Top 10 Pianoconcerten vanaf 1950 tot heden

© iStock

Sinds Johann Sebastian Bach zijn klavecimbelconcerten schreef, is het soloconcert voor een toetsinstrument een rode draad geworden in de muziekgeschiedenis. Vanaf het moment dat de piano het pleit won van het klavecimbel droegen vele componisten hun steentje bij aan het repertoire. In de negentiende eeuw werd het pianoconcert een voertuig voor virtuozen. In de twintigste en eenentwintigste eeuw bleef de piano, naast de viool, het favoriete concertinstrument. Omdat veel van de eerder geschreven pianoconcerten inmiddels tot het gekende repertoire behoren, is het goed om de mooiste van na 1950 eens op een rijtje te zetten. Daar valt nog veel te ontdekken! Het speelse Concert voor twee piano’s en orkest uit 1932 van Francis Poulenc valt daarmee buiten de boot, maar er komt veel voor terug. Een belangrijk criterium bij het samenstellen van deze top tien was ook dat er een opname beschikbaar moet zijn. Het intrigerende Concerto for Prepared Piano van John Cage mist en ook Left, Alone het concert voor de linkerhand dat de Deen Hans Abrahamsen in 2015 voor Alexandre Tharaud schreef, blijft verder onvermeld. Wat de eindstreep wel haalde is chronologisch geordend van het ‘oudste’ concert tot het meest recente.


1  Dmitri Sjostakovitsj – Pianoconcert Nr. 2

2  Bohuslav Martinů – Pianoconcert Nr. 4 ‘Incantations’

3  Samuel Barber – Pianoconcert op. 38

4  Alberto Ginastera – Pianoconcert Nr. 2

5  Witold Lutoslawski – Pianoconcert

6  Toru Takemitsu – Quotation of Dream

7  John Adams – Century Rolls

8  Arvo Pärt – LamenTate

9  Esa-Pekka Salonen – Piano Concerto

10  Thomas Adès – Concerto for piano and orchestra


1 Dmitri Sjostakovitsj – Pianoconcert Nr. 2

Dmitri Sjostakovitsj was niet alleen maar zwaar, cynisch en sarcastisch in zijn werk. Dat blijkt wel uit zijn Tweede Pianoconcert dat hij in 1956 schreef. Het is eigenlijk zijn enige echte pianoconcert, in zijn Eerste Pianoconcert uit 1933 moet de piano immers in gevecht met een trompet om een plek in de spotlights. De componist schreef dit Tweede Pianoconcert als cadeautje voor de negentiende verjaardag van zijn zoon Maxim, die het op 10 mei 1957 tijdens zijn afstudeerconcert aan het Conservatorium van Moskou in première bracht. Het driedelige concert begint met een vrolijke ‘lang-zal-hij-leven-fanfare’ en zelfs in het welhaast Mozartiaanse Andante blijft het licht en luchtig. Hoewel de componist al dan niet schertsend vond dat het stuk ‘geen artistieke waarde’ had, werd het een van zijn meest geliefde werken.


Bohuslav Martinů – Pianoconcert Nr. 4 ‘Incantations’

Bohuslav Martinů ademde muziek. Met een oeuvre van meer dan vierhonderd werken, groeide hij uit tot de belangrijkste Tsjechische componist van de twintigste eeuw naast Leoš Janáček. Waar Janáček nog steeds veel aandacht krijgt, moet Martinů het met de kruimels doen. Gelukkig zijn er onder zijn ruim vijfentwintig soloconcerten maar liefst vijf pianoconcerten en nog een prachtig concert voor twee piano’s en orkest. De laatste twee zijn na 1950 gecomponeerd. Zijn Vierde Pianoconcert ‘Incantations’ uit 1956 wordt algemeen als zijn beste beschouwd en daar zit wat in. Het tweedelige werk lijkt meer op een fantasie voor piano en orkest dan op een traditioneel concert. Het is sterk beïnvloed door de Tsjechische volksmuziek en je hoort de echo van de omzwervingen van de componist nadat hij in de vroege jaren veertig naar de Verenigde Staten uitweek. Het resultaat is een schitterende caleidoscoop – zo eentje waar een mens als kind (en ook als ouder) uren zoet mee kan zijn – vol verrassende kleuren en wonderlijke patronen.


