Top 11 Componistes
Vrouwelijke componisten in de klassieke muziek
De beschermheilige van de muziek is een vrouw, maar het componeren bleek de afgelopen eeuwen vooral een mannenbolwerk. Van de bijna duizend jaar oude noten van de Duitse non Hildegard von Bingen tot de geheimzinnige klanken van de 21e-eeuwse Hildur Guðnadóttir. Daarom: elf componistes uit de muziekgeschiedenis.
Hildegard von Bingen (1098-1179)
‘Zwevend op de adem van God’
Als achtjarig kind uit de adellijke familie Von Bermersheim werd de kleine Hildegard, begin twaalfde eeuw, toevertrouwd aan een Benedictijns klooster, nabij de Duitse plaats Bingen. Het meisje groeide daar uit tot de grootste visionair van haar tijd. Ze hield zich bezig met wetenschap, schreef, dichtte en componeerde. In 1141 zag Hildegard van Bingen uit de hemel vuurtongen op haar neerdalen. Die openbaring vormde het begin van een reeks visioenen, die een diepgaande invloed op haar kunst zou hebben. ‘Er was eens een koning op zijn troon’, schreef ze. ‘Rond hem verrezen grote en mooie pilaren, die versierd waren met ivoor en die met trots zijn vaandels droegen. Toen pakte de koning een kleine veer van de grond en beval haar om te vliegen. En de veer gehoorzaamde, niet vanwege zichzelf, maar omdat de hemel haar voortdroeg. Zo ben ik: ‘Een veer, zwevend op de adem van God.’
Hildegard von Bingen schreef tal van liederen die bekend werden onder de overkoepelende titel De symfonie van de harmonie van de hemelse openbaringen. Het Vaticaan mag martelares Sint Caecilia tot beschermheilige van de muziek benoemd hebben, de middeleeuwse Hildegard von Bingen waakt als mythische figuur over de vrouwelijke componisten.
Barbara Strozzi (1619-1677)
Beschimpt door jaloerse mannen
Zo vroom en devoot als Van Bingen was, zo werelds lijkt het leven van sopraan en componiste Barbara Strozzi. Dat begon al vroeg. Ze was het buitenechtelijke kind van de dichter en librettist Giulio Strozzi en zijn dienstbode. In een tijd dat vrouwen niets in de muziek te zoeken hadden – althans volgens de mannen – moedigde haar vader de jonge Barbara aan haar talenten te ontwikkelen, niet alleen in het zingen van noten, maar ook in het schrijven ervan. Hij wist zelfs te regelen dat zij lessen kreeg van de beroemde operacomponist Francesco Cavalli. En ze bezat talent. Zoveel zelfs, dat jaloerse mannelijke vakgenoten haar in diskrediet brachten met geruchten – wel of niet vals – dat zij een dure prostituée was. In werkelijkheid leidde ze een kalm bestaan als minnares van de weldoener Giovanni Vidman. Na zijn dood leefde Strozzi onder meer van het componeren. Ze ging de geschiedenisboeken in als ‘de meest productieve componist – man of vrouw – van wereldlijke liederen in het Venetië van het midden van de zeventiende eeuw’. Ze schreef ruim honderdtwintig vocale stukken. Haar stijl doet sterk denken aan die van Cavalli en zijn leermeester Claudio Monteverdi, maar dan zangeriger.
Maria Theresia von Paradis (1759-1824)
Het blinde wonderkind
Ze werd vernoemd naar de Habsburgse keizerin Maria Theresia, in wier dienst haar vader werkte. Voor haar vijfde jaar werd ze geheel blind. Ze kreeg in haar tienertijd onder meer compositieles van de machtige hofcomponist Antonio Salieri en de mysterieuze Abbé Vogler, door een historicus eens omschreven als ‘een van de meest buitenissige karakters uit de muziekgeschiedenis’. Von Paradis was in de eerste plaats een virtuoos pianiste, die in de Weense salons opzien baarde en, door de rijkdom en positie van haar vader, werken kon bestellen van Salieri, Haydn en Mozart. Haar gehoor en geheugen waren fenomenaal. Volgens overlevering kende ze zo’n zestig concerten uit haar hoofd. Gedurende haar tournees in Europa begon Von Paradis ook muziek te schrijven: vaak stukken voor piano of liederen. De belangstelling voor haar optredens nam af in de jaren tachtig van de achttiende eeuw, waarna componeren steeds belangrijker werd. Ze schreef na 1789 onder meer vijf opera’s en drie cantates.
