Componist Aram Chatsjatoerjan

Aram Khachaturian

Armeense componist van kleurrijke, chaotische orkestrale partituren, ontworpen voor maximale emotionele impact.

Aram Chatsjatoerjan (1903-1978)

De Armeense componist Aram Chatsjatoerian schreef kleurrijke, chaotische orkestrale partituren, ontworpen voor maximale emotionele impact. Zijn levensverhaal weerspiegelt de onrust en paradoxen waarmee componisten in de Sovjetunie te maken kregen. Hij paste zijn muzikale stijl vakkundig aan de eisen van de staat aan, vooral toen socialistisch realisme in 1932 het officiële beleid werd. Toch kwam hij herhaaldelijk in conflict met de autoriteiten.

Chatsjatoerjan was 26 jaar oud toen hij begon met compositielessen aan het Conservatorium van Moskou bij Nikolai Miaskovsky. Daarvoor had hij al een studie biologie afgerond. Aan het conservatorium ontwikkelde hij zich als een speer dankzij zijn levendige creatieve verbeeldingskracht. Vanaf het begin was zijn muziek doordrenkt van de kenmerkende harmonieën van zijn geboorteland Armenië. Later zei hij zelf: ‘Oud-Tbilisi was een stad van geluiden. Als je wegdwaalde van de hoofdstraat, raakte je meteen ondergedompeld in een wereld van markante muzikale klanken uit allerlei bronnen.’

Begin jaren ’30 kreeg Chatsjatoerjan de steun van en enthousiaste Prokofjev en begonnen zijn composities gepubliceerd te worden. Daaronder bevond zich een briljante Toccata voor piano, die meteen een hit werd als virtuoze toegift. Maar het was zijn Eerste symfonie (1935), met zijn betoverende orkestrale kleuren, ritmische energie en scherpe harmonieën, die zijn vroege reputatie vestigde. Tegen de jaren ’40 was Chatsjatoerjan een van de populairste componisten van de Sovjetunie.

Verpletterd

Met zijn Pianoconcert (1936) en Vioolconcert (1940) was Chatsjatoerjan naast Prokofjev en Sjostakovitsj een van de meest gevierde componisten van Sovjetunie. Daarna volgde indrukwekkende muziek voor het toneelstuk Maskerade (1941) van Mikhail Lermontov en het epische ballet Gayeneh (1942), bekend van de de wervelwindachtige sabeldans. Een tijd lang leek het wel alsof Chatsjatoerjan alles goed deed. Maar de druk om muziek te schrijven die uitsluitend de ‘geest van het Sovjetvolk’ weerspiegelde, nam toe. In 1948 werd het beruchte Zhdanov-decreet uitgevaardigd, waarin vele prominente Sovjetcomponisten, waaronder Sjostakovitsj en Prokofjev, werden beschuldigd van ‘formalisme’.

Het decreet was in wezen een machtsmiddel van het Stalin-regime, en de beschuldiging was willekeurig en nooit goed gedefinieerd. Ironisch genoeg werd Chatsjatoerjan in dit decreet bekritiseerd om zijn Derde symfonie, een werk dat hij had geschreven om ‘de vreugde en trots van het Sovjetvolk over hun grote en machtige land uit te drukken’. Chatsjatoerjan moest zich publiekelijk verontschuldigen, wat hij als bijna ondraaglijk ervoer. ‘Ik was verpletterd, vernietigd,’ zou hij later bekennen. ‘Ik overwoog serieus om van beroep te veranderen.’

Spartacus

Tijdens de hevigste jaren van politieke onderdrukking werden verschillende muzikale werken onderdrukt. Daaronder bevond zich het ballet Spartacus, dat oorspronkelijk bedoeld was als een spectaculaire opvolger van Gayaneh. Chatsjatoerjan kon het pas in 1954 voltooien, na de dood van Stalin. Twee jaar later werd het uitgevoerd door het Kirov Ballet (Mariinskiballet).

In de jaren ’60 richtte Chatsjatoerjan zijn creatieve krachten op een reeks van drie Concert-rhapsodieën voor viool (1961), cello (1963) en piano (1968). Maar hij was intussen ook een gerespecteerd leraar geworden. Steeds vaker wijdde hij zijn tijd aan het Gnessin Instituut en het Conservatorium van Moskou, en later aan zijn eigen privéschool voor componisten. Hij keurde nog plannen goed voor een museum ter ere van zichzelf, maar overleed kort voor de start van het project. Het museum opende uiteindelijk in 1982.


Lees en luister ook