Componist Erik Satie
Erik Satie was een excentrieke Franse componist, wiens revolutionaire eenvoud we onder meer terug kunnen vinden in de drie Gymnopédies voor piano. ‘Ik heb nog nooit een noot geschreven die ik niet meende,’ aldus Satie.
Erik Satie
17 mei 1866, Honfleur – 1 juli 1925, Parijs
Componist Erik Satie heeft gedurende zijn leven nooit gestreefd naar faam, maar desondanks is zijn muziek tegenwoordig wereldberoemd. Zijn composities laten een diepe indruk achter op de luisteraar en hebben een belangrijke plaats in de muziekgeschiedenis ingenomen. In Debussy’s impressionisme, Stravinsky’s modernisme en zelfs in het minimalisme van John Cage is Saties invloed hoorbaar. Zijn pianowerken, vooral de populaire Gymnopédies en Gnossiennes, hebben het stempel ‘easy listening’ gekregen – iets dat Satie waarschijnlijk wel zou hebben kunnen waarderen.
Satie was eigenzinnig en zijn werken vormden een contrast in zijn tijd
Satie was al vanaf het begin van zijn carrière een excentriekeling: aan zijn twee eerste werken, Valse-Ballet en Fantaisie-Valse voor piano, gaf hij opusnummer 62 mee. In zijn tijd was grootschalige romantiek geïnspireerd op de muziek van Wagner aan de orde van de dag. Satie maakte hier korte metten mee: hij schreef zijn muziek aan de hand van zeer eenvoudige ideeën. Zijn vroege werken zijn miniaturen en veel ervan hebben een religieus aspect. De vier Ogives (1886) zijn bijvoorbeeld geïnspireerd op gotische architectuur en doen denken aan Gregoriaanse muziek. De modaliteit van middeleeuwse kerkmuziek is ook in de Sarabandes (1887) en de Gymnopédies (1888) terug te vinden.
Satie’s betrokkenheid bij het mystieke christelijke genootschap van de Rozenkruisers inspireerde hem tot het schrijven van een reeks pianowerken, waaronder Première pensée Rose + Croix (1891).
Cabaret en lichte muziek drongen ook steeds verder in zijn werk door. Zijn vader was uitgever van theatermuziek, dus Satie was op jonge leeftijd al bekend hiermee. Ook werkte Satie een tijdje als pianist in de cafés van het Parijse Montmartre. Absurdistische humor is een ander belangrijk kenmerk in Saties muziek, met name in zijn werken voor toneel. Zijn toneelmuziek bleek bijvoorbeeld ideaal te zijn voor de surrealistische komedie Le Piège de Méduse (1913). Hij plaatste papier tussen de snaren van de piano om een meer mechanisch geluid te creëren, John Cage zou dit idee later verder ontwikkelen in zijn werken voor ‘prepared piano’. Zijn werk Vexations gaf Satie de tekst mee: ‘Pour se jouer 840 fois de suite ce motif, il sera bon de se préparer au préalable, et dans le plus grand silence, par des immobilités sérieuses’ (Om dit stuk 840 keer achter elkaar te spelen, is het raadzaam jezelf goed voor te bereiden, in diepe stilte en serieuze onbeweeglijkheid’). Cage organiseerde ooit een evenement waarbij de partituur werkelijk 840 keer werd uitgevoerd.
Een gedurfd ballet
Saties werken zijn ook verbonden met de modieuze klanken van jazz, radio en bioscoop, zeker in het ballet Parade (1916). Er werkte een indrukwekkend team aan dit ballet voor Sergei Diaghilevs Ballets Russes: Erik Satie componeerde de muziek, Jean Cocteau schreef het scenario en Pablo Picasso ontwierp de kostuums. Het is een van de meest gedurfde werken die Satie schreef. Het bevat onder meer een neoklassieke fuga, ragtime, invloeden uit oriëntaalse muziek en het geluid van schrijfmachines, een revolver en diverse motoren.
De uitvoering van het ballet veroorzaakte een schandaal en Satie kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf wegens laster, nadat hij in uitgesproken bewoordingen reageerde op de recensie van een criticus. Hij stuurde de man een briefkaart met de tekst: ‘Monsieur et cher ami – vous êtes un cul, un cul sans musique! Signé Erik Satie’. Na zijn veroordeling vormde hij onverschrokken opnieuw een team met Picasso voor zijn ballet Mercure (1924). Ook keerde hij terug naar het surrealisme met de muziek voor het ballet Relâche (1924), waarvan de titel zoveel betekent als ‘Het optreden is gecanceld’.
Muziek moet slechts gehoord en niet beluisterd worden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte Satie verder aan zijn van emotie ontdane miniaturen, zoals Choses vues à droite et à gauche (sans lunettes) – Dingen die je rechts en links ziet (zonder bril). De emotionele afstand geeft deze muziek een betoverende kwaliteit, net als in het drama Socrate (1918), gebaseerd op Plato’s dialogen. In dit stuk gebruikt Satie opnieuw de eenvoudige, harmonische taal en de directe melodische stijl van zijn vroegere werken, maar past die aan; alsof hetzelfde materiaal vanuit een andere hoek bekeken wordt. De terughoudendheid in Saties latere muziek vloeide voort uit zijn groeiende overtuiging dat muziek slechts gehoord en niet beluisterd moet worden – ‘achtergrondmuziek’, aldus Matisse. Zijn muziek is inmiddels zo bekend en klinkt ons zo vertrouwd in de oren, dat we bijna niet meer in staat zijn die echt goed te beluisteren. In feite heeft Satie daarmee dus zijn doel bereikt.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Album van de week
Complete Pianowerken van SatiePlaylist Piano Soundscapes
Focus Soundscapes
De vergelijking Patricia Petibon
Album van de week Amuse-Bouche
Kijk Quatuor pour la Fin du Temps