Muziek en Poëzie
Dat muziek en poëzie elkaar versterken, verwoordde wellicht niemand mooier dan componist Robert Schumann. ‘Als ik mijn talent voor poëzie en muziek zou kunnen combineren, zou ik ver kunnen komen.’
Meer dan tekst
Muziek en poëzie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al in het oude Griekenland, waar gedichten vrijwel altijd werden gezongen, vormden de twee een duo. Ook later bleven zang en poëzie onafscheidelijk. In liederen is de verbinding tussen de beide kunstvormen vanzelfsprekend het meest in het oog springend en het nauwst, met als grote voorbeeld in de klassieke muziek de prachtige liederen van Franz Schubert. Hij liet zich inspireren door het werk van onder meer Johann Wolfgang von Goethe. Of neem Richard Strauss, die in zijn Vier Letzte Lieder gedichten van Hermann Hesse op toon zette.
Deze manier van uitbeelden van tekst vindt zijn oorsprong in de tijd dat Claudio Monteverdi zijn eerste madrigalen schreef en voor het eerst noten gebruikte om tekst te illustreren.
Maar minder direct zijn er ook genoeg verbindingen tussen poëzie en muziek te vinden, vaak zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Een voorbeeld hiervan is de beroemde Vier Jaargetijden van Antonio Vivaldi. Bij de partituur kreeg men destijds vier gedichten die ieder een eigen seizoen als onderwerp hadden. De beelden uit de gedichten zijn in de noten terug te vinden – je hoort vogels, blaffende honden, het knappende haardvuur en mensen die uitglijden over het gladde ijs.
Door de muziekgeschiedenis heen zijn er onder meer opera’s, symfonische gedichten, strijkkwartetten en andere werken geïnspireerd op de dichtkunst. De verbondenheid tussen beide kunstvormen was ook de inspiratie voor de Aangenaam Klassiek-cd van dit jaar. Celliste Harriet Krijgh maakte een selectie van haar mooiste opnamen en koppelde deze aan bijpassende gedichten. Krijgh laat de muziek en de gedichten elkaar verrijken. In dit geval geeft het gedicht Voor de Wind van Eric van Loo een extra laag aan de muziek van Haydns Celloconcert in C, gespeeld door Harriet.
Fantastische poëzie
Sprookjesachtige gedichten vormen de uitgelezen kans om nieuwe, onbekende muzikale technieken te introduceren. Hoe anders het onbegrijpelijke verwoorden dan met onverklaarbare klanken? Mikhail Glinka, de eerste Russische componist die zowel in binnen- als in buitenland bekendheid genoot, maakte goed gebruik van de vrijheid die de mythische poëzie hem bood. Zijn tweede opera Ruslan en Ludmila is een fantastisch sprookje met monsters, tovenaars en magische ringen. De componist baseerde het verhaal op het gelijknamige gedicht van Aleksandr Poesjkin, de grote Russische dichter. Met nieuwe klanken en technieken die tegen alle regels ingingen schiep Glinka de wonderlijke wereld uit Poesjkins gedicht. Ook Claude Debussy vertaalde fantastische wezens uit de poëzie met nieuwe muziek. Zijn L’après-midi d’un Faune brak met alle conventies en opende een toen onbekende klankwereld. Weg met alle regels, de muziek staat voorop – ‘Er is geen theorie,’ dicteerde Debussy, ‘Genot is de wet.’ L’après-midi d’un Faune was dan ook niets minder dan een schok voor velen. ‘Je kunt zeggen dat de moderne muziek is begonnen met dit stuk,’ stelde dirigent en componist Pierre Boulez zelfs. Met zijn onbegrijpelijke klanken volgt Debussy goed de mysterieuze aard van Stéphane Mallarmés gelijknamige gedicht. De sluimerende muziek brengt ons naar een wereld vol mythische wezens waarin de faun – half mens, half bok – droomt van prachtige nimfen.