Fanny Mendelssohn (1805-1847)
In de schaduw van Felix
‘Ze speelt als een man’, schreef haar leraar Carl Friedrich Zelter, aan de oude Duitse dichter Goethe. Er was zelfs een periode dat hij Fanny Mendelssohn een groter muzikaal talent vond dan haar jonge broer Felix. Op haar dertiende kende ze het hele Wohltemperierte Klavier van Bach uit haar hoofd. Maar haar vader richtte zich op zoon Felix. ‘De muziek zal zijn beroep worden’, schreef hij aan zijn dochter, ‘voor jou kan en moet het een versiering van het leven blijven.’ Ook haar broer Felix vond het geen goed idee dat ze onder haar eigen naam componeerde. ‘Daar is ze teveel een vrouw voor: ze denkt pas aan muziek als haar huiselijke plichten vervuld zijn.’ Samen musiceerden ze veel. En sommige van Fanny’s werken, kwamen onder Felix’ naam op de markt. Tijdens een bezoek aan de Britse koningin Victoria op Buckingham Palace wilde de vorstin haar favoriete lied van hem zingen. Felix moest beschaamd erkennen dat het door zijn zus geschreven was. Haar werken werden ten gehore gebracht bij familieconcerten. En haar echtgenoot, de schilder Wilhelm Hensel, moedigde Fanny aan te blijven componeren. Ze bleef een belangrijk muzikaal klankbord voor haar broer. In 1846 besloot ze – buiten medeweten van Felix – enkele liederen uit te geven als haar Opus 1. Er zouden niet meer volgen, want een jaar later stierf ze onverwacht. Ze liet 460 werken achter.
Clara Schumann (1819-1896)
‘Geen grotere vreugde dan componeren’
Op haar tiende schreef Clara Schumann – toen nog – Wieck haar eerste polonaises voor de piano en vier jaar later volgde er zelfs een pianoconcert. Zestien jaar oud speelde ze daar de première van, met het beroemde Gewandhausorchester Leipzig en Felix Mendelssohn als dirigent. Tegen de wil van haar vader trouwde ze op haar twintigste met componist Robert Schumann. Het stel moest zelfs naar rechtbanken om hun verbintenis mogelijk te maken. Clara groeide uit tot een van de beroemdste concertpianisten van haar tijd. Daarnaast was ze moeder van acht kinderen en de echtgenote van een man die geleidelijk in de greep van de waanzin belandde. Geen goed gesternte voor een loopbaan als componist. Anderzijds vormden de vele zwangerschappen onderbrekingen van haar drukke concertreizen en vond ze vervolgens thuis de tijd en rust om te componeren. Niettemin konden vrouwen zich in haar tijd niet monomaan op de muziek richten, zoals hun mannelijke vakgenoten. Clara moest schipperen. Ze had bovendien weinig vertrouwen in haar eigen composities. En toch… ‘Er is geen grotere vreugde dan iets componeren en er vervolgens naar te luisteren.’ Nadat ze halverwege de dertig weduwe werd, wijdde ze de resterende vier decennia van haar leven vooral aan de muzikale erfenis van haar gestorven man.
