Column Simon Reinink

Simon Reinink © Ronald Knapp

De kleine grote wereld

concertgebouw 220Het Koninklijk Concertgebouw. Een Amsterdamse zaal geïnitieerd door zes Amsterdamse burgers. Voor en door Amsterdammers. Zo was het in 1882. En nu? Nu bieden we een internationaal topaanbod en worden we beschouwd als een van de mooiste concertzalen van deze planeet. Het podium is uitgegroeid tot een wereldmerk, mede dankzij alle geweldige musici die hier de laatste 128 jaar hebben opgetreden. Het zijn uiteraard deze geweldige musici die de volle aandacht van het publiek krijgen. Maar onze internationale programmering en oriëntatie zouden er niet zijn zonder tal van professionele netwerken die – juist onttrokken aan het oog van de bezoeker – een rijke bron vormen van inspiratie en vriendschappen.

Zo zie ik mijn Europese collega’s van de European Concert Hall Organization (ECHO) – een samenwerkingsverband van vooraanstaande Europese concertzalen – misschien wel vaker dan mijn Nederlandse collega’s. We treffen elkaar in ieder geval twee keer per jaar twee dagen in een van de steden waar de aangesloten zalen – 21 inmiddels – zich bevinden. Iedere tweedaagse is de moeite waard. De issues waar ieder zich voor geplaatst ziet zijn grotendeels identiek. Denk aan programmering, educatieprogramma’s, marketingvraagstukken maar soms ook issues op het gebied van bedrijfsvoering. En de collegialiteit is groot, temeer daar we geen concurrenten van elkaar zijn. De omgang is in hoge mate vriendschappelijk.

ECHO Rising Stars ’15/’16 waren onder meer harpist Remy van Kesteren en celliste Harriet Krijgh

Maar er is meer. Zo was ik afgelopen week op uitnodiging te gast bij de Noord-Amerikaanse pendant van ECHO: het Performing Arts Centers Consortium (PACC), bestaande uit podiumkunstinstellingen uit de Verenigde Staten en Canada. Het was van meet aan (‘we hit the ground running’) een hartelijke ontmoeting met collega’s die – weliswaar vanuit een fundamenteel andere samenleving – zich met hart en ziel inzetten voor de podiumkunsten. Het was zeer inspirerend en hartverwarmend. Zoals zij omgaan met fondsenwerving, diversiteit en outreachprogramma’s, waarmee zij mensen willen bereiken die anders nooit naar hun zalen toekomen, daar kunnen we veel van leren. Ik heb er een grote club internationale vrienden bij.
Maar boven dit alles is er dan weer een grote wereldwijde organisatie die dit alles omspant:
The ispa 220International Society for the Performing Arts (ISPA). De leden – vele honderden – treffen elkaar twee keer per jaar: standaard in New York in januari en in juni op telkens een ander continent. Naast het officiele programma, waarbij telkens een ander overkoepelend thema leidend is, is vooral het informele netwerken enorm interessant. Vanuit alle windstreken zijn er mensen die allen op hun eigen wijze een kijk hebben op en ervaring hebben met de podiumkunsten. Er is eigenlijk weinig dat niet besproken wordt. Van je persoonlijke ontwikkeling tot nieuwe spannende concepten. Of interessante artiesten die we naar het Concertgebouw zouden kunnen ‘halen’.

Zoals eerder gezegd: al deze netwerken vormen met elkaar een rijke bron van inspiratie en vriendschappen, zonder welke de internationale programmering en oriëntatie van Het Concertgebouw niet zouden kunnen bestaan. Mijn collega’s en ik profiteren er allemaal in hoge mate van.
En het maakt onze wereld er tegelijkertijd groter en kleiner op!

Simon Reinink

banner simon reinink


Aanbevolen opnamen

lka lucie horschlka jussen mozartlka beethoven zweden


kinderklassiek-lang-lang-vk_220x220Lees en luister ook