Snapshot Klassiek Wembley

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo Huijnen & Hopman, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere twee weken op maandagavond kun je haar nieuwe column beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Wembley

Hij klimt op de bok en begint een speech. Over wat voor een ge-wel-di-ge week we gaan hebben. Met zulke ge-wel-di-ge muziek. En dat het, zoals overal waar hij komt met dit programma, een ge-wel-dig succes zal zijn.

Dan trekt hij zijn broek omhoog, en stroopt de mouwen van zijn poloshirt op. Meteen doet hij ze weer naar beneden, rolt ze toch weer op, en gaat staan alsof hij de 100m gaat sprinten, de ene voet ver voor de andere. Hij schuift zijn bril die al goed staat omhoog, hoest luid, haalt zijn hand door zijn haar, hoest nog een keer, en gaat weer rechtop staan. We laten ons instrument weer zakken.

Opnieuw kondigt hij het deel aan waar we al een paar minuten klaar voor zaten. Het ritueel begint van voren af aan. Broek omhoog, mouwen opstropen, sprintstand, bril op de neus, hand door het haar, hoesten, en weer de hand door het haar. Dat er mooi glimmend uitziet, maar dat kan ook van de pommade komen natuurlijk.

We zijn echt wel wat gewend, iedere dirigent heeft zo zijn eigenaardigheden. Wij zelf ook trouwens, maar dit is extreem. Pakweg de helft van de repetitietijd gaat op aan zenuwtrekjes. We bekijken ze aandachtig. Wat is dit? Ondanks onze verbazing doen we keurig wat we moeten doen.

Na de pauze begint het hele ritueel opnieuw. Het duurt niet lang voordat een paar orkestleden zijn tics overnemen. Achterin zie ik exacte kopieën. De verbazing gaat over in gegiechel.

Bij het concert twee dagen later is er weinig veranderd. Gehijs aan de broek, eindeloos gefrunnik aan de manchetten van zijn smokinghemd, en de benen nog net niet in spagaat. De bril, het haar, en het hoesten. Hij trilt en hij zweet, het gutst van zijn voorhoofd. Hij is nerveus, maar hij geniet ook, mán, wat geniet hij. Dan komt de opmaat, van enorme omvang. Alsof hij in Wembley staat te dirigeren. Hij gaat los. Wij ook.

Bij het applaus buigt hij groots. Hij heft zijn handen naar het publiek als ware hij Christus die het volk zegent. Hij blijft lang, heel lang staan, en gaat tenslotte af. Het orkest vergeet hij te laten opstaan. Verbouwereerd kijken we hem na. Als hij terugkomt voor de tweede applausronde vergeet hij ons weer.

We zijn zelf maar gaan staan.


dirigentengrappenLees en luister ook