Snapshot klassiek Corona break

© iStock

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo Huijnen & Hopman, is concertmeester van het Gelders Orkest, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere twee weken op vrijdagavond kun je haar nieuwe column beluisteren op Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Corona break

Niet dus.

Want ik studeer en ik probeer gecancelde recitals te verplaatsen. Ik bestel bladmuziek omdat ik aan iets nieuws wil beginnen. Ik schrijf, vergader digitaal, geef les via Skype, en ik heb me aangemeld bij de actie Thuisschoolmaatje.

Daarbij kreeg ik eindelijk een klus-aanval. Want door corona ben ik nu wel uitgesmoest. Ik hang schilderijen op die al tijden onder mijn bed liggen. De printer staat minutieus ingebouwd in een kast. Mijn toiletvloeren hebben weer kraakheldere voegen. Urenlang schuur ik op handen en knieën de marmeren gangvloer. Die niet donkergrijs maar wit blijkt te zijn. Het salontafeltje krijgt een makeover. Jammer alleen dat de lakspray de verkeerde kant opspuit. In mijn gezicht. En dat de muur ook zwarte lakstrepen heeft. Dus nog maar een keer naar de doe-het-zelf, nu voor een middeltje om de zooi schoon te krijgen. De man van de Hubo grijnst als ik de drempel over stap.

Ik kook me een gezonde breuk, pers kilo’s fruit voor liters smoothie en gooi er nog wat vitaminepillen achteraan. In gezelschap van een smakelijke YouTube-hunk doe ik een workout in de huiskamer, terwijl de kat met een hartverzakking onder de bank zit.

‘s Avonds doe ik een rondje journaal en actualiteiten. Ik ben nog nooit zo up-to-date geweest. Voor de afwisseling smul ik op zondagavond niets-aan-de-hand van Boer Zoekt Vrouw, ondertussen whatsappend met vriendinnen. Want de boeren en hun dames dienen per direct te worden geëvalueerd.

Tussen het appen door lig ik te stretchen omdat mijn rug het verdomt sinds het schuuravontuur in de gang. En de fysio masseert niet tot 1 juni dus ik moet ook iedere dag in een warm bad. Met wijn erbij. En een film.

Over wijn gesproken. Met collega’s uit het orkest hebben we een borrelclub opgericht. Met een vrouw of twaalf kletsen we op Skype over de worsteling met thuisonderwijs, en hoe we nuttig bezig blijven zonder slaande ruzie te krijgen met huisgenoten.

En natuurlijk amuseer ik me op de socials. De zelfbevlekkende Hé-kijk-mij-nou-soloconcerten verliezen het snel van alle geestige initiatieven. De geknutselde slagwerkkaboutertjes die in het ijzeren orkestrepertoire losgaan met luciferstokjes op espresso cups. Zelden zoiets briljants gezien. De Zwaan van Saint-Saëns, door een cellist gespeeld met een wc-rol. Jules van Hessen die, midden in zijn eigen coronastrijd, zonder geluid maar met fenomenale gezichtsexpressie, fragmenten voor zijn dierbaren dirigeert. Zelfrelativering en grappen, goed en slecht, bot en genuanceerd, zijn toch wel de beste overlevingsstrategie in crisistijd.

We zijn vijf weken in quarantaine en ik heb veel geleerd.
Ik ben van digibeet naar niveau nerd gegaan. Ik heb geleerd dat je in april prima oliebollen kan bakken. Ik weet nu van alles over de Chinese post-pandemische mondkapjes-diplomatie. Ik heb ook ontdekt dat sommige dingen níet werken. Tegelijk koekjes bakken en telefonisch een hypotheek omzetten. Conditietraining op sokken op de houten vloer. Niet doen.

Intussen blijven mijn handen jeuken. Net als de handen van collega’s, overal ter wereld. Bach zei het al in zijn Mattheus: ‘Geduld, Geduld.’


Lees en luister ook