Top 10 Speelbare stukken voor gitaar

Tien kleine meesterwerken die de gedreven amateurgitarist al vrij snel op zijn of haar lessenaar kan zetten.

Terwijl het meest bekende en vaakst opgenomen soloconcert in de klassieke muziek een gitaarconcert is – Concierto de Aranjuez van de Spaanse componist Joaquin Rodrigo, heeft het instrument in de klassieke wereld bij lange na niet het aanzien van een piano of een viool. Dat is zo gek niet. De gitaar kan niet bogen op een reeks briljante sonates van grote componisten uit de klassieke en romantische tijd. Het oeuvre is wat dat aangaat, ondanks het feit dat Fernando Sor de ‘Beethoven van de gitaar’ genoemd werd, kwalitatief ondergeschikt. Pas in de late negentiende eeuw kwamen met Augustin Barrios Mangoré en Francesco Tarrega componisten die wat te vertellen hadden. En ondanks het feit dat het doorgaans miniaturen betrof, schreven ze muziek die de gitaar als instrument onderscheidde. In de twintigste eeuw werd de gitaar dankzij de inspanningen van Andrés Segovia echt volwassen. Werken als de uitdagende Douze Etudes van Heitor Villa-Lobos, de opzwepende Sonate op. 47 van Alberto Ginastera en vooral de meesterlijke Nocturnal van Benjamin Britten zijn gewoon hele goede composities, die ook voor de niet-gitaaradepten van grote schoonheid zijn.
Toch heeft de gitaar iets voor op instrumenten als de piano en de viool. De gitaar vormt het werktuig bij uitstek voor iedereen die met drie akkoorden kampvuurliedjes wil zingen, en is bovendien een instrument dat wel vaart bij de ‘eenvoudige’ miniatuur. En ook dit zeer speelbare gitaarrepertoire is als vanzelfsprekend in de discografie van de grote gitaristen te vinden. Een top tien.


1 Anoniem – Romance ‘Jeux Interdits’

Dit is het solowerk dat elke aankomende klassieke gitarist wil spelen (zeker in de tienerjaren geldt: succes verzekerd…), maar de ontstaansgeschiedenis van deze overbekende melodie is buitengewoon onzeker. De Spaanse gitarist Narcisco Yepes claimde in 1952 het auteurschap nadat hij deze Romance had ingespeeld als titelsong voor de film Jeux Interdits. Door de film werd het romantische stukje inderdaad wereldberoemd, maar de melodie bestond al. Sporen gaan terug naar de negentiende eeuw, maar waarschijnlijk is het een nog veel oudere Spaanse volksliedje. In elk geval is het ook voor vocalisten een interessant wijsje. Zo nam Andy Williams het ooit op als Vino de amor en maakte Julio Iglesias er Quiero van.


2 Anoniem – Greensleeves

Van Greensleeves, dat andere overbekende werk dat elke gitarist in spe zo snel mogelijk onder de knie wil krijgen, staat in elk geval vast dat het een eeuwenoud Engels volksliedje is. Het hardnekkige verhaal gaat wel dat Hendrik VIII het gecomponeerd heeft om indruk te maken op zijn latere koningin Anna Boleyn, maar dat is een mooie fabel. In Nederland kreeg de melodie vanaf de vroege jaren zeventig eeuwige roem als herkenningstune van het radioprogramma Candlelight van Jan van Veen (nog steeds te beluisteren op Easy FM in Almere). En Ralph Vaughan Williams vond het thema in 1934 goed genoeg voor een Fantasia on Greensleeves voor orkest.


3 Gaspar Sanz – Pavanas

Gaspar Sanz (1640-1710) was een Spaanse priester die uitgroeide tot een van de grootste gitaartheoretici en -docenten van zijn tijd. Zo was hij een tijd de exclusieve leraar van Juan II van Oostenrijk, de buitenechtelijke zoon van koning Filips IV van Spanje en ook enige tijd landvoogd van Nederland. Sanz schreef drie boeken vol met didactische werken die een directe relatie hebben met de Spaanse volksmuziek. Ze staan vol speelbare stukken die repertoire hebben gehouden zoals Canarios en de eenvoudiger te spelen Pavanas. Joaquin Rodrigo gebruikte verschillende thema’s van Sanz voor zijn gitaarconcert Fantasia para un gentilhombre.


4 Johann Sebastian Bach – Bourrée (uit BWV996)

Johann Sebastian Bach mag in dit lijstje natuurlijk niet ontbreken. Maar waar pianisten zich al snel kunnen laven aan eenvoudige stukjes van Bach, is het voor de gitarist even zoeken. Achter de naam Bach staan een zevental luitwerken waaronder vier volledige suites. Het zijn alle bewerkingen van werken voor andere instrumenten, die op hun beurt weer voor gitaar zijn bewerkt. Ook de Eerste Luitsuite, waaruit de beroemde Bourrée komt die voor veel gitaristen de eerste kennismaking met Bach betekent, is waarschijnlijk niet oorspronkelijk voor luit gedacht, maar voor een luitklavecimbel. Het maakt niet uit. Het vergt wat vingergymnastiek, maar dan klinkt er ook wat. Al is het alleen maar het eerste gedeelte, dat ook in de popwereld beroemd werd door de band Jethro Tull die in 1969 succes had met de single Bourrée.


5 Fernando Sor  – Etude op. 6 nr. 9

Fernando Sor (1778-1839) vergelijken met Beethoven is een beetje veel eer. Al voegde Sor een groot aantal substantiële en belangwekkende werken aan het gitaarrepertoire toe. Ook schreef hij vele eenvoudige en minder eenvoudige studies. De twintigste eeuwse gitaarpionier Andrés Segovia selecteerde er twintig die sindsdien bekend staan als de Sor-studies. De selectie bevat veel hogeschoolwerk, maar met de Etude nr. 13 (op. 6 nr. 9) en ook nr. 5 (op.35 nr. 22 ) heeft de aankomende gitarist goed materiaal om indruk te maken.


6 Francesco Tárrega – Lagrima

In de tweede helft van de negentiende eeuw gaf de Spaanse gitarist en componist Francesco Tárrega (1852-1909) een nieuwe dimensie aan de gitaar. Met veelal relatief korte romantische werken zoals de beroemde tremolostudie Recuerdos d’Alhambra gaf hij het instrument een karakter dat zich onderscheidde. Ook schreef hij vele korte etudes en preludes zoals Adelita, Endecha en vooral Lagrima die niet alleen mooi, maar ook goed speelbaar zijn.


7 Francis Poulenc – Sarabande

Rond het midden van de twintigste eeuw beleefde de gitaar een ware ‘coming of age’. Een pionier als Andrés Segovia deed goed werk en ook de virtuoze Ida Presti was van groot belang om componisten van enig statuur te interesseren voor de gitaar. Zij wist in 1960 Francis Poulenc (1899-1963) zo gek te krijgen een werk voor haar te schrijven. In plaats van een stuk wild vuurwerk, componeerde de dwarse Fransman een even eenvoudige als ingetogen Sarabande, Molto calmo e melancholico.


8 Leo Brouwer – Un dia di Noviembre

Na Segovia en Presti namen gitaristen als John Williams en Julian Bream de fakkel over. Zij brachten de gitaar naar hedendaagse componisten. Zo zat Bream achter de briljante Nocturnal van Benjamin Britten. Het modernere repertoire schreeuwde om studiemateriaal. Dat bood de Cubaanse gitarist en componist Leo Brouwer (1939). Met zijn eerste 10 Estudios Sencillos uit 1973 creëerde hij een kleine revolutie in de gitaarwereld. Hoewel deze werken vaak zijn opgenomen door grote gitaristen, vormen vooral de eerste vijf studies uitstekend materiaal voor beginners. Dat Brouwer ondanks vele avantgardistische werken toch een romanticus was, bewees hij al in 1968 met zijn even meeslepende als speelbare Un dia di Noviembre, geschreven voor de gelijknamige film.


9 Jorge Cardoso – Milonga

De Latijns-Amerikaanse gitaristen en componisten lieten zich vanaf de laatste decennia van de twintigste eeuw steeds meer gelden. Natuurlijk was de door Segovia gestimuleerde Heitor Villa-Lobos hun aller peetvader, maar men ontdekte steeds meer tussen folklore en klassiek. Zo schreef de Argentijn Jorge Cardoso (1949) inmiddels ruim 400 gitaarwerken van zeer eenvoudig tot hoogst vooruitstrevend. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld de Milonga uit 24 Piezas Sudamericanas.


10 José Luis Merlin – Evocación

Ook de Argentijnse gitarist en componist José Luis Merlin (1952) put rijkelijk uit de Latijns-Amerikaanse folklore. Zijn werk is wat minder bekend dan dat van Jorge Cardoso en Leo Brouwer, maar één stuk staat op het wensenlijstje van vele beginnende gitaristen: Evocación, het eerste deel uit de Suite del Recuerdo dat later nog een keer terugkeert. De gitarist Miloš Karadaglić gebruikte dit lyrische werkje om de gitaar weer in zijn macht te krijgen na een ernstige handblessure. Net als de Romance waarmee deze lijst aanving is Evocación een geducht ‘versierwapen’ in het arsenaal van jonge gitaristen.


Lees en luister ook