Album van de week De treurende moeder
Componist Antonín Dvořák verloor drie kinderen gedurende het schrijven van zijn Stabat Mater. Als geen ander voelde hij het verdriet van moeder Maria om haar gekruisigde zoon door zijn aderen stromen. Zijn landgenoot Jiri Belohlavek dirigeerde een nieuwe opname.
Het Stabat Mater is levende muziekgeschiedenis
Sinds het ontstaan van het Latijnse gedicht Stabat Mater in de dertiende eeuw inspireerde de tekst tal van componisten tot muziek. Hier was dan eindelijk een stuk liturgie, met niet de traditionele abstracte formuleringen als ‘Kyrie eleison’ en ‘Gloria in excelsis Deo’, maar met woorden die invoelbaar waren. Neem een zin als ‘Quae maerebat et dolebat, et tremebat, cum videbat’, wat in vertaling neerkomt op: ‘Ach, hoe streed zij! Ach, hoe kreet zij! En welke folteringen leed zij.’ Hier wordt de pijn niet bezworen in versteende formuleringen, maar wordt zij doorleefd. Honderden componisten verklankten deze woorden door de eeuwen heen, waardoor het Stabat Mater tot levende muziekhistorie uitgroeide. Het werk is in alle stijlen te beluisteren. De acapella Gregoriaanse versie, de sobere barokvormen bij Vivaldi en Pergolesi, de Weense klassieker van Haydn, de operateske Rossini, en allerlei moderne uitingen. Nog steeds verschijnen er nieuwe.
Tot een van de hoogtepunten uit de Romantiek behoort het Stabat Mater van de Tsjech Antonín Dvořák. Niet alleen de muziek is dramatisch – het begin doet denken aan een ouverture uit een opera van Wagner of Verdi – maar ook de ontstaansgeschiedenis.
Van persoonlijke naar universele smart
Dvořák begon aan het Stabat Mater kort nadat zijn dochter Josefa stierf. Ze was nog maar twee dagen oud. In de muziek smelten rouw en troost samen. Dvorak was een diep gelovig man, en hij zocht hulp bij zijn religie om Josefa’s dood te verwerken. Mahler zei dat hij zijn Kindertotenlieder nooit had kunnen schrijven, na het overlijden van zijn dochter. Het verdriet was gewoonweg te overweldigend voor hem, om één noot daarover op papier te krijgen. Dvořák daarentegen zocht juist in de muziek de kern van zijn emoties en geloof op.
Hij voltooide zijn Stabat Mater halfweg 1876, rond de geboorte van zijn tweede dochter Ruzena. Alleen de orkestratie moest nog gebeuren. Pas in de herfst van het volgende jaar pakte Dvořák het werk weer uit de bureaula. En opnieuw lag daaraan een tragedie ten grondslag: de dood van Ruzena, die per ongeluk een giftige vloeistof dronk. Een paar weken later verloor hij ook nog zijn driejarige zoon Ottokar, aan de pokken. In de twee daaropvolgende maanden begroef de treurende componist zich in het afmaken van zijn Stabat Mater.
Ergens in de noten verschuilt zich dat onmetelijke verdriet van de componist. Het is bijna tastbaar, ook voor wie de voorgeschiedenis niet kent. Toch wordt het nergens larmoyant. Dvořák gunt ons een blik in een rouw, die niet alleen van hem is, maar van alle mensen en alle tijden. Zijn persoonlijke smart krijgt een universeel karakter. Het symfonische werk golft tussen hoop en wanhoop, verdriet en – in het slotdeel – het geloof in een betere wereld aan gene zijde. Waarmee Dvořák toch met een troostende noot eindigt.
‘Belohlavek bezit de oren van een nachtuil’
Wie de muziek van de Tsjech Dvořák als geen ander kent, is zijn landgenoot Jiri Belohlavek. De dirigent werd geboren vlak na de Tweede Wereldoorlog, in een verward land dat onder het juk van de Sovjet-Unie op zoek moest naar zichzelf. Als begin twintiger maakte hij mee, hoe de Praagse Lente door Russische tanks in de kiem werd gesmoord. Maar de Tsjechen bleven zichzelf. Belohlavek kreeg zijn scholing van de Vaclav Neumann, de chef van het Tsjechisch Filharmonisch Orkest. ‘Hij beschermde zijn musici met veel elegantie tegen de willekeur van het communistische regime’, zegt Belohlavek. Een mooi voorbeeld daarvan aanschouwde hij in november 1982, vlak na de dood van Sovjet-leider Leonid Brezjnev. Het orkest was op tournee in Japan, en werd door partijbonzen gemaand om een eerbetoon te brengen aan de overleden roerganger. ‘Dames en heren’, zei Neumann voor de repetitie tegen zijn orkest. ‘Laten we allemaal opstaan, ter herinnering aan Leonid Brezjnev, held van de arbeidersklasse, president van de Sovjet-Unie, als een ode aan wat deze grote man heeft gedaan voor de Tsjechische muziek.’ Iedereen rees op van zijn stoel. Na ongeveer twee seconden, knikte Neumann. ‘Ga maar weer zitten. Brezjnev deed niet zoveel voor de Tsjechische muziek.’
Neumann was een groot kenner van vaderlandse componisten, onder wie Dvořák. Belohlavek kreeg de kans als jongeling de kunst bij hem af te kijken. Toen halfweg de jaren negentig Neumann en Rafael Kubelik stierven, waren Belohlavek en Libor Pesek de belangrijkste erfgenamen van de Tsjechische traditie. ‘Hij bezit de oren van een nachtuil en het geduld om een muzikale zin net zo lang te herhalen totdat die – in zijn woorden – vloeibaar wordt’, schreef de Engelse muziekjournalist Normen Lebrecht over Belohlavek. ‘Hij heeft nog een andere, zeldzamer eigenschap: de uitstraling van een uitmuntende chirurg, bij wie de patiënt zich al meteen een stuk beter voelt, op het moment dat hij de operatiekamer binnenstapt.’
Het Stabat Mater als ‘een glooiend landschap’
Belohlavek brengt nu voor de derde keer een opname uit van Dvořáks Stabat Mater. En als een goede wijn lijkt de muziek steeds rijper en voller te worden. En ook eenvoudiger, meer gericht op de gevoelens waar het werkelijk om gaat. De stemmen van solisten, koor en orkest grijpen organisch in elkaar. Je wordt bijna als in een oratorium een verhaal ingezogen. Belohlaveks interpretatie is die van een dirigent die jaar na jaar dieper graft in de partituur, die er steeds weer onvermoede details uitlicht, vaak kleine wendingen die het geheel laten oplichten. Over elke noot lijkt nagedacht en toch blijft de muziek stromen met dezelfde vanzelfsprekenheid als waarmee het hart het bloed door ons lichaam pompt. Nadat Belohlavek Dvořáks Stabat Mater bij het Rotterdams Philhamonisch Orkest had gedirigeerd, merkte dagblad Trouw naderhand op, dat de Tsjech een musicus van ‘rust, reinheid en regelmaat’ was. De krant omschreef zijn Stabat Mater als ‘een glooiend landschap’. En dat lijkt inderdaad een goede karakterisering.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
De vergelijking Het Stabat Mater van Pergolesi
Focus Stabat Mater
Sterk verhaal Dvořáks Humoreske
Muziek en Verdriet
Het meesterwerk Celloconcert van Dvořák
Top 10 Requiems
Focus Mariavespers van Monteverdi