Top 10 Onbekende barokcomponisten
Met de muziek uit de barok kun je meerdere mensenlevens vullen. Tussen 1600 en 1800 schreven componisten het ene na het andere stuk. Maar velen van hen werden vergeten. De laatste jaren herontdekken musici de barok. Tien minder bekende vakgenoten van Bach, Händel en Vivaldi.
De componist van wie Vivaldi een melodie stal
Geminiano Giacomelli (1692-1740) schreef in zijn geboortestad Parma zijn eerste opera als kapelmeester van de hertog daar. In de zestien jaar tot zijn dood volgden er nog negentien, met vooral de klassieke oudheid als onderwerp. Hij groeide in die tijd uit tot een van de grote concurrenten van Antonio Vivaldi in de operahuizen van Venetië. Ook schreef hij voor het keizerlijke hof in Wenen. Er is niet veel bekend over zijn leven.
Eén aria van Giacomelli duikt de laatste jaren regelmatig op in het repertoire van mezzosopranen en countertenoren: Sposa… non mi conosci uit de opera Merope. De muziek ervan werd gebruikt – of gejat, het is maar hoe je het formuleert – door Vivaldi. Die verwerkte de melodie in de aria Sposa son disprezzata uit de opera Bajazet. Giacomelli’s stuk gaat over een in de steek gelaten man. Althans zo voelt hij zich.
De monnik die over waanzin componeerde
Wanneer de Spaanse componist Antonio Martín y Coll werd geboren, weet niemand. Wel dat hij stierf in 1734. Hij groeide op als Franciscaner monnik. Martín y Coll werkte als organist, maar zijn naam leeft vooral voort als een belangrijk verzamelaar van partituren. Onder de titel Flores de Música, bloemen van de muziek, stelde hij vier boeken samen met anonieme klavierstukken.
Er bestaat nog een vijfde boek, met vooral orgelwerken en veel van zijn eigen composities. Zoals Diferencias sobre las Folias, waarin Martín y Coll varieert op een beroemde Portugees-Spaanse dans, La Folia, een woord dat waanzin betekent. Veel componisten lieten zich erdoor inspireren. Corelli en Vivaldi maakten er beroemde variaties op. De Folia van monnik Martín y Coll gaat zich te buiten aan opzwepende ritmes, mede door het gebruik van castagnetten.
‘Een razernij zo hevig alsof de duivel was losgebroken’
De Engelsman Charles Avison werd in 1709 gedoopt in de Kerk van Johannes de Doper in Newcastle, waar deze zoon van twee musici later organist werd. Hij maakte een kortstondige uitstap naar Londen om les te krijgen van de beroemde Italiaanse virtuoos Francesco Geminiani. Maar al snel keerde hij terug naar zijn oude en vertrouwde Newcastle. Rond 1740 legde Avison de hand op een uitgave met klavecimbelsonates van een andere Italiaan, Domenico Scarlatti. En die muziek inspireerde hem tot zijn bekendste werk: twaalf Concerti Grossi, waarin Avison de muziek van Scarlatti orkestreerde en bewerkte. Het Zesde Concerto Grosso figureert zelfs in een roman: The Life and Opinions of Tristam Shandy van zijn tijdgenoot Laurence Sterne. Een hoofdpersoon uit het boek krijgt daarin een woede-aanval. ‘Zijn razernij was zo hevig alsof de duivel en heel de rest was losgebroken’, schrijft Sterne. ‘Zoals in het Zesde Concert van Avison ‘con furia’, als een waanzinnige.”
Een Italiaan die in Duitsland belandt
Giovanni Benedetto Platti kwam weliswaar in 1697 in Padua ter wereld, maar het grootste deel van zijn leven bracht de Italiaan door in het Duitse Würzburg. De muziek uit zijn land was aan het begin van de zeventiende eeuw een rage in Europa, vandaar dat vorstenhuizen Italianen naar hun hoven haalden. Platti belandde bij de familie Von Schönborn. Daar componeerde hij veel werken voor de muzikale Rudolf Franz, die cello speelde. Ruim veertig jaar werkte hij aan dat hof. En niemand zou waarschijnlijk van hem gehoord hebben als de Schönborns zijn manuscripten niet zo goed zouden hebben bewaard. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd een concert teruggevonden dat Platti schreef voor zijn eigen instrument: de hobo. Een mooi virtuoos, maar ook poëtisch stuk van de man die in 1763 stierf.
Een hofcomponist die drie keizers overleefde
Johann Joseph Fux (1660-1741) was een taaie boerenzoon uit het Oostenrijkse Hirtenfeld. Hij werd met zijn tachtig jaar stokoud voor die tijd. De componist overleefde als Weens hofcomponist liefst drie Oostenrijkse keizers. De meeste musicologen kennen Fux, omdat hij één van de belangrijkste boeken over het contrapunt schreef. Daarin merkt hij over de kunst van het componeren onder meer het volgende op: ‘Het is moeilijk om muziek te maken die toegankelijk en natuurlijk klinkt voor het oor, en die tegelijkertijd niet afgezaagd is. Zoals het gezegde wil: eenvoud is heel ingewikkeld.”
Fux was een beroemd en machtig man in zijn tijd, maar werd na zijn dood snel vergeten, al bleef zijn muziek een soort geheimtip onder bekende componisten in Wenen. Zijn muziekboek Gradus ad Parnassum stond in de kast bij Haydn, Beethoven en Mozart.
