Focus La Scala
Bijna veertig opera’s beleefden hun première in het roemruchte theater La Scala in Milaan. Grote dirigenten stonden er aan het roer. Rustig was het er zelden. Riccardo Chailly moet de glorietijden laten herleven. Hij geeft op zijn nieuwe album met de Filarmonica della Scala het rijke verleden vrij baan.
Chailly keert terug naar zijn Italiaanse wortels
In het operahuis van zijn geboortestad Milaan nam dirigent Riccardo Chailly twee jaar geleden al min of meer het muzikale roer over van zijn voorganger Daniel Barenboim, maar pas afgelopen januari werd hij er officieel artistiek directeur. En de maestro vierde dat onmiddellijk met een nieuw album, waarop hij met de Filarmonica della Scala inzoomt op orkestrale passages uit beroemde opera’s – de meeste ervan gingen in het Milanese theater in première. Als eind twintiger was Chailly bij de oprichting van de Filharmonica geweest. Hij was de assistent van chef-dirigent Claudio Abbado, die begin jaren tachtig besloot dat hij met het orkest van La Scala ook symfonisch repertoire wilde uitvoeren. Zo’n drie decennia later leert Chailly dus terug op de plaats waar hij ooit zijn eerste schreden als maestro zette. De Italiaan doet dat met een enigszins Trumpiaans idee, schreef de Engelse krant The Times: ‘Italië eerst.’ Na Mahler, Bruckner, Mendelssohn en Brahms met het Koninklijk Concertgebouworkest en het Gewandhausorchestern keert Chailly nu weer terug naar zijn Italiaanse wortels.
La Scala kan carrières maken en breken
‘Ik verlaat nu La Scala. Ik denk dat dit het beste theater ter wereld is, want nog nergens heb ik zo’n intens muzikaal genot ervaren.’ Woorden van de beroemde Franse schrijver Stendahl uit de eerste helft van de negentiende eeuw. In 1778 opende het operahuis zijn deuren op de plek waar eerst een kerk had gestaan. Het oude theater was afgebrand en de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia – ook de baas in Noord-Italië schonk de stad een nieuw gebouw, waarin niet alleen gemusiceerd werd, maar ook gedanst en gegokt.
Er werden sterren geboren in La Scala, maar er kwamen er ook genoeg aan een wreed einde. Het
Italiaanse publiek in Milaan was genadeloos. Het kostte Verdi bijna zijn loopbaan. Na de dood van zijn twee dochters raakte de componist in een depressie, maar na zijn veelbelovende debuut had hij een contract voor drie opera’s gekregen, en daar werd hij aan gehouden. Maar het lukte hem begrijpelijkerwijs niet een meesterwerk af te leveren. De opera Un giorna di regno flopte. ‘Wij arme zigeuners’, schreef Verdi later, ‘zijn genoodzaakt onze inspanningen, onze ideeën en onze dromen te verkopen en het publiek schaft zich voor drie lire het recht aan om ons uit te jouwen.’ Even overwoog Verdi het muziekleven te verlaten, maar toen kreeg hij het libretto van Nabucco onder ogen. En twee jaar later lag La Scala aan zijn voeten.
‘Die kannibalen hebben naar geen enkele noot geluisterd’
Ook zijn grote opvolger Giacomo Puccini koesterde een haat-liefde verhouding met La Scala. Drie van zijn opera’s gingen er in première. De laatste maakte hij niet meer mee. Sterker nog, Turandot was nog niet voltooid toen Puccini stierf. De componist Franco Alfano kreeg de opdracht het slotduet te schrijven, maar het lukte hem maar niet om chef-dirigent Arturo Toscanini tevreden te stellen. Niettemin leken de heren tot een vergelijk te komen. Maar tot verbazing van het premièrepubliek legde Toscanini de muziek stil, na de laatste noot die Puccini zelf had geschreven had. Hij draaide zich om naar de bezoekers en verklaarde: ‘Hier stopt de opera. Op dit moment stierf de maestro.’ Hij liet iedereen verbijsterd achter. Het publiek wist zich niet goed raad, totdat een stem uit de zaal riep: ‘Viva Puccini!’ De dode componist kreeg vervolgens een staande ovatie.
Dat was anders bij de voorgaande première van Madama Butterfly. Kwade geesten hadden groepen in het publiek betaald om amok te maken. En dus werd de voorstelling steeds verstoord. Puccini stond zich te verbijten in de coulissen. ‘Wacht maar, beesten’, riep hij. ‘We zullen wel eens zien wie hier gelijk krijgt.’ Aan het slot bleef het ijzig stil in de zaal. De volgende dag schreef Puccini aan een vriend: ‘Het was een slachting. Die kannibalen hebben naar geen enkele noot geluisterd. Dit is de beste opera die ik ooit heb gemaakt.’
Zonder La Scala zou Italië Italië niet zijn
De ruzies zijn nog geen verleden tijd. In het begin van deze eeuw was La Scala een slangenkuil die de zakelijk directeur de kop kostte, na onenigheid met chef Riccardo Muti. Het leidde tot stakingen van de musici, die twee maanden later de dirigent wegstemden. Een paar jaar geleden was het operagebouw, tijdens de traditionele seizoenopening, het toneel van maatschappelijke protesten en confrontaties tussen demonstranten en oproerpolitie. Het vertoon van rijkdom bij het openingsgala zette kwaad bloed in een tijd van enorme bezuinigingen en voortschrijdende armoede in Italië.
Maar ook die crisis overleefde het operahuis. De stille hoop is dat Chailly de glorietijd onder Toscanini kan laten herleven. Aanvankelijk was Toscanini cellist in het orkest. Hij speelde onder meer daar de première van Verdi’s Otello. Na die voorstelling reisde hij naar huis, stormde midden in de nacht de slaapkamer van zijn moeder binnen, maakte haar wakker en riep: ‘Otello is een meesterwerk. Kniel, mama, en zeg: “Viva Verdi!”’
Of het allemaal gaat lukken, hangt ook van het geld af, want La Scala bungelt financieel al jaren aan en zijden draad. Het theater moet blijven bestaan, zei de Italiaanse grootindustrieel Diego della Valle. ‘La Scala behoort tot de tien grootste symbolen van de betekenis van kunst in ons land. Dat gebouw sluiten, betekent een boodschap de wereld in sturen dat het Italië niets mee kan schelen.’
Aanbevolen opnamen
Luister en lees meer
Operastrip Madama Butterfly
Focus Riccardo Chailly
Muziek en Opera: Literatuur en kunst
Album van de week Aida Garifullina
Operastrip Salome
Legende Renee Fleming
Top 10 Mezzosopranen