Album van de week Pianotrio’s Sjostakovitsj

Pianist Vladimir Ashkenazy vormde jaren terug een beroemd pianotrio met violist Itzhak Perlman en cellist Lynn Harrell. Nu pakt hij de draad weer op met een nieuwe generatie musici in drie intense werken van Sjostakovitsj.

‘Piano, viool en cello is voor mijn gehoor niet te verdragen’

sjostakovitsj ashkenazyHet pianotrio is een ingewikkelde vorm voor veel componisten. Piano, viool en cello bekken niet lekker samen, vinden ze. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals Joseph Haydn, de uitvinder van dit genre. In het Wenen van zijn tijd schreven ook Mozart, Beethoven en Schubert meesterwerken voor het pianotrio. Maar elders vond men het toch lastig. De Rus Pjotr Ilitsj Tsjaikovski bijvoorbeeld wist niet wat hij ermee moest beginnen. Toen weldoenster Nadezhda von Meck hem om een pianotrio vroeg, antwoordde hij: ‘Vergeef me, ik zou alles willen doen om u te plezieren, maar dit ligt buiten mijn bereik. Het samenspel van piano, viool en cello is voor mijn gehoor simpelweg niet te verdragen. In mijn beleving mengen de stemmen van deze instrumenten niet. De combinatie is een marteling.’ Een jaar later overwon Tsjaikovski zijn weerzin, sloeg aan het experimenteren en schreef vervolgens een van de meest geliefde pianotrio’s uit de klassieke muziek. Daarmee begon hij in Rusland ook een traditie. Tsjaikovski kreeg in de loop der jaren navolging van componisten als Arensky, Rachmaninov en Sjostakovitsj.

Romantiek en rouw in Sjostakovitsj’ pianotrio’s

Sjostakovitsj schreef twee pianotrio’s, die nu op plaat zijn gezet, met de Altvioolsonate, door pianist Vladimir Ashkenazy. Het album is een muzikale biografie. We treffen Sjostakovitsj drie keer aan op een kruispunt in zijn leven. Het Eerste Pianotrio dateert uit de tijd van de verdwijnende onschuld: Sjostakovitsj was nog maar zeventien, hij moest nog in het reine komen met de dood van zijn vader en zelf genas de jonge componist op de Krim van tuberculose. Hij werd er verliefd op het meisje Tatyana, de naam van een van de klassieke heldinnen uit de Russische literatuur en muziek, uit Poesjkins en Tsjaikovski’s Jevgeni Onegin. Romantische lijnen vloeien mooi en rijkelijk, maar er is ook al die nerveuze ondertoon, die zijn latere werk kenmerkt.

Tegen de tijd dat Sjostakovitsj aan zijn Tweede Pianotrio begon was hij getekend door het leven. Hij schreef het in 1943. Zeven jaar eerder raakte hij uit de gratie bij dictator Jozef Stalin. Sjostakovitsj leefde in voortdurende angst voor de klop op de deur van de geheime dienst, een klop die het werkkamp of de dood betekende. In de oorlog moest hij uit zijn stad Leningrad – het huidige Sint-Petersburg – worden geëvacueerd door de komst van de nazi’s. De Duitse belegering duurde jaren en uiteindelijk bleef Leningrad in puin achter. Sjostakovitsj zat middenin een zwarte periode. Dat komt duidelijk naar voren in de noten, die hij opdroeg aan een onverwacht gestorven boezemvriend. Het laatste deel is een dodendans, waarin de Joodse thema’s doen vermoeden dat hij ook verwijst naar de Holocaust. De Sovjet-Unie wenste muziek die het groeiende aantal militaire zeges op de Duitsers bezong, maar Sjostakovitsj verklankte vooral rouw.

Opnamen die nog lang in oor en gemoed natrillen

ashkenazyAshkenazy sluit het album af met de Altvioolsonate, een werk dat Sjostakovitsj voltooide op zijn sterfbed. Muziek vol van verwijzingen. Het langzame deel van een kwartier, waarmee het stuk en het leven van de componist tot een einde komt, was een in memoriam voor Beethoven, zei hij. ‘Stralend en helder.’ Maar dan wel in Sjostakovitsj-stijl. Het is de vraag of dat imponerende slotdeel niet meer over hemzelf gaat. In de eerste noten citeert hij een eigen jeugdwerk en na een quote uit Beethovens Mondschein Sonate, laat hij de openingsthema’s van al zijn eigen symfonieën in vermomming langskomen. De laatste wegstervende noot is ten slotte ‘ter herinnering aan een groot componist’. Ongetwijfeld bedoelde Sjostakovitsj Beethoven, want hij was er de man niet naar om een monument voor zichzelf op te richten. Maar uiteindelijk werd die prachtige Altvioolsonate dat wel. Sjostakovitsj lijkt de rust en vrede te vinden waar hij zo lang naar zocht. Ashkenazy kiest met de Noorse altvioliste Ada Meinich een volmaakte partner voor het werk. Ook in beide pianotrio’s speelt de pianist met  de jongere generatie: de Duits-Hongaarse violist Zsolt-Tihamér Visontay en de Zweedse cellist Mats Lidström.
Voor een pianist is zo’n trio altijd lastig, want om mooi te kleuren met viool en cello, moet hij zijn instrument laten klinken als een strijker. Decennia geleden maakte Ashkenazy een onvergetelijke indruk in het genre pianotrio met violist Itzhak Perlman en cellist Lynn Harrell. Op zijn nieuwe album bewijst de Rus dat hij het triospel nog allerminst verleerd is. Deze opnamen blijven nog lang in het oor en het gemoed natrillen.


Aanbevolen opnamen

sjostakovitsj ashkenazyargerich kremer maiskyashkenazy shosta preludes


componisten 20e eeuw 220Lees en luister ook