De ongelukkige minnaar schreef een latere BBC-tune
De Engelse componist Jeremiah Clarke (1674-1707) groeide op in Londen. Hij was organist van St. Pauls Cathedral, leerling van John Blow en tijdgenoot van de wel beroemde Henry Purcell. Zijn leermeester Blow maakte een lied over Clarke Poor Celadon, he sighs, he sighs in vain. Hij zucht, hij zucht vergeefs. Clarke leed aan een onbeantwoorde liefde. En de pijn was zo ondraaglijk dat hij op zijn 33ste zelfmoord pleegde. Het bekendste stuk dat hij de wereld naliet, is zijn Trumpet Voluntary, dat de BBC in de Tweede Wereldoorlog gebruikte als herkenningstune.
In de schaduw van Scarlatti
Er waren veel Francesco Mancini’s. Drie kunstschilders, twee voetballers en een kardinaal droegen die naam. Maar voor zover bekend was er slechts één componerende Francesco Mancini (1672-1737). Hij was een echte Napolitaan, die tot bloei kwam aan het begin van de achttiende eeuw, toen de ster uit die stad, Alessandro Scarlatti, voor een paar jaar vertrok. Plotseling konden de achterblijvers even uit Scarlatti’s schaduw treden. Dat gold ook voor Mancini. Hij kreeg in 1702 de positie van hofkapelmeester, een baan die hij zes jaar later weer moest afstaan aan de teruggekeerde Scarlatti. Na Scarlatti’s dood in 1725 werd Mancini opnieuw de muzikale baas aan het hof in Napels. Hij schreef in de typische Napolitaanse stijl met onvoorspelbare en dramatische wendingen. De muziek die van hem bewaard bleef, bestond vooral uit Fluitsonates.
Een luis in de pels van de jonge Haydn
De Oostenrijkse componist Gregor Werner werd geboren in 1693 aan de oevers van de Donau. Zo’n veertig jaar werkte hij in slot Esterhazy in Eisenstadt. Daar trad Werner in 1728 in dienst van de toen 17-jarige muzikale vorst Paul Anton. In 1761 ging hij zo’n beetje met pensioen. Werner hoefde zich vanaf die tijd alleen nog te bekommeren om de religieuze muziek. Voor de rest werd een andere componist in dienst genomen: Joseph Haydn. Werners beschermheer Paul Anton stierf een jaar later. Zijn opvolger Nikolaus hield meer van instrumentale muziek en trok veel op met Haydn.
Werners stukken raakten uit de mode. En hij zag met grote ergernis Haydns roem groeien. Een paar maanden voor zijn dood schreef hij een brief aan de vorst Esterhazy, waarin hij Haydn beschuldigde van laksheid. ‘Hij laat de luie musici met alles wegkomen’, schreef Werner. ‘Alleen maar om de getapte jongen uit te kunnen hangen.’ Haydn kreeg een reprimande. Werner ging een paar maanden later dood. Zijn muziek is praktisch vergeten, al droeg Haydn nog een paar werken aan hem op. Die was niet haatdragend.
Hij was een inspiratiebron voor Händel
Giovanni Porta werd geboren in Venetië in 1675 en stierf tachtig jaar later in München. Hij werkte met Vivaldi samen in het Ospedale della Pieta, waar weesmeisjes een muzikale opleiding kregen. Hij was wereldberoemd in de operawereld van die tijd. Een van zijn werken werd zelfs uitgevoerd in Londen. En zijn tijdgenoot Handel – nooit te beroerd om een goede melodie te kopiëren – liet zich door die opera Numitore van Porta inspireren tot zijn beroemde Arrival of the Queen of Sheba uit het oratorium Solomon. Porta zelf bracht de laatste achttien jaar van zijn leven door aan het hof in München. Daar schreef hij onder meer zijn opera Ifigenia in Aulide over de Griekse koning Agamemnon, die nog een rekening heeft openstaan met de godin van de jacht, Artemis. Zij wil hem en de Griekse troepen pas naar Troje laten uitvaren als hij zijn dochter Ifigenia aan haar offert. Ifigenia aanvaardt dat offer. In de onderstaande aria vraagt ze haar moeder vergiffenis voor haar vaders misdaad.
Op aarde vergeten, maar een vernoemd in de ruimte
Johann Christian Schieferdecker (1679-1732) is een buitenaardse bekendheid, want een Belgische sterrenkundige noemde in 1992 een door hem ontdekte astroïde naar Schieferdecker. Hier op aarde daarentegen is de Duitse componist goeddeels vergeten. Hij was vooral kerkmusicus en assistent van de beroemde cantor van Lübeck, Dietrich Buxtehude. Toen Buxtehude stierf, hadden onder meer Bach en Handel belangstelling voor diens baan, maar ze deden het niet, want voorwaarde voor deze belangrijke post was een huwelijk met Buxtehudes dochter. Schieferdecker vond dat geen bezwaar, trouwde met Anna Margareta Buxtehude en werd cantor van Lübeck. Maar daar schreef hij geen geschiedenis met zijn muziek. Wat wel bewaard bleef, waren concerten die hij schreef als jongeman, toen hij werkte bij het Operahuis van Hamburg.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Top 10 Barokcomponisten
Album van de week Aria’s van Graun
In de spotlights Cecilia Bartoli
Kijk Lucie Horsch speelt ‘Lente’
Componist Giovanni Battista Pergolesi
Album van de week Een Monteverdi-mis
Top 10 Blokfluit