Album van de week Pärts onbekende verhaal

© Kaupo Kikkas

Met deze opnamen van zijn vier symfonieen vertelt de bekende componist Arvo Pärt een onbekend verhaal. Het verhaal van een levenslange zoektocht.

Permanente vernieuwing

De tweede helft van de twintigste eeuw was een muzikaal chaotische periode. Een veelheid aan stijlen en een continue vernieuwingszucht zorgde voor een snel verschuivend landschap. In West-Europese landen bouwde een groep componisten, waaronder ook Stockhausen en Boulez, hun muziek op geordende systemen, waarin wiskundige principes en complexe verhoudingen heer en meester waren. Hun composities lijken in de oren van velen, ondanks de orde waaraan ze ontsproten, soms ware kakofonieën. In Amerika zochten componisten als Philip Glass en Steve Reich de vernieuwing in een andere hoek. Hun  muziek centreerde zich rond herhaling of totale verstilling. Weer andere toondichters richtten zich meer op het geluid zelf en zochten de grenzen van klank op, al dan niet met behulp van high-tech apparatuur. Dergelijke experimenten leverden niet altijd even aangenaam klinkende en begrijpelijke muziek op. Niet dat de componisten daar zelf een probleem mee hadden: het doel was niet muziek te creëren die prettig in het gehoor lag.

De uitzondering

Arvo Pärt is daarin een uitzondering: zijn muziek streelt wel degelijk het oor. Van de vele componisten uit de tweede helft van de twintigste eeuw is hij een van de degenen wiens muziek nog steeds grote populariteit geniet en zijn trouwe publiek heeft ook leden buiten de wereld van de reguliere klassieke muziekliefhebbers. Arvo Pärt lijkt synoniem voor begrijpelijke, licht-verteerbare muziek. In een tijd dat schoonheid in de muziek – ‘mooie’ muziek – haast taboe was, durfde hij welluidende composities te schrijven. Dat zijn dan ook de werken waarmee hij grote bekendheid verworven heeft. Het grote publiek kent de Est van zijn spirituele, verstilde stukken als Fratres, Tabula Rasa, Für Alina en natuurlijk Spiegel im Spiegel. Deze zijn ook vandaag nog onverminderd populair. Minder bekend zijn echter de andere gezichten van Pärt. Een Pärt die lang niet altijd rust en stilte opzocht; een Pärt die pas na een vele omwegen zijn doel bereikte.

Biografie

Onlangs verscheen  – op ECM, het label waarop sinds Tabula Rasa in 1984 alle eerste opnamen van zijn belangrijke werken verschenen – een nieuw album van Arvo Pärt dat recht doet aan zijn hele verhaal. Het is een biografisch album, dat een leven lang experimenteren, een leven lang zoeken en zwerven verklankt. Een lastige taak, zeker met het uitgebreide en uiteenlopende repertoire van de Est. Hoe een muzikale levensloop uit te drukken in slechts één album? Arvo Pärt: The Symphonies valt handig terug op de meest biografische van alle muziekvormen, het genre dat men in de muziekgeschiedenis zo vaak als rode draad gebruikt: de symfonie. Ook met de dirigent die het NFM Wrocław Philharmonic leidt, werd een slimme keuze gemaakt. Tõnu Kaljuste werkte tijdens zijn carrière regelmatig met landgenoot Pärt. Daarnaast ging hij samenwerkingen aan met vernieuwende componisten als Alfred Schnittke, Krzysztof Penderecki en György Kurtág. Kaljuste kent de muziek van de twintigste eeuw dan ook op zijn duimpje en is daarmee een goede kandidaat voor een verkenning van Pärts levensoeuvre dat, vreemd genoeg, doorspekt is met zeker niet makkelijk in het gehoor liggende avant-gardische verkenningen. Alle vier de symfonieën werden voor dit album opnieuw opgenomen

Vergeten werken?

Vaak zijn Pärts symfonieën niet te horen. Het lijken vergeten werken. De tijdspanne van ruim 45 jaar waarin de stukken ontstonden, geeft de vier symfonische pilaren echter genoeg recht van spreken. De cyclus vertelt het persoonlijke verhaal van een leven lang toondichten. Dat verhaal begint bij de Eerste Symfonie, afkomstig van de afstuderende Pärt, nog zoekende naar zijn eigen taal. Zijn later zo toegankelijk muziek neemt een complexere gestalte aan, die van atonale twaalftoonsmuziek gegoten in middeleeuwse en barokke vormen. Wel steken verstilling en klankexperimenten al met regelmaat de kop op als een voorspelling van zijn latere werk. Ook in Pärts Tweede Symfonie herkennen we nog een hedendaags componist. Het vrij academische werk zit vol met avant-gardistische technieken. Af en toe horen we zoete melodieën die, als een collage, in de symfonie zitten geplakt. Hen is echter geen lang leven beschoren: wreed worden ze afgekapt door abstracte toonspinsels.

Omslag

Pas in de Derde Symfonie begint het werk van de componist langzamerhand zijn nu meest bekende vorm aan te nemen. Het werk kwam tot stand tijdens een periode waarin Pärt een steeds religieuzere richting in sloeg. Weg zijn alle drukke, wiskundig geordende structuren. Melodische eenvoud, geïnspireerd op middeleeuwse muziek, staat hier grotendeels centraal. Pärt lijkt soms zelfs klassieke en romantische klanken te vinden. De oase die Derde Symfonie heet is daarmee een flinke breuk met de eerdere symfonieën. Maar de échte, definitieve scheiding horen we pas in de Vierde Symfonie. Dit relatief jonge werk, geschreven in 2008, belichaamt alle aspecten van zijn bekendere werken. Toen de componist in 1976 Für Alina presenteerde, was de artistieke metamorfose die zich ten tijde van de Derde Symfonie afspeelde, voltooid. Zijn nieuwe taal veroorzaakte een paradox: zij brak dusdanig met de gangbare avant-garde-praktijk door haar eenvoudige klanken, dat zij revolutionair werd. In de Vierde Symfonie herkennen we de huidige Pärt. Letterlijk en figuurlijk een tijdloos werk dat een verre atmosfeer, een unieke wereld creëert. De zoektocht is voltooid, eindelijk regeert de stilte.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook