Album van de week Joyce & Tony

Joyce DiDonato
Joyce DiDonato © Simon Pauly

Zet twee gedreven rasartiesten in een vol Wigmore Hall, met een paar microfoons, en de uitkomst is zoveel levender en spettender dan een volmaakte studio-opname. Muziek zoals muziek hoort te klinken. Pappano en DiDonato zorgen ervoor.

Wigmore Hall torent mijlenver uit boven andere zalen in Londen

wigmoreWie de Londense Wigmore Hall bezoekt, kan zich op sommige plekken ervan in de renaissance wanen, met al zijn marmer en terracotta-kleuren en hier en daar een fresco. Architect Thomas Collcut liet zich graag inspireren door de tijd waarin het klassieke ideaal terugkeerde. Deze stijl verjoeg in de zestiende eeuw definitief de duisterheid van de middeleeuwen en de 19de-eeuwse bouwmeester greep in zijn ontwerpen graag terug op de rijke versieringen die zo kenmerkend waren voor de renaissance, misschien omdat hij zich wilde bevrijden uit de ketens van de Victoriaanse eeuw, die de Britten weliswaar voorspoed bracht, maar ook conservatisme en preutsheid. De vorstin naar wie deze periode genoemd werd, stierf in het jaar dat Collcut voor de Duitse pianofabrikant Bechstein een concertzaal en showroom bouwde in het Londense Wigmore Street. De Eerste Wereldoorlog verdreef de Duitse bedrijven uit Engeland. Bechsteins bezittingen werden geveild. En dus werd in 1917 de Bechstein Hall herdoopt in Wigmore Hall. Het is een groots, maar intiem gebouw, waar de klassieke elite graag komt. Dat begon in 1901 met optredens van de Italiaanse pianist Ferruccio Busoni en de Belgische violist Eugene Ysaÿe. Vandaag de dag torent de Wigmore Hall, zowel akoestisch als architectonisch, ver uit boven welke concertzaal in Londen dan ook, met elk seizoen een bijzonder openingsconcert, zoals het recital van mezzosopraan Joyce DiDonato en pianist en dirigent Antonio Pappano vorig jaar.

Voor de pauze heersen de Italiaanse lach en traan

DiDonato trad met haar recital in beroemde voetsporen, bijvoorbeeld die van de Australische diva Nellie Melba, voor wie de chefkok van het Savoy Hotel – ook ontworpen door Collcut – als toetje de Peche Melba bedacht, toen de zangeres hem gratis kaarten voor een van haar concerten gaf.

Het werd een gedenkwaardige avond met Pappano, die werd vastgelegd op een album, dat bruist van muzikaliteit en energie. Voor de pauze voeren beide musici de luisteraar mee door het intense verdriet van de verlaten Ariadne. Zij verbrandt alle schepen achter zich en verraadt haar vader uit liefde voor de Griekse held Theseus. Zij redt hem het leven, maar hij laat haar achter op het eiland Naxos. Vele componisten trokken zich haar lot aan en schreven een klaagzang, van Monteverdi tot Richard Strauss. Minder bekend, maar niet minder mooi, is een bijna twintig minuten durende aria van Joseph Haydn over Ariadne, waar werkelijk alle gemoedstoestanden passeren. De uitbeelding ervan kun je gerust overlaten aan het theatrale talent van DiDonato. Vervolgens reizen de mezzo en Pappano verder door het Italiaanse repertoire met liedjes van Rossini en de Napolitanen De Curtis en Santoliquido. Het repertoire en de sfeer is Italiaans: ergens tussen lach en traan, slepend of dansend.

Puurheid blijft het mooie van live-opnamen

Na de pauze steken Pappano en DiDonato de Atlantische Oceaan over, onder meer naar het New Yorkse Broadway, met songs van Jerome Kern, Richard Rogers en Harold Arlen. Het spelplezier spat ervan af. De tekst van Irving Berlins I love the piano wordt moeiteloos aangevuld met de zinsnede:
‘And with the pedal I love to meddle, when maestro Tony comes to play,
I’m so delighted, that he’s decided to throw that old baton away.’
En met klassieke improvisaties van Pappano. De puurheid blijft toch het mooie van live-opnamen. Geen talloze knippen die het geheel vervolmaken, maar onversneden muziek maken en pieken op het juiste moment. En dat doen DiDonato en Pappano als musici in hart en nieren. Als je het hoort op cd zou je erbij geweest willen zijn.


florenceLees en luister ook