Album van de week Renée Fleming

Lieder is het eerste klassieke liedalbum van de Amerikaanse sopraan Renée Fleming sinds twintig jaar. Met haar vaste pianist Hartmut Höll voert ze liederen van Brahms en Schumanns Frauenliebe und -leben uit en met de Münchener Philharmoniker onder leiding van Christian Thielemann zet ze een memorabele vertolking van Mahlers Rückertlieder neer. Alsof de oude ziel en het jonge meisje in haar elkaar in de hemel ontmoeten.

Het is niet aan haar af te zien en zeker niet aan haar stem te horen, maar de Amerikaanse sopraan Renée Fleming draait al meer dan dertig jaar mee op het hoogste podium van de klassieke muziek en de opera. Haar internationale victorie begon eind jaren tachtig van de twintigste eeuw met haar rol van de Gravin uit Mozarts Nozze di Figaro in een productie van de Houston Grand Opera. Voor ze het wist werd ze over de hele wereld geboekt. En nog steeds is haar stem helder, lyrisch, zuiver en vooral onvermoeibaar en reist ze van bel canto naar The American Songbook, van Händel naar Broadway en van jazzy standards naar het Duits-Oostenrijkse lied. Renée Fleming lapt elke vorm van genrevastheid aan haar laars. Ze zingt waar ze zin in heeft en ze doet dat elke keer verdomd goed.

Pop, jazz en Broadway

‘Alles draait om techniek’, zegt de dochter van twee zangdocenten die muziek en zangtechniek met de paplepel ingegoten kreeg over haar reizen tussen verschillende stijlen en genres. ‘Ik benader mijn werk altijd op een studieuze wijze. Daarbij daag ik mijzelf graag uit om voor de verschillende genres de benodigde zangtechnieken te ontwikkelen.  De meeste mensen uit de klassieke wereld die een keer popmuziek of Broadwaysongs zingen blijven rekenen op hun klassieke stem. Dat vind ik niet bevredigend. Ik probeer mij daarom telkens aan te passen aan het genre.’
Voor Fleming heeft dat met smaak en smaakontwikkeling te maken, en met haar opvoeding. ‘Mijn ouders stelden ons vroeger bloot aan alle soorten muziek, inclusief pop, jazz en Broadway. Ons huis was gelukkig doorlopend vol muziek en ik kreeg alle ruimte om mij te ontplooien. Ik speelde gitaar en piano en schreef in die tijd mijn eigen liedjes. Mijn ouders stimuleerden dat en het was voor mij volstrekt normaal om mij buiten de klassieke muziek te bewegen.’

Bezonken wijsheid en nostalgie

Voor Fleming is zij zelf de enige ware relatie tussen een cd als Broadway en de zojuist verschenen plaat met liederen van Mahler en Schumann. ‘Je kunt er lang en kort over praten, maar veel meer is er niet. Het zijn vormen van muziek die ik interessant vind en daarom graag wil zingen. Veel collega’s hebben deze liederen al vroeg in hun carrière opgenomen. Logisch, want het betreft de mooiste liederen die er geschreven zijn. Maar daardoor zijn er niet veel opnamen van vocalisten met veel levenservaring. Ik hoop dat element nu toe te voegen. En die liederen zijn echt geweldig. In Mahlers cyclus zijn het orkest en de dirigent bijvoorbeeld net zo belangrijk als de vocalist. Daarom ben ik zo blij dat we de live-opnamen uit hebben kunnen brengen.’

De live-registratie voegt werkelijk iets toe. De inmiddels zestigjarige Fleming zingt met de levenservaring van een door de wol geverfde vrouw die alle stadia van kind, geliefde, echtgenote, moeder, oma en oude wijze inmiddels op haar palet heeft. Waar de helderheid van de jeugd in een aantal Brahmsliederen enigszins mist en het steeds donkerder en mezzoachtiger wordende stemgeluid van Fleming enkele liederen zwaarder maakt dan ze zijn (al is haar Lerchengesang om direct verliefd op te worden en is ze in Wiegenlied de grootmoeder die je ieder kind toewenst), blijft haar stem een beleving. Zowel in de prachtige live-opname van Mahlers Rückertlieder met de Münchener Philharmoniker onder leiding van Christian Thielemann als in Schumanns Frauenliebe und -leben met vaste pianist Hartmut Höll is ze even onweerstaanbaar als altijd. Schumanns Du Ring am meinem Finger krijgt door Flemings bezonken wijsheid een niet eerder gehoorde nostalgische laag. En Mahlers Rückertlieder zijn werkelijk adembenemend. Dat heeft deels met het orkest en Thielemann te maken die de muziek conform de tekst laten smachten, kreunen, zuchten, huilen, lachen, liefhebben, instorten en weer opstaan, maar zeker ook met Fleming die zorgt voor een melodielijn die koestert, omhelst, troost, verleidt en bovenal ontroert en diep onder de huid gaat zitten.


Aanbevolen opnamen


opera 220Lees en luister ook