Legende Gidon Kremer

Gidon Kremer

“In jaren heb ik niet zó een fascinerende persoonlijkheid leren kennen,” schreef een Amsterdamse muziekrecensent in 1977. Dat ging over het Concertgebouwdebuut van de toen dertigjarige Gidon Kremer. De Letse violist kreeg in de Kleine Zaal het publiek en de pers op het puntje van hun stoel met zijn eigenzinnige spel, dat 45 jaar later – deze maand werd hij 75 – nog altijd onmiskenbaar is: fel, intens, onorthodox.

Gidon Kremer in het kort

Geboren: 27 februari 1947, Riga
Bekend om: zijn inzet voor 20e- en 21e-eeuwse componisten en zijn eigenzinnige uitvoeringen
Citaat: “Je moet de persoonlijke stem van de artiest horen. Alleen dan is het geloofwaardig.”
Luistertips: Sonates en partita’s voor solo viool van Bach (1981, Philips & 2005, ECM), Sonates voor solo viool van Weinberg (2022, ECM), Rachmaninov Pianotrio’s (Deutsche Grammophon, 2017), Spotifyplaylist ‘This is Gidon Kremer’

“Fabelachtige en bedwelmende violistiek”

Of het nu gaat om vioolklassiekers als de Partita’s van Bach of hedendaagse werken van Goeibaidoelina en Glass, Gidon Kremers uitvoeringen leveren keer op keer een buitengewoon spannende luisterervaring op. Dat is al zo sinds hij zijn eerste schreden op het podium zette. Als begin twintiger pakte hij de winst bij de belangrijke internationale vioolconcoursen. Hij deed een frisse wind waaien in een periode waarin de voormalige Sovjet-Unie de ene na de andere virtuoos afleverde. Bij Kremer geen traditioneel vioolvuurwerk om applaus te ontlokken, maar doordringende uitvoeringen op het scherpst van de snede. Een nieuw geluid.

Zo ook voor de muziekrecensenten die er in 1977 bij waren in het Concertgebouw. Allen waren onder de indruk van de uitstraling van deze jonge sterviolist die in niets leek op de podiumvirtuozen die men gewend was. “Fabelachtige en bedwelmende violistiek,” schreef Het Parool. Zowaar bracht hij ook nog onalledaags repertoire met zich mee dat destijds in onze contreien – laat staan in de Sovjet-Unie – nauwelijks te horen was: Charles Ives en Alfred Schnittke. Dat is zo gebleven. Kremer speelt sinds jaar en dag een voortrekkersrol in het presenteren van nieuwe muziek, zoals die van Peteris Vasks, Giya Kancheli, Arvo Pärt, Astor Piazzolla, en vele componisten uit het Oostblok die een klinkende versie van hun composities zelden konden meemaken als gevolg van de politieke hordes van die tijd.

Lof van een beroemde fan

Een paar maanden voor zijn Amsterdamse optreden had Gidon Kremer al het stempel van goedkeuring ontvangen van Herbert von Karajan. De dirigent van de Berliner Philharmoniker was speciaal naar Londen gevlogen om de jongeling waar hij over had gehoord het vioolconcert van Brahms te horen uitvoeren met het London Symphony Orchestra. Pardoes nodigde hij Kremer uit voor een plaatopname van het stuk met zijn Berlijnse orkest. Op de hoes schitterden uiteindelijk Karajans woorden: “…naar mijn mening de grootste violist ter wereld…”

> Lees meer over Herbert von Karajan

Voorbestemd voor perfectie?

Aan de bron van Gidon Kremers succesvolle opkomst lag een grondige muzikale opvoeding. Geboren in Riga, kreeg hij op zijn vierde de eerste vioollessen van zijn vader en grootvader, beiden professioneel violist. Drie jaar later ging hij naar de vooraanstaande Riga Music School. Op zijn achttiende volgden acht jaar aan het Conservatorium van Moskou als leerling van de legendarische violist David Oistrakh, die zijn veelbelovende leerling prees om zijn expressiviteit en veelkleurige spel.