3 Samuel Barber – Pianoconcert op. 38

Samuel Barber is veel meer dan zijn zo geliefde Adagio. De componist schreef een niet al te groot maar fijnzinnig oeuvre bijeen met onder andere twee symfonieën, muziektheaterwerken zoals de enerverende opera Vanessa, liederen en verschillende concerten voor solo-instrumenten en orkest, waaronder ook een prachtig vioolconcert. Zijn enige Pianoconcert voltooide hij in 1962. Barber schreef het werk voor het honderdjarig bestaan van muziekuitgeverij Schirmer en werkte voor een groot deel samen met de destijds nog jonge maar naderhand vooral in de Verenigde Staten gevierde pianist John Browning. Het even energieke als duivelse laatste deel had nogal wat voeten in de aarde. Browning achtte het ondanks zijn sophisticated techniek onspeelbaar op het gewenste uitvoeringstempo. Pas toen Vladimir Horowitz tot dezelfde conclusie kwam, veranderde Barber de noten. Het resultaat is een meeslepend postromantisch concert met hier en daar wat stekelige harmonieën en een heerlijk middendeel dat veel vaker op de Europese podia uitgevoerd mag worden.


4 Alberto Ginastera – Pianoconcert Nr. 2

Om ook de Latijns-Amerikaanse componisten niet te vergeten mag Alberto Ginastera niet ontbreken. De Argentijn schreef twee pianoconcerten, waarvan vooral het Tweede Pianoconcert uit 1972 een interessant en opwindend conglomeraat is van traditie, vooruitzien en de Argentijnse volksmuziek van de gaucho’s en de pampa’s. De traditie is vertegenwoordigd door Beethoven en Chopin die de hoofdrol spelen in het eerste en vierde deel van het werk. Zo is het zeventonige akkoord dat de finale van Beethovens Negende Symfonie aankondigt, uitgangspunt voor 32 Variazioni sopra un accordo di Beethoven en is het thema van het laatste deel van Chopins Tweede Sonate de inspiratie voor het laatste deel. Het is een nog steeds vrij onbekend concert waarin veel te ontdekken valt.


5 Witold Lutoslawski – Pianoconcert

Sinds Witold Lutoslawski in 1994 overleed, is zijn werk wat naar de achtergrond verdwenen. Dat is jammer, want als er één componist de esthetiek van de naoorlogse avant-garde in verband weet te brengen met klassieke en romantische grandeur, dan is het deze vriendelijke Poolse componist wel. Ondanks zaken als “aleatorische* passages” voor het orkest, enige vormvrijheden voor de uitvoerders en een muzikale taal die niet direct doet denken aan de traditionele harmonie, is zijn immer lyrische werk geschikt voor een brede groep luisteraars. Dat geldt zeker voor het Pianoconcert dat hij in 1988 in opdracht van de Salzburger Festspiele voor Krystian Zimerman schreef. De poëzie van Chopin, het grote gebaar van Brahms, de Franse finesse van Ravel, het is er allemaal in dit vierdelige meesterwerk dat hard aan een herwaardering toe is.
*Aleatorische muziek (uit het Latijn: alea = dobbelsteen) is muziek waarbij bewust gebruik wordt gemaakt van toeval en onberekenbare factoren.


6 Toru Takemitsu – Quotation of Dream

Sinds zijn dood in 1996 is de Japanse componist Toru Takemitsu, ooit een gevierd boegbeeld van de componisten die Oost en West dichter bijeen brachten, behoorlijk naar de achtergrond verdwenen. Jammer, want de fragiele Japanner schreef heel goede en heerlijk sensitieve muziek. Dat hij naast de muziek van zijn eigen land vooral Claude Debussy als inspiratiebron gebruikte heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken. Het meest expliciet daarover was hij misschien wel in zijn verkapte concert voor twee piano’s en orkest Quotation of Dream waarin hij vrijelijk citeert uit Debussy’s orkestwerk La Mer. Het concert uit 1991 levert ook los van deze citaten betoverende muziek op die het dagdromen behoorlijk kan stimuleren.


