Album van de week Preghiera
Met het album Preghiera, Italiaans voor gebed, scheppen de deze week zeventig geworden violist Gidon Kremer, de jonge klavierleeuw Daniil Trifonov en celliste Giedré Dirvanauskaité een bron van overdenking in een wereld die daar nauwelijks meer ruimte voor biedt. Ze benen de pianotrio’s van Rachmaninov op prachtige wijze uit.
‘De muziek is altijd mijn roeping geweest’
Vioolvirtuoos Fritz Kreisler en klavierleeuw Sergei Rachmaninov gaven samen de nodige recitals. Over één ervan bestaat een beroemde anekdote. Halfweg de Derde Vioolsonate van Edvard Grieg raakt Kreisler het spoor bijster in de partituur. Enigszins in paniek fluistert hij Rachmaninov toe: ‘Waar zijn we?’ Waarop de Rus onverstoorbaar, zonder een noot te missen, antwoordt: ‘In Carnegie Hall.’ Er is slechts één probleem: in de analen van de beroemde New Yorkse concertzaal is geen gezamenlijk optreden van deze twee musici terug te vinden. Maar je moet een goed verhaal nooit met de waarheid verpesten.
Helder is wel dat beide mannen veel bewondering voor elkaar koesterden. Ze bewerkten over en weer ook muziek van de ander. Kreisler en Rachmaninov bogen zich zelfs gezamenlijk over een arrangement van het langzame deel uit het Tweede Pianoconcert van de Rus. In dit geval krijgt de viool de melodie en piano de begeleiding. Ze doopten deze bewerking Preghiera, Italiaans voor gebed, en zo klinkt het ook. De viool lijkt te mediteren. Het is een gepaste opening voor een album, waarmee de 70-jarige Gidon Kremer deels op zijn lange loopbaan terugkijkt. ‘De muziek is altijd mijn roeping geweest’, zegt hij. Het was dan wel in eerste instantie een opgelegde roeping. Zijn vader was de enige Holocaust-overlevende uit zijn familie. Zoon Gidon moest het leed van vijfendertig moorden verzachten. Hij moest een uitgesproken Jood zijn, eiste zijn vader, én een beroemd violist. Toen hij het podium betrad gedurende de finale van het Tsjaikovski Concours in 1970 zei hij tegen zichzelf: ‘Ik moet bewijzen dat het beroep, dat ik niet zelf gekozen heb, mijn beroep is geworden.’
Rachmaninovs eerbetoon aan Tsjaikovski
Zijn levensgeschiedenis is een fascinerende. Kremer leefde twee levens, het ene van hemzelf en het andere van zijn vader. ‘Ik was de rechtvaardiging van het feit dat hij de oorlog overleefd had. Gidon, het tweede leven van de man die gespaard was gebleven.’ Vaak klinkt er iets rauws en hoekigs door in het spel van de violist. In Rachmaninov toont hij met twee jonge musici – pianist Daniil Trifonov en celliste Giedré Dirvanauskaité – zijn romantische hart. Dat begint al met de Preghiera, dat als een hymne naar boven stijgt. En je kunt nauwelijks de neiging bedwingen om het refrein te reciteren uit de hit, die popartiest Eric Carmen, op deze melodie schreef: ‘All by myself, don’t wanna be, all by myself.’ De viool is de stem van eenzaamheid. En zo grijpt het begin de luisteraar al meteen bij de keel.
En dan is het nog niet eens de beurt aan het indrukwekkende werk dat in het hart van dit Rachmaninov-album staat: het Tweede Trio Élégiaque. Het is een monumentaal stuk muziek, van zo’n vijftig minuten, waaraan de Rus begon op de dag dat hij hoorde over de dood van Pjotr Ilitsj Tsjaikovski. Rachmaninov trok zich terug in alle eenzaamheid om eraan te werken. Hij kon niet anders, iets dreef hem ertoe een ode te componeren aan een man die een groot muzikaal voorbeeld was. ‘Al mijn gedachten, gevoelens en kracht wijdde ik hieraan’, schreef hij. Boven de klaagzang van de vleugel verheffen zich de stemmen van viool en cello. De pianist Daniil Trifonov legt een poëtisch fundament voor de emotionaliteit van beide strijkers. En net zoals in de Preghiera aan het begin blijft de overdenking de rode draad in het geheel. De musici leiden ons een andere wereld binnen, een universum dat losstaat van het leven van alledag.
Welke vragen wil Kremer nog opwerpen?
Het Eerste Trio Élégiaque is als afsluiter in zeker zin een stap terug in de tijd. Rachmaninov schreef het al in zijn studiejaren. Het telt nog geen kwart van de lengte van zijn opvolger. Maar al de intensiteit van Rachmaninovs latere werk ligt er al in besloten. Dat geldt eveneens voor de melancholie die zijn muziek zo karakteriseert. Hierin keren de musici en luisteraars in zekere zin weer terug op aarde. De speelsheid krijgt weer de ruimte om op te bloeien. Voor Kremer is het een bijzonder jaar. Deze week vierde hij zijn zeventigste verjaardag. Zijn Kremerata Baltica bestaat twee decennia. Alle reden om terug en vooruit te kijken. Wat wil hij de wereld nog vertellen? Welke vragen wil hij met zijn spel nog opwerpen? Preghiera, gebed, is een mooie start. Het zet de luisteraar aan tot nadenken, het schept stilte in een lawaaiige wereld. Dat is wat je van grote kunstenaars verwacht.
Aanbevolen opnamen
Luister en lees meer
Top 20 Violisten
In de spotlights Daniil Trifonov
Componist Sergej Rachmaninov
Kijk Kremer speelt Glass
Album van de week Transcendental
Sterk verhaal Aan tafel bij Rachmaninov
Favorieten van Marco Riaskoff