Het meesterwerk Bachs Cellosuites
In zijn vroege tienerjaren vond cellist Pablo Casals in een antiquariaat de bladmuziek van Bachs vergeten Cellosuites. In de eeuw daarna groeiden de stukken uit tot de Bijbel van de cellist. ‘Het wonder Bach’, zei Casals, ‘heeft zich in geen enkele andere kunst geopenbaard.’
‘Onderweg naar huis betastte en streelde ik mijn schat’
Als het aan zijn vader had gelegen was Pablo Casals timmerman geworden, maar zijn moeder zag in het dorpskind uit het Catalaanse Vendrell een muzikaal talent dat niet verloren mocht gaan. Ze pakte hun koffers en reisde met de 11-jarige Pablo naar Barcelona. Behalve studeren moest haar zoon in deze metropool ook geld zien te verdienen voor hun levensonderhoud, want de Casals waren arm. En dus trad de kleine Pablo op in Café Tost. Met zijn vader, die eens per week op bezoek kwam, schuimde hij de Barcelonese muziekwinkels af, op zoek naar nieuw repertoire voor die concerten. Tijdens een van die speurtochten stuitte de dertienjarige puber op de zes Cellosuites van Johann Sebastian Bach. In het boek Gesprekken met Pablo Casals van Joseph Maria Corredor noemt de inmiddels oude cellist die vondst ‘de grote openbaring van mijn leven.’ Welk mysterie, welk verleidelijk geheim, zou er achter de woorden zes suites voor violoncel solo schuilgaan? vroeg het kind zich af. ‘Ik wist zelfs niets van hun bestaan af, mijn leraar overigens ook niet. Niemand had mij er tot nu toe over verteld. Ik was mij meteen bewust van het uitzonderlijke belang. Onderweg naar huis betastte en streelde ik mijn schat. Vol vervoering begon ik de suites te bestuderen, een studie die twaalf jaar zou duren voor ik besloot de muziek in het openbaar te spelen.’
‘Bach koud? Bach, die de meest fonkelende poëzie uitstraalt!’
Het was niet zo dat de suites, voordat Casals ze vond, nooit gespeeld waren. Soms was er wel eens een fragment uit te horen, ergens in een salon of concertzaal. Cellisten zagen in de suites vooral goed studiemateriaal. ‘Men beschouwde in die tijd deze composities als koud en academisch’, zei Casals. Hij begreep het niet. ‘Bach koud? Bach, die de meest fonkelende poëzie uitstraalt!’ En dus nam de jonge cellist zich voor de suites in hun geheel – ‘in al hun innerlijke samenhang’ – op het podium te laten schitteren. ‘Naarmate mijn studie van de suites vorderde, ging meer en meer een ongekende wereld van grootheid en schoonheid voor me open. De emoties die ik gedurende de lange arbeid onderging, behoren tot de meest pure en intense van mijn kunstenaarsleven.’
Elke ochtend voor de rest van zijn leven stond Casals op met de muziek van Bach. In zijn latere leven, toen hij zich vooral op het dirigeren toelegde, begon hij elke dag met het spelen van stukken uit het Wohltemperierte Klavier. ‘Deze muziek verjongt onze geest en spoort ons aan de dag opgewekt en vol vertrouwen door te brengen.’ De twintigste eeuw begon net toen Casals de wereld kennis liet maken met het wonder van de volledige suites. De tijd was er kennelijk rijp voor, want in de eeuw die volgde, groeiden de stukken uit tot de Bijbel van de cello.
Bach wilde het diepste wezen van de cello doorgronden
De cello was van oudsher een dienend instrument, die met zijn baslijn het fundament legde waarop anderen – violisten, pianisten en zangers bijvoorbeeld – paleizen van virtuositeit konden bouwen. De Italiaanse barokcomponisten zagen wel iets in de cello als een solo-instrument, omdat zijn timbre zo dicht lag bij de menselijke stem, en daar hield men van in het land van de opera. In Frankrijk had je ook wat virtuozen op de voorvader van de cello, de viola da gamba, zoals Marin Marais, maar het bleef allemaal mager. Bach vond de cello kennelijk interessant, al is er veel discussie voor welke instrumentale variant hij zijn suites precies schreef. Sommige musici, zoals Belg Sigiswald Kuijken, beweren dat Bach ze componeerde – in elk geval zijn zesde – voor de zogenaamde violoncello da spalla, een schoudercello. Hoe dan ook, de Duitse meester deed waarin hij het beste was: het uitbenen van alle mogelijkheden die de cello bood. Bach was nooit geboeid door uiterlijk vertoon en virtuositeit, maar wilde muzikale thema’s of instrumenten tot in hun diepste wezen doorgronden. Het duurde lang voordat de musici die kracht van de suites ontdekten. Op Bach volgde de klassieke Weense periode, waarin de cello praktisch helemaal uit beeld verdween als solo-instrument, althans als het gaat om de grote namen uit die periode: Mozart en Schubert schreven er niets voor, Haydn maakte twee Celloconcerten en Beethoven vijf Cellosonates. De Romantiek, waarin het menselijke gevoelsleven leidend was, deed zoals Casals opmerkte, de suites af als kil studiemateriaal – niet muziek die een verhaal vertelt of een emotie uitbeeldt. Casals vond uiteindelijk de sleutel tot het mysterie en ontsloot de schoonheid van deze meesterwerken.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Top 10 Legendarische cellisten
Het meesterwerk De Matthaeus-Passion
Componist Johann Sebastian Bach
Top 20 Cellowerken
Playlist Cello Melancholy
De vergelijking Bachs Chaconne