De Nederlandse pianist en componist Joep Beving heeft de wereld inmiddels ruimschoots veroverd met zijn sympathieke pianoklanken vol ‘simpele’ melodielijnen en repetitieve structuren. Op zijn jongste album, het sluitstuk van de trilogie die begon bij Solipsism, omringt hij de Schimmelpiano van zijn grootmoeder voor het eerst met elektronische klanken, strijkers en meer. Alsof Beving werkelijk uit zijn schulp komt en de wereld eindelijk weer omarmt.
‘We denken dat we individuen zijn, maar we zijn niets anders dan machines. We hebben het gevoel dat we wakker zijn, heel erg wakker, maar in werkelijkheid slapen wij.’ Het is het meest fatalistische stukje uit de summiere toelichtende tekst bij Henosis, het nieuwe album van Joep Beving en het sluitstuk van de trilogie die begon met Solipsism en verder ging met Prehension. Hoewel de muziek niet allerwegen opwekkend en vaak donker melancholisch klinkt, is de meditatief filosofische gedachte van Beving achter de noten ook deze keer niet geworteld in pessimisme, maar juist een alomvattende boodschap van universele verbondenheid.
Oosterse levensfilosofie
Henosis betekent zoveel als ‘eenheid’, en in Platonische zin ‘verbondenheid’ met de bron van de realiteit, of iets mystieker uitgedrukt: de bron waar wij uit voortkomen. In deze betekenis is ieder mens een microkosmos die in zich de macrokosmos van het universum weerspiegelt. Het klinkt wat zwaar misschien, maar na Solipsism, dat vooral een onderzoek naar de eigenheid van het individu was en Prehension, dat zich op het begrijpen van de ander richt, is Henosis de logische conclusie dat wij allen uit dezelfde bron afkomstig zijn en dat wij allen verbonden zijn. En om het even door te trekken: dat strijd en dualiteit daarom uiteindelijk overbodig zijn. In die zin lijkt Beving te passen binnen het zogenaamde non-dualisme dat zijn wortels heeft in Oosterse levensfilosofieën en dat zich inmiddels als een olievlek over de westerse wereld verspreidt.
Zingeving
Maar genoeg over de achterliggende gedachten, want Beving is in de eerste plaats een componist en musicus die ook zonder dat de finesses van zijn zelfonderzoek en de zoektocht naar de zin van het leven duidelijk zijn. Omdat zijn werk bovenal heel direct communiceert en daarmee velen raakt. Ongetwijfeld omdat uit zijn muziek een universeel verlangen naar zingeving spreekt. De boomlange Beving belandde ooit in de snelle wereld van reclame en marketing en gebruikte zijn muzikale kennis om vele consumenten tot koop van wat dan ook te verleiden. Op het moment dat de man die ooit begonnen was aan een conservatoriumstudie en zich uitleefde in jazzbands, vastliep in zijn dagelijks leven, overleed zijn grootmoeder en adopteerde het gezin Beving haar Schimmelpiano. In verloren, nachtelijke peinsuren herontdekte Beving de toetsen en zette hij zijn twijfels, zuchten en gedachten om in korte, sobere sfeerstukken. Hij deelde zijn noten op Facebook en Spotify en opeens was het hek van de dam. Inmiddels is hij een van de meest gestreamde artiesten met wereldwijd 250 miljoen streams. Zijn album Solipsism verscheen in eerste instantie nog in eigen beheer, maar al snel werd hij ingelijfd bij Deutsche Grammophon.
Huis-tuin-en-keukenpiano
Zijn instrument was en bleef al die tijd die ‘huis-tuin-en-keuken Schimmelpiano van zijn grootmoeder. Hij nam Solipsism met minimale middelen op in zijn eigen keuken en ook Prehension ontstond op vergelijkbare wijze. ‘Het instrument heeft mij muzikaal gevormd. Het heeft grote diepte en tederheid’, zo verklaarde hij zijn liefde voor de klank van deze piano al eens. En meer had hij ook niet nodig. Het droeg bij tot de herkenbaarheid van zijn haast minimalistische melodieën met summiere akkoordondersteuning die als een warm golfslagbad van kabbelende patronen hun weg vonden naar het oor, en belangrijker, het hart van de luisteraar.
Harmonie der Sferen
Ook op het album Henosis is de geliefde piano van Beving nog steeds veelvuldig aanwezig, maar het is niet meer de enige ster van de plaat. Alsof de componist de kleinmenselijke dimensies van het ego verlaten heeft, zo vindt hij zijn weg in kosmische elektronische klanken zoals in het zes minuten durende Klangfall, even warme en filmische als ritmisch stekende strijkers zoals in Aeon en etherische koorzang (van Cappella Amsterdam) zoals in datzelfde Aeon en Apophis. De eenvoud is gebleven, de direct aansprekende melodieën en de peinzende pianobegeleidingen à la de Satie van de Gymnopédies en Gnossiènnes zoals in Philemon en Implikigo, vormen nog steeds de basis van zijn taal, hij vat het nu alleen in een groter geheel, in een grotere ruimte. En het resultaat is alsof Beving de Harmonie der Sferen waar de oude Grieken het al over hadden herontdekt en heruitgevonden heeft en deze vat in een taal die voor iedereen anno nu te begrijpen is. En dat nodigt weer uit tot ruim anderhalf uur meedromen, ruimtereizen, geestverruimen en reflecteren. Een heerlijke klanktrip op de vleugels van een wonderlijk eenvoudige keukenpiano.