Muziek en Sprookjes
‘Waar woorden tekortschieten, daar spreekt muziek’, zei sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. Deze Deen en de Duitse gebroeders Grimm verzamelden in de negentiende eeuw volksverhalen die een belangrijke inspiratiebron vormden voor componisten, van opera tot Disneyfilm.
Disney op de zwart-witte toetsen
Kinderen van over de hele wereld horen vaak voor het eerst klassieke muziek in de films van Disney. Zo verging het ook pianovirtuoos Lang Lang. Het was door het kijken naar Tom en Jerry’s The Cat Concerto – waarin Liszts Hongaarse Rhapsodie de escapades van het duo begeleidt – dat de pianist zijn kennismaking met klassieke muziek kreeg. De rest is geschiedenis. Nu, tientallen jaren later, neemt hij ons mee naar zijn muzikale versie van die magische wereld van sneeuwkastelen en vliegende tapijten. Zoals de negentiende-eeuwse pianorivalen steeds ingewikkeldere en virtuozere transcripties maakten van opera’s om hun salonpubliek te imponeren, zo liet Lang Lang de iconische filmmelodieën opnieuw vormgeven door ‘s werelds meest toonaangevende arrangeurs. Het resulterende album The Disney Book is een betoverende muzikale reis voor solo piano én piano en orkest, waarbij de sprookjeswereld samensmelt met de klankwerelden van Debussy en Chopin en virtuositeit à la Liszt en Horowitz.
Terug in de tijd: waar het begon
Een van de eerste Grimm-sprookjes op klassieke muziek was een zangspel voor tussen de schuifdeuren: Engelbert Humperdincks opera Hänsel und Gretel. Zijn zus vroeg hem erom. Zij had een aantal liedteksten geschreven over het Grimm-sprookje Hans en Grietje om uit te voeren voor haar kinderen, thuis bij het kerstfeest. Maar haar broer raakte zo geïnspireerd door het verhaal dat deze liederen al snel uitgroeiden tot een complete opera. De dirigenten van de twee eerste uitvoeringen waren niet de minsten: collega-componisten Richard Strauss en Gustav Mahler. Humperdinck werkte in die jaren als assistent van Richard Wagner bij opvoeringen van diens opera Parsifal. ‘In vergelijking met hem ben ik als componist een zuigeling’, bekende hij in een gesprek met de Amerikaanse muziekjournalist Arthur Abell. Maar in korte tijd groeide Hänsel und Gretel uit tot een grotere kaskraker dan welke opera van Wagner dan ook. Dat was, vond Humperdinck, niet zijn verdienste, maar die van ‘het bekoorlijke sprookje’ dat eraan ten grondslag lag. ‘Het is eigenlijk een verhaal voor kinderen’, besloot Humperdinck, ‘maar zijn we in ons hart niet allemaal nog kinderen?’
‘Als je wilt dat kinderen intelligent worden, lees ze dan sprookjes voor’
In de zeventien jaar na de première van Hänsel und Gretel in 1893 ondernam de componist nog een paar pogingen om dat grote succes te herhalen. Hij bewerkte nog twee Grimm-sprookjes tot opera: Doornroosje en De Koningskinderen. Beide werken verdwenen min of meer in de anonimiteit. Maar Hänsel und Gretel bleef onverminderd populair.
Humperdincks grote leermeester Richard Wagner ging voor zijn opera’s ook te rade bij de gebroeders Grimm. In het derde deel van zijn Ring des Nibelungen komt Siegfried voor, een jongen die niet weet wat angst is. Dat karakter baseerde hij deels op het sprookje van iemand die er op uittrok om te leren griezelen. En ook de opera over de minstreel Tannhäuser ontleende Wagner aan een van de Grimms. De componist besefte dat mythen, sagen en sprookjes een tijdloos beeld schetsen van het menselijk karakter. En dat was wat Wagner zocht.
‘Als je wilt dat kinderen intelligent worden, lees ze sprookjes voor’, zei de beroemde natuurkundige Albert Einstein. ‘En wil je dat ze intelligenter worden, lees dan nog meer sprookjes voor.’ De verhalen van de broers Jacob en Wilhelm Grimm blijven in dat opzicht tot de verbeelding spreken. De Duitse taalkundigen legden een verzameling van oude Duitse volksverhalen vast. Sommigen belandden in klassieke meesterwerken. Vooral Assepoester, het meisje dat door stiefouder en twee -zussen als huissloof wordt misbruikt, maar er uiteindelijk met de begeerde prins vandoor gaat. Gioacchino Rossini schreef er zijn opera La Cenerentola over en Jules Massenet Cendrillon. Sergei Prokofjev componeerde er zijn beroemde ballet Cinderella bij. En ook Doornroosje vond haar weg naar het operapodium via Humperdinck en betrad als schone slaapster de balletvloer via de hand van Pjotr Ilitsj Tsjaikovski.
Schumann joeg graag de kinderen van zijn huisbaas angst aan
Ook componist Robert Schumann was een fervent liefhebber van sprookjes. Hij joeg de kinderen van zijn pianoleraar en huisbaas Friedrich Wieck er de stuipen mee op het lijf. Hij componeerde een paar kamermuziekwerken waarvoor hij inspiratie vond in de verhalen van de Grimm-broers. Bijvoorbeeld in zijn klarinettrio Märchenerzählungen, al wordt niet duidelijk welke sprookjes dat zijn. Schumann heeft dat ook nooit willen ophelderen. In de altvioolsonate Märchenbilder zijn de contouren wel helder: de eerste twee delen gaan over Raponsje, het meisje met het lange haar dat opgesloten zit in een toren; in het derde deel is de hoofdrol voor Repelsteeltje, de dwerg die in ruil voor het spinnen van goud uit stro een koningskind opeist en het slotdeel is gewijd aan Doornroosje.
Schumann zette ook een paar gedichten van Hans Christian Andersen op muziek. En niet alleen hij vond muzikale ideeën bij deze Deen: talloze andere componisten zetten verhalen van Anderson op muziek. Igor Stravinsky gebruikte onder meer De Chinese Nachtegaal voor een ballet. En Alexander van Zemlinsky maakte een symfonisch gedicht van De kleine zeemeermin.
Andersen zelf had ook grote belangstelling voor muziek. Hij ontmoette componisten als Wagner, Schumann en Felix Mendelssohn. En hij schreef zo’n zes operalibretto’s. Hij geloofde dat woorden en noten elkaar versterkten en aanvulden. Of zoals hij het zelf formuleerde: ‘Het leven is een prachtige melodie, alleen de woorden staan door elkaar heen.’
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Muziek en Magische wapens
Kinderklassiek Disney Fantasia
Top 10 Muzikale vogels
Kijk De Notenkraker
Kinderklassiek Een midzomernachtdroom
Album van de week Peter en de Wolf in Hollywood
Top 10 Muziek door de maag