Snapshot Klassiek Kind

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo met Marieke Grotenhuis, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Discotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere maandagavond kun je haar column Snapshot Klassiek beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Kind

Na uren van mijn ene zij op de andere draaien val ik eindelijk in slaap. Dan pas begint het echte gelazer. Ik droom dat ik repeteer met mijn duopartner Marieke Grotenhuis. Maar we krijgen geen noot voor elkaar want de kam van mijn viool, waar de snaren overheen lopen, klapt steeds om. Het lukt me niet om hem rechtop te zetten, iedere keer knalt hij omver. Ik haast me naar Andreas, de vioolbouwer. Hij stelt me gerust: ‘De kam is krom, ik maak wel een nieuwe. Morgen is het klaar.’
Een dag later sta ik aan zijn toonbank en staar naar mijn viool. Het achterblad en de krul zijn hetzelfde, maar de hals, de zijkanten en het bovenblad zijn nieuw. Ik zie een dik stuk ongelakt geel eikenhout, slordig op het originele achterblad gelijmd, vol houtgutsgeulen. Mijn viool is zeker drie centimeter dikker, en ik krijg mijn linkerhand nauwelijks om de hals. Andreas glimlacht: ‘Ik vond dit mooier. Ik werk ‘m van de week nog wel even bij en dan doe ik er ook een lakje op.’
De wekker verlost me uit totale verbijstering.

Mijn instrument is mijn kind. Het is een lichaamsdeel, ik ben ermee vergroeid. Iedere millimeter ken ik en voel ik, van ieder krasje ken ik de geschiedenis. Ik ben er emotioneel mee verbonden, en de trillingen en klank zijn als mijn eigen ademhaling. Het is iets chemisch, zoals met je grote liefde. Daaraan verander je ook niet dat ene dingetje dat je wat minder leuk vindt, en je ruilt hem ook niet even in. Stel je voor: je pakt een van Gogh, saust een zonnebloem wit, en schildert er een klaproos overheen omdat je dat mooier vindt. Of de chirurg, die een ander been aan de geamputeerde stomp zet. Gaat ‘m niet worden.

Ik weet nog dat ik op zoek was naar een viool. Dé viool. Jarenlang probeerde ik van alles, om de haverklap had ik een andere in bruikleen. ‘Kwestie van tijd geven en wennen’, zei iedereen. Maar niets vond ik mooi, niets voelde goed, en geen enkel instrument klonk zoals ik het in mijn hoofd had. Moedeloos werd ik ervan. Tot Andreas belde. ‘Ik heb iets voor je.’ In de supermarkt kan ik eindeloos twijfelen over welke pot pindakaas er in de kar gaat, maar nu koos ik binnen een minuut voor de rest van mijn leven. Liefde op het eerste gezicht, of beter: op het eerste oor. Eén toonladder was genoeg. En ook al vind ik soms dat de klank nóg beter kan, en probeer ik een nieuw merk snaren uit of verander ik de afstelling, het ís en blíjft mijn viool. Hij hoort bij mij. Zoals een kind bij zijn moeder.



Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook