University of Music in Warschau vlogen de beide dames uit naar internationale vervolgstudies en verloren ze elkaar enigszins uit het oog, maar inmiddels zijn ze als musici en componisten een hecht duo. Hun album Inner Symphonies is een echt ‘lockdown-album’: ze wisselden online ideeën uit en oefenden samen via videodienst Zoom. Met zowel componisten als Robert Schumann, Max Richter, Jóhann Jóhannson en een band als Radiohead in hun muzikale bagage, verenigen ze de klassieke traditie met hun eigen, intieme en breeduitgesponnen klankwereld.


Henryk Wieniawski

Zoals meer Poolse componisten belandde ook Henryk Wieniawski (1835-1880) in Parijs. Maar Wieniaswki deed dat wel uitzonderlijk vroeg. Op zijn achtste werd hij als violist toegelaten tot het Parijse conservatorium. Vanwege zijn jonge leeftijd én zijn status als buitenlander werd er een uitzondering gemaakt op de strenge toelatingseisen. In zijn tienerjaren toerde hij met zijn broer Józef aan de piano door Europa. Op verzoek van Anton Rubinstein vertrok hij in 1860 naar Sint Petersburg, waar hij twaalf jaar lesgaf en de Russische vioolschool liet opbloeien. Volgens Rubinstein was hij zonder twijfel de grootste violist van zijn tijd. Als componist kennen we Wieniawski nu vooral van zijn Tweede vioolconcert – een van de populairste uit het romantische repertoire –, de Polonaise Brillante en het spektakelstuk Légende.


Lees en luister ook