Favorieten van Alexander Rinnooy Kan
De Volkskrant riep meesternetwerker Alexander Rinnooy Kan (1949) drie jaar achtereen uit de tot de meest invloedrijke man van Nederland. Hij is momenteel hoogleraar economie en bedrijfskunde aan de Universiteit van Amsterdam. In het verleden was hij voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, een belangrijk adviesorgaan van de Nederlandse regering, voorzitter van de werkgeversorganisatie VNO-NCW en lid van de Raad van Bestuur van de ING Groep.
En als het gaat om de muziek: Rinnooy Kan is voorzitter van de Raad van Commissarissen van het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam.
Johannes Brahms – Ein deutsches Requiem (1869)
‘Vooral het laatste deel Selig sind die Toten behoort tot de meest ontroerende muziek die ik ken. Dat heeft ook met omstandigheden te maken. Brahms liep al langer met het idee rond, maar de dood van zijn moeder inspireerde hem ertoe het Requiem ook echt te voltooien. Ik hoorde de muziek voor het eerst op mijn 26ste, rond het overlijden van mijn eigen moeder. Dus er was zeker sprake van een bijzondere gevoeligheid voor dit werk. Hoe vaak ik het de afgelopen veertig jaar ook beluisterd heb, de muziek zorgt nog altijd voor koude rillingen. Bovenaards prachtig.’
Wolfgang Amadeus Mozart – Pianoconcert nr.25 (1786)
‘Lang geleden, op een herfstochtend, reed ik via de A4 van Amsterdam naar Rotterdam. De zon ging op en wierp een mistige glans over de weilanden. Op de radio klonk op dat moment Pianoconcert nr.25 van Mozart. Dat bleek een onweerstaanbaar mengsel van verschillende schoonheden. Elk deel van dit werk is mooi en memorabel, vooral in opname van Martha Argerich tijdens het Festival van Lugano.’
Giovanni Pierluigi da Palestrina – O magnum mysterium (Motet) (1569)
‘Mijn tante zong in het Nederlands Kamerkoor, in een ver verleden, toen Felix de Nobel daar dirigent was. Zo oud als deze muziek is, zij overtuigt nog altijd, verklankt het rotsvaste geloof in het mysterie. Waarom muziek ons zo kan ontroeren, blijft ook een mysterie. We proberen al jaren te achterhalen hoe dat proces werkt, maar het antwoord hebben we nog niet.’
Ludwig van Beethoven – Pianosonate nr. 32 (1822)
‘Beethoven mag niet ontbreken, dus dan maar meteen het hoogtepunt uit zijn werk: opus 111. Pianist Maurizio Pollini liet me ermee kennismaken op de radio, en sindsdien laat het stuk me niet meer los. Onlangs speelde Krystian Zimerman het in het Concertgebouw. Hij vertelde dat het jaren duurde voor hij eraan durfde te beginnen. Want deze sonate is een ultieme test van techniek en interpretatie: muziek die een blik werpt in het oneindige.’
Gustav Mahler – Symfonie nr.9 (1911)
‘Het slot van dit werk, zoals de muziek langzaam verstomt, zacht wegglijdt – ja, waar naartoe eigenlijk? Mahler maakt de stand van zaken op in het leven. Ik hoorde het zelf verscheidene malen in het Concertgebouw, onder andere met dirigent Claudio Abbado, tijdens het Mahler Festival. En elke keer was het een indrukwekkende ervaring.’
Lees en luister ook
Favorieten van Karin Bloemen
Sterk verhaal Beethoven in de cel
Componist De jonge Mozart
De vergelijking Brahms Requiem
Muziek en De dood
Focus Concertgebouworkest