Pauline Viardot (1821-1910)
‘Een vrouwelijk genie’
Ze was de zus van de meest gevierde operasopraan uit de eerste helft van de negentiende eeuw, Maria Malibran. Pauline Garcia zong haar jonge stem kapot, in een poging om de vroeg gestorven Malibran te vervangen. Camille Saint-Saëns vond haar mezzo ‘meer buitenaards dan menselijk’ en droeg zijn opera Samson et Dalila aan haar op. Ze trouwde met de Franse schrijver Louis Viardot. Haar invloed in het Parijse muziekleven was groot. Ze zorgde er onder meer voor dat Wagners muziek ingang vond in de Franse kringen. Voor meer componisten bleek ze een muze. Ook de Russische schrijver Ivan Toergenjev raakte door haar betoverd, hoewel Viardot alles behalve een schoonheid was. De Duitse dichter Heinrich Heine beschreef haar uiterlijk in paradoxale termen: ‘Viardots lelijkheid was nobel, ik zou bijna zeggen, mooi’. Ze begon al vroeg met componeren. Stukken die vooral dienden als oefeningen voor haar zangstudenten. Ze begon pas serieus te schrijven nadat ze ophield met optreden. ‘Eindelijk heeft de wereld van het componeren een vrouwelijk genie gevonden’, schreef pianovirtuoos Franz Liszt. Ze schreef vijf kameropera’s, de nodige pianowerken – ooit had ze concertpianist willen worden – maar het zijn vooral haar vele liederen, die de tand des tijds hebben weerstaan.
Alma Mahler-Werfel (1879-1964)
Muze van geniale mannen
Alma Mahler-Werfel kwam ter wereld als Alma Schindler en verwierf vooral bekendheid als vrouw danwel minnares van beroemde mannen, zoals schilder Gustav Klimt, componisten Alexander von Zemlinsky en Gustav Mahler, architect Walter Gropius en schrijver Franz Werfel. In de jaren dat ze compositielessen volgde bij Zemlinsky ontmoette ze de bijna twintig jaar oudere Gustav Mahler. Het huwelijk met hem betekende het opgeven van haar muzikale ambities. ‘De rol van componist is voor mij’, hield Mahler haar voor, ‘die van liefhebbende metgezel valt jouw toe. Jij moet je toekomst aan mij wijden.’ Morrend maakte Alma zich ondergeschikt aan de eerzucht van haar echtgenoot. Pas na een huwelijkscrisis toonde Mahler ineens belangstelling voor haar muziek. Hij liet zelfs vijf liederen uitgeven. Maar het was te laat. ‘Er zijn tien jaar weggegooid, een periode waarin ik me had kunnen ontwikkelen. Die tijd is niet meer in te halen. Het is een vernikkeld lijk dat hij probeert tot leven te wekken.’ Alma Mahlers leven zou ten dienste staan van het genie van anderen. ‘God heeft me het voorrecht geschonken om belangrijke kunstwerken van onze te tijd te kennen, voordat de scheppers ervan ze aan de wereld toonden. En als ik deze ridders van de kunst heb mogen inspireren, dan is mijn leven zinvol en gezegend geweest’, zei ze aan het einde van haar leven. Veel van Alma’s meer dan honderd werken gingen verloren of vernietigde ze zelf. Ten slotte bleven er maar zeventien liederen over.
Lili Boulanger (1893-1918)
In de knop gebroken
Haar oudere zus Nadia geloofde niet in zichzelf als componist. Wel werd ze de beroemdste leraar van componisten in de twintigste eeuw. Onder Nadia’s studenten bevonden zich onder meer Philip Glass, Astor Piazzolla en Aaron Copland. Nadia’s en Lili’s vader was de Franse componist Ernest Boulanger, die op latere leeftijd met een van zijn leerlingen, een Russische prinses, trouwde. Boulanger was de zeventig al gepasseerd toen zijn muzikale dochters werden geboren. En op de dag dat Lili ter wereld kwam, nam de 77-jarige vader zijn zesjarige dochter Nadia apart en liet haar beloven dat ze zich over haar zusje zou ontfermen. Toen Lili twee werd, ontdekte componist en huisvriend Gabriel Fauré dat het kind beschikte over een absoluut gehoor. Al op haar vijfde ging ze met haar oudere zus naar het conservatorium en geen instrument leek geheimen voor haar te hebben. In 1913 werd de 19-jarige Lili de eerste vrouw die de Prix de Rome voor compositie won. Nadia had haar ambities inmiddels laten varen, maar onderwees haar zus, die ook les kreeg van Fauré. De dood van haar vader – op haar zevende – maakte grote indruk en veel van haar muziek gaat over verlies. Maar veel muziek zou Lili niet schrijven. Haar talent brak nog in de knop. Op haar tweede kreeg ze een longontsteking die de weerstand van haar lichaam sloopte. Ze bleef ziekelijk en stierf op 24-jarige leeftijd. Haar zus Nadia daarentegen werd maar liefst 92 jaar oud. Beiden liggen in hetzelfde graf in het Parijse Montmartre.
