Album van de week Le Nozze di Figaro
De aanstaande chef-dirigent van de Metropolitan Opera, Yannick Nézet-Séguin, blijft parels rijgen aan zijn Mozart-ketting. Kan New York zich opmaken voor een nieuwe glorietijd?
Nézet-Séguin wordt chef in de Met, het walhalla van de opera
Ooit heette New York Nieuw-Amsterdam. Nederland kocht het eiland Manhattan voor zestig gulden van de Indianen aan het begin van de zeventiende eeuw. Maar een halve eeuw later nam Engeland de macht in het gebied over. Toch herinneren allerlei namen in de stad – zoals Brooklyn en Harlem – nog aan dat verre verleden. Als het gaat om klassieke muziek zal New York over een paar jaar weer uitgroeien tot een Nederlandse kolonie. Onze eigen Jaap van Zweden wordt chef-dirigent van de New York Philharmonic en de Canadees Yannick Nézet-Séguin verhuist – na tien jaar in Rotterdam – naar de andere kant van het Lincoln Plaza, waar hij de Metropolitan Opera gaat leiden. Dat in de opera een grote kracht van Nézet-Séguin ligt, konden we het afgelopen decennium horen bij De Nationale Opera in Amsterdam, in onder meer Verdi’s Don Carlo, Puccini’s Turandot en De Zaak Makropoulos van Janáček. De dirigent zal de artistieke scepter in New York overnemen van James Levine, die in 2020 afscheid neemt na een regeerperiode van liefst 45 jaar. Een twee maanden oude baby was Nézet-Séguin, toen Levine aantrad. De muzikale vermoeidheid werd voelbaar de afgelopen jaren, en de keuze voor de energieke Canadees lijkt een logische stap. De Met wordt dan wel gezien als het walhalla van de opera, maar het theater heeft altijd al moeite om het hoofd boven water te houden.
Nézet-Séguin was de laatste jaren kind aan huis bij de Metropolitan: vijftig voorstellingen dirigeerde hij daar. Zijn extraverte karakter staat haaks op de geslotenheid van zijn voorganger. Levine zal geen selfies met ontbloot bovenlijf op Facebook zetten zoals Nézet-Séguin. Dat is het verschil tussen een zeventiger van de oude school en een begin veertiger, die zich geliefd heeft gemaakt bij orkesten, zangers, publiek en media. Een bevlogen dirigent van een jonge generatie, zonder angst om ook als mens naar buiten te treden.
In de tweeslachtigheid zit de aantrekkingskracht van Mozart
Wat het New Yorkse publiek te wachten staat, is ook te beluisteren op de Mozart-cyclus waaraan Nézet-Séguin vier jaar geleden begon voor het label Deutsche Grammophon. De reeks telt zeven opera’s en begon met een sensationele Don Giovanni, toch het ijkpunt wanneer als het gaat om theatercomponist Mozart. De albums geven een eerlijk beeld, aangezien het gaat om live-opnamen, weliswaar concertant maar toch – niemand kan zich op het podium in Baden-Baden verstoppen achter de studiomicrofoon. Na Cosi fan tutte en Die Entführung aus dem Serail is de dirigent nu aangekomen bij Le Nozze di Figaro, een gewaagd werk van Mozart en librettist Lorenzo da Ponte, omdat ze daarin de privileges van de adel op de hak namen, in dit geval het oude recht van de graaf op de eerste nacht met de bruid van een van zijn bedienden. Het oorspronkelijke toneelstuk van Beaumarchais werd in Wenen verboden, want de Fransman schopte stevig aan tegen het erven van macht door de adel. Niettemin maakten Da Ponte en Mozart er een opera van, zonder de scherpste politieke kanten van het origineel. Wenen ontving het werk koel, maar Praag bejubelde het. Dat is het verschil tussen Oostenrijkse heersers en Tsjechische onderdanen. De muziekgeschiedenis bewees het ongelijk van de Weners: Le Nozze di Figaro behoort tot de populairste opera’s uit het komische genre. De karakterschetsen zijn prachtig, de aria’s ontroerend, de ensembles virtuoos. En onder de lach vloeit tegelijkertijd een traan; dat is de kracht van de drie Da Ponte-opera’s. In Mozarts tijd waren componisten veroordeeld tot een happy end. De Cosi, Don Giovanni en Le Nozze lijken aan dat vereiste te voldoen, maar intussen voel je als luisteraar dat gaandeweg het verhaal er iets voorgoed breekt. De lach aan het slot glanst niet, maar is dof. In het geval van Le Nozze betekent dat: het huwelijk is gered, maar het vertrouwen is verdwenen. Deze tweeslachtigheid verklaart de aantrekkingskracht van Mozart.
Het vonkt en brandt tussen Figaro en Susanna
Nézet-Séguin heeft een gelouterde sterrencast, die weet hoe die ambivalentie over het voetlicht moet worden gebracht. De Amerikaanse bariton Thomas Hampson geeft de viriele graaf een vleugje desillusie mee. Ooit sleepte hij zijn Rosina voor de poorten van de hel binnen in De Barbier van Sevilla – later op muziek gezet door Rossini – maar hun huwelijk lijkt uitgeblust. Alleen als hij vermoedt dat zijn gravin warme gevoelens koestert voor de knaap Cherubino brandt zijn liefde nog, maar in de vorm van jaloezie. En zijn vrouw, geweldig vertolkt door de Bulgaarse sopraan Sonya Yoncheva, verdrinkt in haar verdriet, al blijft ze trouw in de hoop op betere tijden. De jonge Amerikaanse Angela Brower ‘overrompelt als testosteronbom Cherobino’, schreef Trouw. En het vonkt en brandt tussen de bedienden Figaro (Luca Pisaroni) en Susanna (Christiane Karg), die uit de amoureuze greep van de graaf proberen te blijven. Onder leiding van Nézet-Séguin dendert het verhaal op zijn onvermijdelijke slot af. Soms gunt hij je geen tijd om op adem te komen, een andere keer kiest hij juist voor een bedachtzame en boetserende aanpak die alle gelegenheid biedt om de ingewikkelde intriges weer even op een rij te krijgen. Nézet-Séguin manifesteert zich als theaterdier bij uitstek, met altijd oog voor het hart van de muziek, het orkest, dat de zangers tot grote hoogten stuwt.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Operastrip Le Nozze di Figaro
Operastrip Don Giovanni
Operastrip Cosi fan tutte
Componist Wolfgang Amadeus Mozart
Animatie De jonge Mozart
Top 10 Tenoren