Snapshot Klassiek Mierenneuken

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo met Marieke Grotenhuis, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere maandagavond kun je haar column Snapshot Klassiek beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Mierenneuken

Zijn er parallellen tussen schrijven en vioolspelen?

Ik heb het eens op een rijtje gezet. In beide gevallen is het eindeloos mierenneuken op de vierkante centimeter. En het is scheppend, je creëert. Het verschil is wel dat je in de klassieke muziek hérschept. De noten zijn er al, maar ik geef er mijn eigen draai aan. Ik zoek eindeloos naar de beste manier om de noten te spelen zoals ìk ze voel.

Als ik schrijf ben ik – net als bij vioolspelen – bezig met ritme en vloeiende lijnen. Je gebruikt hetzelfde woord niet te vaak achter elkaar, net zoals je probeert om twee noten ook niet precies hetzelfde te spelen. De ene keer klinkt hij anders dan de keer erna. De noot is als een letter, de maat als een woord, en een deel uit een symfonie of een sonate is als een column. En of het nou muziek is of het geschreven woord, de sfeer kan lichtvoetig, satirisch, sentimenteel of uitgelaten zijn.

Het een doe ik al mijn hele leven, het ander is nieuw. Mijn ervaring als musicus helpt me bij mijn nieuwe passie. Ik weet hoe het werkt met studeren, doorzetten als je geen zin hebt en herhalen tot je erbij neervalt. En – het klinkt tuttig –  goed plannen scheelt een hoop stress. Als musicus laat ik het er nu weleens op aankomen, maar als schrijver durf ik dat nog niet. ’s Ochtends aan een column beginnen die ’s middags klaar moet zijn, levert acuut een writersblock op. Meestal staat er wel wat in de grondverf, en peuter ik eraan zodra ik tijd en ruimte in mijn hoofd heb.

Er is nog een verschil. Als musicus kan ik ook zónder een greintje inspiratie hard werken. Want bevlogenheid is er echt niet ieder uur van de dag. Ik studeer gestructureerd, en soms van achter naar voren. Ik begin met het moeilijkste, en weet welke passages vanzelf goedkomen. Met schrijven is dat anders, nu nog althans. Zonder goeie vibe komt er geen letter op papier. En die vibe komt meestal als het niet uitkomt. Een goed onderwerp, de slotzin van een alinea, of een mooie metafoor, de brainwaves komen voorbij tijdens mijn toonladders, als ik aardappels sta te schillen, of als ik mijn zoon zit te overhoren. Dan spurt ik naar mijn laptop. En er slingeren overal notitieblokjes, voor als het echt niet anders kan.

De output, die is ook anders. Ik studeer in mijn eentje, maar ik speel uiteindelijk live voor publiek. Je bent samen met hen in het moment, en je krijgt direct reactie. Een schrijver levert het in, en dan hangt het tot publicatie in het luchtledige. De reacties komen pas als je alweer met een andere column bezig bent. Maar na een tijdje opnieuw reflecteren geeft wel verse inzichten. En die zijn nooit weg.


Lees en luister ook