Sofia Goebaidoelina (1931)
Verbinding zoeken met het hogere
Bij het horen van haar muziek, zei een van haar vrienden, ‘beseft men dat Sofia in het Grieks staat voor wijsheid’. Goebaidoelina groeide op in de communistische dictatuur van de Sovjet-Unie. Daar werkte de schuwe componiste onder meer als assistent van Dmitri Sjostakovitsj, de belangrijkste Russische componist van de twintigste eeuw, die haar aanmoedigde om haar eigen spoor in de muziek te trekken. En dat deed ze, met noten die de mens willen verbinden met het hogere, die neigen naar het ongrijpbare. Inmiddels leidt ze het leven van een kluizenaar in een klein dorp, nabij het Duitse Hamburg. ‘Ik speel geen noten of ritmes’, schreef een orkestmusicus over haar muziek, ‘maar glij al na de eerste maten in het gezamenlijke onderbewustzijn dat muziek heet en voel me met iets groots verbonden. Het voelt alsof ik de tijd kan aanraken en de fysieke kracht via mijn instrument naar buiten gutst.’
Kaija Saariaho (1952-2023)
‘Alles is toegestaan’
Als jonge componiste viel ze voor de wiskundige charme van het serialisme, maar dat strakke keurslijf bleek de Finse Kaija Saariaho toch niet te passen. ‘Muziek mocht geen polsslag, tonale harmonieën of melodie hebben, maar ik wil niet componeren op basis van ontkenning. Alles is toegestaan, zolang het maar met goede smaak gebeurt.’ En dus maakte Saariaho zich los uit de dictatoriale greep van de seriële kerk. In eerste instantie speelde elektronica een belangrijke rol in haar werk, maar de laatste jaren wordt die invloed minder. Haar muziek probeert alle zintuigen te prikkelen, niet alleen het gehoor. ‘De visuele en muzikale wereld vormen een eenheid voor mij’, zei ze. Net als bij Goebaidoelina en Hildegard van Bingen lijkt Saariaho op zoek naar een klank die – hoewel hij soms bijna stilstaat – onze geest in diepere dan wel hogere sferen brengt.
Hildur Guðnadóttir (1982)
Indringende soundtracks voor een dolende, peinzende of dromende geest. Dat is misschien wel de beste omschrijving voor de muzikale taal van de IJslandse componiste en celliste Hildur Guðnadóttir. Sinds 2011 schrijft ze verschillende scores voor films, tv-series en documentaires. Ze wint prijs na prijs, waaronder een Oscar en een BAFTA voor haar soundtrack bij de kaskraker Joker (2020). Het geheim van Guðnadóttir? Ze pakt de luisteraar bij de strot en laat niet meer los. Een van haar laatste wapenfeiten is de score voor Tár, de Hollywoodfilm rond de fictieve dirigente Lydia Tár (Cate Blanchett) die zich op tirannieke wijze staande houdt in de internationale wereld van de klassieke muziek. Op subliminale wijze onderstreept ze de de spanningen van de hoofdpersoon met zichzelf en met de buitenwereld.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Top 10 Componisten uit de 20e eeuw
Componist Clara Schumann
Top 10 Nederlandse componisten
Top 10 Eeuwelingen
Legende Cecilia Bartoli
Top 10 Psalmen in klassieke muziek