Jazz-artiesten zijn de carnivoren van de muziek. Bevraag saxofonisten als Yuri Honing en Ties Mellema en ze weten evenveel over Beethoven en Bach als over Duke Ellington. Ook voor de Amerikaanse jazz-zanger José James is klassiek een eerste levensbehoefte. Hij kiest zijn vijf favorieten.
Jazz en hiphop zijn de genres waarin de 37-jarige José James zijn sporen heeft verdiend. Zijn eerste muzikale herinnering is aan Billie Holiday. ‘Als vierjarige trok ik LP’s uit mijn moeders platenkast’, schrijft James in het voorwoord van zijn album Yesterday I Had The Blues. ‘En één albumcover fascineerde me. Erop stond een beeldschone vrouw die uit de duisternis opdook, een bloem in het haar, een gezicht vol wijsheid en vriendelijkheid. Mijn moeder zette de naald op de plaat. Billie’s stem zweefde door het huis – groots, warm, intiem en uniek. Ik weet nog dat God Bless The Child mijn favoriet was, omdat ik dacht dat ze over mij zong. Haar werk was meesterlijk, zoals zij zong over pijn, trauma of het geloof in muziek en de kracht van verandering. Door Holiday wilde ik jazz-zanger worden. Zij zette me op de weg, die ik vandaag bewandel.’
‘De Nocturnes van Chopin zijn mijn vaste reisgezel’
James zingt de Billie Holiday songs met de warme gloed van de ondergaande zon. Zijn stem doet qua sfeer denken aan de klassieke muziek waarnaar hij bijna dagelijks luistert: de Nocturnes van Frédéric Chopin. ‘Vooral in de uitvoering van de Portugese pianiste Maria João Pires’, zegt hij. ‘Ik zou haar graag eens in het echt willen horen en ontmoeten, maar haar concerten zijn meestal aan de andere kant van de wereld. Onlangs viel mijn oog op een optreden in Japan. Ik heb met het idee gespeeld om erheen te vliegen. Bij mijn twee concerten in het Amsterdamse Concertgebouw kon ik me niet losmaken van de gedachte dat ook Pires in de solistenkamer was geweest. Achter dezelfde piano daar gezeten had als ik. Haar versie van Chopins Nocturnes verveelt nooit. Niets ontspant meer of brengt me meer in de volmaakte stemming om zelf te schrijven dan die muziek. Pires maakt de ideeën en poëzie van Chopin zo helder hoorbaar. Vroeger liet ik de adrenaline van een concert wegvloeien door de hele nacht feest te vieren, maar tegenwoordig unwind ik door Chopin te luisteren. In de eenvoud van zijn stukken meen ik zelfs af en toe flarden van beroemde songs te herkennen. Ik bewonder de puurheid van de melodie. Een vriend van mij – met een grote klassieke platenverzameling – liet me met Chopin kennismaken. En sindsdien reist zijn muziek overal mee naartoe.’
‘Hancock geeft een eigen kleur aan het Pianoconcert van Ravel’
Sommige van zijn vakgenoten in de jazz onderscheiden zich ook in de klassieke muziek. Pianist Keith Jarrett speelt ook Bach – zelfs op klavecimbel – en Mozart en trompettist Wynton Marsalis verwierf ook roem met het Trompetconcert van Haydn. ‘Maar het mooiste is het langzame deel uit het Pianoconcert van Maurice Ravel door Herbie Hancock’, vindt James. ‘Ravel zelf hield van de jazz, die in de jaren twintig in het spoor van Josephine Baker naar Parijs kwam. Hij leerde de muziek ook kennen op een tournee door de Verenigde Staten. Het is een werk dat verschillende keren het kruispunt tussen de klassieke muziek en de jazz oversteekt. Hancock geeft zijn volstrekt eigen kleur aan de muziek. Je voelt dat hij vrij is in zijn spel, zonder het spoor te verlaten dat Ravel uitstippelde. Er zit een sterke eigen dynamiek in Hancocks aanpak. Hij leidt ons naar plekken in de partituur die we nog niet kenden. Ik heb de indruk dat ik hierin zijn gedachten stap voor stap kan volgen, alsof – in de beste jazztradities – het componeren ter plekke gebeurt.’
‘Bachs noten lijken altijd van een heilige plek te komen’
‘Niets vind ik vreugdevoller’, zegt James, ‘dan luisteren naar de Eerste Cellosuite van Bach door Yo-Yo Ma. Het is fascinerend om hem te horen in dat prachtige mengsel van technisch meesterschap en het plezier van musiceren. Als musicus is het moeilijk om bij het luisteren alle gedachten aan de techniek te laten varen, je te laten meeslepen. De schoonheid van Yo-Yo Ma bestaat eruit dat hij mij alles laat vergeten. De stralen van de zon stromen een kamer binnen, als hij zijn strijkstok op de snaren zet. Ik voel de emoties en hartstocht uit de houten borst van de cello komen als een gezang. Bij hem kan ik mezelf in de muziek verliezen. Ik hou in de klassieke muziek vooral van de solo-stukken, want daarin begrijp ik de componisten beter. Bachs noten lijken op een of andere manier altijd van een heilige plek te komen, ze zijn ontdaan van opsmuk, en vol van betekenis. Zijn muziek kan een mens nooit onberoerd laten. Althans mij niet.’
‘Wanneer ik Callas hoor, she kills me’
‘Ik ben geen operafan, maar om Maria Callas kan ik niet heen. Na twintig jaar nam ik opnieuw zanglessen, omdat ik niet wilde klinken zoals anderen. Tegelijkertijd begon ik met luisteren naar Frank Sinatra en Maria Callas, niet omdat ze technisch zo goed zongen, maar omdat ik in hun stem zo’n diepe menselijkheid herkende. Wanneer ik Callas hoor, she kills me. De kleur van haar geluid vind ik zo wonderbaarlijk. Het doet me denken aan een droom die ik wel eens heb. Midden in de nacht zie ik in de etalage van een gesloten winkel een prachtig stuk kleding. Ik wil het hebben, maar dat kan niet, want de zaak is dicht. En mijn verlangen is zo groot dat ik bereid ben om het glas in te gooien. De stem van Callas is zoiets als die kleding: begeerlijk maar onbereikbaar. Billie Holiday en Ella Fitzgerald hadden die magie ook: mooie en goede stemmen, waarin pijn en scherpe randen zaten. Prachtige vrouwen, die kunnen ontroeren, maar met wie je geen ruzie moest krijgen.’
‘Bill Evans schreef poëzie op de piano’
‘Als het gaat over mijn favoriete klassieke muziek, dan kan ik niet anders dan ook nog even een blik werpen naar een belangrijke invloed op mijn leven: de pianist Bill Evans. Vooral het nummer Blue in Green van Miles Davis. Evans hield van klassieke muziek en dat proef je aan zijn spel, aan de manier waarop hij ruimte schept en kleuren maakt. De zachte klank waarmee hij schildert, doet me altijd denken aan de Franse impressionistische muziek, aan Debussy in de eerste plaats, maar ook aan Ravel. Het is alsof Evans een raam openzet en ons een blik gunt in zijn hart. Hij schreef poëzie op de piano.’