Poëtische personages
Soms gaat het in de poëtische muziek niet zozeer om een mystieke sfeer, maar om een specifiek karakter. Berlioz’ hybride compositie Harold en Italie – zowel altvioolconcert als symfonie – haalt zijn inspiratie uit het personage van Lord Byron’s Childe Harold’s Pilgrimage. Net als in het gedicht gaat de jonge Harold op reis door een ver land. Maar daar houdt de vergelijking eigenlijk op. De held uit Lord Byrons gedicht reist door Portugal, Spanje en Griekenland, maar komt nooit in Italië. Berlioz’ muzikale scenes lijken voornamelijk uit zijn eigen herinnering te komen, uit de tijd toen hij als jonge man door Italië trok. De overeenkomst met het gedicht zit hem dan ook vooral in het karakter. Zowel Lord Byrons als Berlioz’ Harold is een geïsoleerd figuur die hangt in melancholiek. Een ander poëtisch personage dat haar eigen compositie kreeg, was Francesca da Rimini uit Dante Alighieri’s De Goddelijke Komedie. In het gedicht reist de dichter door hel en hemel, en ontmoet daar figuren uit het veertiende-eeuwse Italië. Een daarvan is Francesca da Rimini. De zondares pleegde overspel met de broer van haar echtgenoot, waardoor de twee eeuwig in een storm door de tweede hellecirkel worden gesleurd. Tsjaikovski beeldt in het symfonische Franscesa da Rimini hun tragische situatie uit – de storm raast door het orkest en we horen de twee geliefden klagen om hun tragische lot.
Een nieuwe betekenis
Componist Arnold Schönberg liet zich voor zijn strijksextet Verklärte Nacht inspireren door een gedicht van de Duitser Richard Dehmel over een nachtelijke ontmoeting tussen twee geliefden, van wie de vrouw de man bekent dat ze in verwachting is van een ander. Hij reageert uiteindelijk vol begrip. De bundel Weib und Welt van Richard Dehmel, waarin dit gedicht stond, moest na een proces wegens obsceniteit en blasfemie op last van een Duitse rechter worden verbrand. In de muziekgeschiedenis staat Schonberg ook bekend als een van de eersten die de overstap van tonale naar atonale muziek maakte. Die wisseling ging niet plots, al heel lang bevond Schönberg zich met zijn muziek in grijs gebied. Denk aan zijn Tweede Strijkkwartet, het stuk waarin de componist heel langzaam naar de atonaliteit beweegt. Het derde en vierde deel uit dit werk zijn echter nog op een andere wijze bijzonder. De vier strijkinstrumenten worden, compleet tegen de conventionele bezetting in, bijgestaan door een sopraan die gedichten van Stefan George zingt. Veelzeggend is het vierde deel. ‘Ik voel de lucht van andere planeten,’ citeert het stuk uit Georges Entrückung. Voor George beschreef het gedicht de esoterische ervaring van eenwording met de ‘Almachtige Geest,’ voor Schönberg is het echter een verwijzingen naar zijn nieuwe reis door de atonaliteit. Poëzie een nieuwe betekenis geven, het komt vaker voor. Zo ook bij Boulez, die drie gedichten in zijn Le Marteau sans Maitre gebruikte. De componist zette de surrealistische poëzie van René Char op muziek en deed dat met de toen meest hedendaagse technieken. Het stuk is ‘serieel,’ wat inhoud dat de muziek op een wiskundige reeks is gebouwd. Klanken, dynamiek, ritme – alles is onderhevig aan een strenge orde. Tot op zekere hoogte dan. Boulez wijkt soms van zijn systeem af. Dat is merkwaardig, maar de zetting van Chars gedichten is misschien nog wel opvallender. Het is namelijk niet de bedoeling dat we de gedichten waarderen om hun betekenis. Nee, Boulez koos deze woorden puur vanwege hun klanken. De woorden hebben geen betekenis. Poëzie kan naast inspiratie dus ook als geluid dienen. Het toont maar weer eens aan hoe divers het gebruik van poëzie in muziek is.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Muziek en Opera: Literatuur en kunst
Het meesterwerk Vier Jaargetijden
Top 10 Shakespeare
Muziek en Virginia Woolf
De vergelijking Schuberts Erlkönig
Het meesterwerk Prélude à l’après-midi d’un faune