Het meesterwerk War Requiem
Meer nog dan een treurmis voor de slachtoffers, is zijn War Requiem een stuk waarmee Britten hoopte de oorlog zelf ten grave te dragen. De muziek was een waagstuk waarin hij ook de kerk niet spaarde.
Een pacifist schrijft een oorlogsrequiem
‘Mijn onderwerp is oorlog en het jammerlijke van oorlog.’ Op het titelblad van Brittens War Requiem staat deze uitspraak van de Engelse dichter Wilfred Owen, die een week voor het einde van de Eerste Wereldoorlog sneuvelde in de Franse loopgraven. Benjamin Britten laat in zijn War Requiem de poëzie van Owen de dialoog aangaan met de oorspronkelijke teksten uit de Latijnse dodenmis. Hoewel de dichter schreef dat oorlog ‘meer glans in de ogen van soldaten bracht, dan hun bloed’, was hij voor de pacifist Britten spreekbuis van de verschrikkingen van de strijd. Nergens hemelde Owen het gevecht of het eigen land op.
‘Het leek alsof ik ontsnapte aan de strijd’, zegt een soldaat aan het slot van het War Requiem in het gedicht ‘Strange meeting’. Hij bevindt zich in een donkere en merkwaardig stille tunnel. De
soldaat blijkt gesneuveld, maar weet dat zelf nog niet. Vanuit de ‘slapende’ menigte springt een Duitse jongen op en komt hem tegemoet. Hij ‘staarde met droevige herkenning in zijn ogen en hief zijn handen op als voor een zegen.’ De soldaat kijkt hem meewarig aan. ‘Vriend’, zegt hij, ‘het rouwen helpt hier niet.’ De Duitser beaamt dat. ‘Ik ben de vijand die jij doodde’, mijn vriend’, antwoordt hij. ‘Ik herkende je in dit donker, want met dezelfde nietsziende frons doorstak je me gisteren. Ik weerde af, maar mijn handen waren onwillig en koud. Laten we gaan slapen.’
‘Hij reet vaneen zijn zoon en half Europa’
Britten schreef zijn War Requiem voor de inwijding van de Coventry Cathedral, de middeleeuwse kerk was in de Tweede Wereldoorlog verwoest door Duitse bombardementen. Na de oorlog werd besloten de ruïnes ‘intact’ te laten als oorlogsmonument en daarnaast een moderne kathedraal te bouwen. De keuze voor Britten mocht gewaagd heten. Hij was weliswaar met afstand Engelands beste componist, maar ook een overtuigd atheïst en pacifist. Hij liet dan ook niet na in zijn War Requiem de hypocrisie van de kerk aan de orde te stellen. Godsdienst en oorlog, die worsteling zat ook in de gedichten van Owen, die enkele jaren doorbracht op een priesteropleiding. Zijn tweeslachtige gevoelens komen onder meer naar boven The Parable of the Old Man and the Young. Het gaat over het bijbelverhaal waarin Abraham van God de opdracht krijgt om zijn enige zoon te offeren, het kind op wie hij zo lang heeft moeten wachten. In het oorspronkelijke verhaal grijpt een engel op het laatste moment in. God wil het offer niet, en schenkt Abraham een ram die de plek van Isaac kan innemen. Veertien regels lang volgt Owen getrouw het bijbelverhaal. En dan slaat de waanzin toe. God vraagt hem het kind te sparen. ‘Maar de oude man deed anders, reet vaneen zijn zoon, – en half Europa, één voor één.’
Britten bedacht een geniale structuur voor zijn War Requiem, die ook symbool werd voor de verscheurdheid van de oorlog. Hij vermengde drie stukken. Aan de ene kant is er de Latijnse dodenmis voor een symfonieorkest, groot koor en sopraan, als een toonbeeld van het eeuwige, maar ook van het onpersoonlijke. Daar tegenover staan tenor, bariton en een twaalfkoppig strijkorkest die de negen gedichten van Owen verklanken, de menselijke maat, het individuele lijden. Ergens tussen het versteende religieuze ritueel en het slagveld van de werkelijkheid in bevinden zich een harmonium en een jongenskoor die doen denken aan stemmen uit de hemel. En naarmate het Requiem vordert, raken deze drie ensembles meer en meer met elkaar vervlochten.
‘Was dit waarvoor de klei was grootgebracht?’
In zijn War Requiem kiest Britten geen partij. Elke soldaat is een slachtoffer, een oorlog kent alleen verliezers. In zijn gedichten vervloekt Owen nergens de Duitse soldaten. Hij voelt met hen mee, zoals met zijn eigen makkers. Het zijn dezelfde jongens in een ander uniform. De kracht van het War Requiem is dat Britten en Owen geen onderscheid maken tussen Engelsen en Duitsers. Want ze horen in de loopgraven tegenover elkaar dezelfde doodsklokken, de bugels, ze lopen ‘vriendelijk naar de dood, zitten met hem, eten met hem, ruiken zijn verdikte groen ademstoot’ – het gifgas – zien hoe hij ‘kogels naar hen braakt, schroot naar hen spuugt’. Allemaal horen ze in hun onrustige dromen ‘het fluisteren van de nog niet bezaaide velden’. En ze vragen zich af: ‘Was dit waarvoor de klei was grootgebracht?’
Britten hoopte met zijn War Requiem mensen aan te zetten tot denken over de zinloosheid van oorlog. Hij schreef zijn dodenmis immers in een tijd, waarin de spanningen tussen het communistische oosten en het kapitalistische westen de wereld weer op scherp hadden gezet. Terwijl hij zat te componeren, begon de DDR in 1961 aan de bouw van de Berlijnse Muur. Voor alles, vond Britten, moest zijn dodenmis een opstap tot verzoening zijn. Vandaar ook dat hij voor de première in Coventry drie solisten koos uit landen die gezworen vijanden waren: de Britse tenor Peter Pears, de Duitse bariton Dietrich Fischer-Dieskau en de Russische sopraan Galina Visjnevskaja. Als zij samen zouden werken in zijn muziek, waarom zouden hun regeringen dat dan niet kunnen? Misschien hoopte Britten dat zijn War Requiem uiteindelijk een dodenmis zou worden voor het fenomeen oorlog zelf.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Album van de week Britten & Purcell
Top 10 Requiems
Het meesterwerk Ceremony of Carols
Muziek en Oorlog
Top 10 Componisten uit de 20e eeuw
Focus Revolutiejaar 1917
Muziek en De dood