7 John Adams – Century Rolls

Hoewel Philip Glass met zijn drie pianoconcerten een voor de hand liggende keuze lijkt om ook de minimal music-gerelateerde concerten een plek te geven, is John Adams toch een betere vertegenwoordiger. De man die eind vorig jaar de Erasmusprijs uitgereikt kreeg verrijkte de minimal music immers met een veelheid aan klassieke, romantisch, jazz-, pop- en twintigste eeuwse invloeden. Bovendien heeft hij inmiddels ook drie pianoconcerten op zijn naam staan, al noemt hij ze niet zo. De meest recente Must the Devil Have All the Good Tunes? geschreven voor het 100-jarig bestaan van de Los Angeles Philharmonic beleeft op 7 maart zijn Nederlandse première en is nog niet opgenomen. Het ingetogen Eros Piano (1986) is eigenlijk een atypisch Adamswerk en lijkt meer op een uitgecomponeerde liefdesbrief. Vandaar dat het onstuimig doordenderende Century Rolls uit 1996 dat Adams voor Emanuel Ax schreef overblijft waarin hij met ‘polymorphous-perverse pleasure’ en geïnspireerd door oude pianorollen de invloeden van Debussy, Ravel, Satie, Gershwin en ragtime-pianist Jelly Roll Morton op een hoop gooit. In het verstilde tweede deel, Manny’s Gym, doet ook Erik Satie nog even vrolijk mee.


8 Arvo Pärt – LamenTate

Hoewel het verborgen zit achter een schijnbaar typerende Arvo Pärt-titel, droeg de Estse componist met LamenTate uit 2003 zijn steentje bij aan het voortbestaan van het pianoconcert. Het werk, geschreven in opdracht van Tate Modern (vandaar de schrijfwijze van de titel…) is geïnspireerd op het immense Marsyas van de Britse beeldhouwer Anish Kapoor. Zijn 150 meter lange en 35 meter hoge verbeelding van de satyr die volgens de mythologie door de god Apollo gevild werd, ‘hangt’ in de oude turbinehal van Tate Modern. De intense klaagzang over pijn en hopeloosheid mag volgens de componist vanwege de doorgecomponeerde vorm en vanwege het feit dat de piano symbolisch als eenling tegenover velen staat niet als een pianoconcert beschouwd worden. Vanwege de wonderschone meditatieve breekbaarheid van het werk, doen we hier net of we de componist niet gehoord hebben.


9 Esa-Pekka Salonen – Pianoconcert

‘Ik kan mij niet herinneren dat een premiere bij de New York Philharmonic zo enthousiast ontvangen werd’, schreef de recensent van de New York Times na de premiere van het Pianoconcert van dirigent en componist Esa-Pekka Salonen op 1 februari 2007. Het concert ademt net als het pianoconcert van zijn landgenoot Magnus Lindberg de sfeer van grootse fjorden en koude vlakten gecombineerd met invloeden van de Europese avant-garde en herinneringen aan volksmuziek. Zo klinken in het tweede deel ‘artificiële Balkanmuziek’ en ‘robotvogels’ niet alleen als een hommage aan science fictionauteur Stanislaw Lem, maar ook als een quasi-nostalgische herinnering aan alles wat ooit was.


10 Thomas Adès – Concerto for piano and orchestra

Op de vraag of het traditionele pianoconcert met een pianist als stralend en virtuoos middelpunt nog leeft voor de huidige generatie, geeft Thomas Adès een krachtig antwoord. De Engelse componist wordt volgend jaar vijftig en is al jaren internationaal een van de meest gespeelde componisten van zijn generatie. Sinds 2016 is hij Artistic Partner van het Boston Symphony Orchestra en speelt hij daar een grote rol als dirigent, pianist en componist. Toen hij een paar jaar eerder, in 2012, een concert in Boston gaf met Kirill Gerstein als solist, beloofde Adès de Russisch-Amerikaanse pianist een ‘gepast pianoconcert’. En dat werd het, al voltooide Adès het werk pas begin 2019. De wereldpremière in Boston van dit even wervelende als qua vorm zeer traditionele concert was een groot succes. ‘Een van de beste klassieke muziekpremières’ van 2019 (New York Times) was het. De opname ervan is nu verschenen. Een concert dat alles in zich heeft om een klassieker te worden. En dat op 20 en 22 maart a.s. met Adès en Gerstein live bij het Koninklijk Concertgebouworkest tot klinken komt.


Playlists

 


Lees en luister ook