Kremers jeugd stond in het teken van het streven naar muzikale perfectie, iets dat later naar eigen zeggen zijn vijand zou worden. Een perfecte uitvoering bestaat immers niet, en perfectionisme is niet wat een luisteraar aangrijpt, volgens Kremer. “Fantasie en de menselijke geest zijn veel interessanter.”

> Lees meer over David Oistrakh

Gidon Kremer wordt persona non grata

Von Karajan en Oistrakh hadden het bij het rechte eind. Kremers talent deed zijn ster in de jaren ’70 razendsnel rijzen. Te snel, als het aan de toenmalige Sovjetautoriteiten lag. Wenen, Berlijn, Salzburg, Londen, Amsterdam, New York, Japan… het vele optreden in het Westen had consequenties. Hoewel hij toestemming had om beperkt concerten te geven in het buitenland, streek hij met de werkelijke aantallen in tegen de haren van de staat. Daardoor verloor Kremer zijn paspoort en werd hij niet langer beschouwd als een artiest die de Sovjet-Unie representeerde. Spijt had hij niet wat dat laatste betreft.

Bach, Weinberg, en een viool alleen

Na zijn emigratie naar Duitsland bouwde Kremer aan een uitzonderlijk grote discografie, waarvan de teller intussen op meer dan 120 opnames staat. Zijn repertoire spant van de standaardwerken van de klassieke en romantische componisten tot componisten uit de 20e- en 21e-eeuw. Het is haast ondoenlijk om van die lijst opnames uit vijf decennia slechts enkele uit te lichten. Ik doe het toch, en ik laat me daarbij leiden door Kremer zelf. Zijn dit jaar verschenen album – met drie sonates voor viool solo van de Poolse componist Mieczysław Weinberg (1919-1996) – wijst terug naar een van zijn eerste: een plaat uit 1981 met de zes Sonates en partita’s voor solo viool van Bach, waaronder ook de beroemde Chaconne. Het was Bach als een bezetene, een opname waar de grenzen altijd in zicht zijn. Het werd een cultplaat. 

Componisten als Max Reger, Eugène Ysaÿe, Arnold Schönberg en Béla Bártok volgden in Bachs voetsporen met hun eigen composities in dit sologenre, zich altijd bewust van die ene ‘gouden standaard’ die zich aan de bron van deze traditie bevond. Ook Weinberg drukte zijn eigen stempel op het genre. Op een fundering van kunstig contrapunt bouwde hij drie sonates vol grillige en contrastrijke expressiviteit, die in Kremer een musicus vonden die deze muzikale taal vloeiend spreekt. Hiermee voegt Gidon Kremer weer een nieuw element toe aan zijn missie als pleitbezorger van Weinbergs oeuvre. Recentelijk vond hij daarin een medestander in de jonge Litouwse dirigent Mirga Gražinytė-Tyla.

> Lees meer over Mieczysław Weinberg

Van Bachs Partita’s bracht Kremer overigens in 2005 een tweede opname uit, nadat hij ze twintig jaar lang niet meer publiekelijk op de lessenaar had gezet. “Er zijn belangrijke werken waarnaar een mens altijd terugkeert. En ik voelde een steeds groter wordend verlangen om terug te keren naar Bach,” liet hij weten in de documentaire Back to Bach (gratis te bekijken op YouTube), die de opname volgde en met de violist terugblikt op de beelden van twintig jaar eerder.

Jong talent rond Gidon Kremer

Het is niet alleen nieuwe muziek die Kremer een warm hart toedraagt. Ook nieuw talent kan op hem rekenen. Loyaal aan zijn verleden richtte hij in 1997 het kamerorkest Kremerata Baltica op, waarmee hij jonge musici uit de drie Baltische staten in hun carrière ondersteunt. Eerder deed hij dat al met zijn in 1981 gestichte kamermuziekfestival in het Oostenrijkse Lockenhaus, waarvoor hij vele veelbelovende musici uitnodigde, waaronder ‘onze’ Isabelle van Keulen.

Wat Kremer jonge talenten wil meegeven? Dat je als artiest de muziek moet dienen en je niet overgeeft aan het uiterlijke vertoon waar de markt graag op inspeelt. “Je moet de persoonlijke stem van de artiest horen. Alleen dan is het geloofwaardig.”


Lees en luister ook