Album van de week De Vivaldi van Harriet

© Marco Borggreve

Na een hardnekkige blessure is de Nederlandse celliste Harriet Krijgh al weer enige tijd helemaal terug. Niet alleen schittert ze op vele internationale podia, ook tekende ze een exclusief contract bij DG. Haar debuut-cd is geheel gewijd aan Vivaldi en zijn celloconcerten. Een keus die meer voor de hand liggend is dan het lijkt.

Wenen

Lange tijd was Harriet Krijgh een goed bewaard geheim voor de Nederlandse muziekliefhebber. Al op 13-jarige leeftijd vertrok ze van Utrecht naar Wenen, waar ze niet alleen studeerde, maar zich ook in de luwte kon ontwikkelen tot een begenadigd celliste. Vanaf het moment dat ze zichzelf rijp achtte voor het grotere werk en haar internationale ster snel rees, werd ze ook in Nederland omarmd. De tol kwam vorig jaar met een hardnekkige peesblessure die haar zo’n acht maanden van het musiceren afhield.

Favoriet

Inmiddels is ze helemaal terug. Ze mag zich sinds mei 2019 celliste noemen van het roemruchte Artemis Quartet en ze geldt, nu haar debuut-cd onlangs verschenen is, als een van de artiesten uit de even roemruchte stal van het gele label. Een dapper debuut, want de celloconcerten van Vivaldi zijn allesbehalve onontgonnen terrein. Er bestaan mooie opnamen van vroegere en hedendaagse grootheden als Mstislav Rostropovitsj, Paul Tortelier, Heinrich Schiff, Pieter Wispelwey, Jean-Guihen Queyras en Sol Gabetta, om er maar een paar te noemen. Samen met Amsterdam Sinfonietta onder leiding van Candida Thompson die ook de soloviool ter hand neemt in het dubbelconcert voor viool en cello, weet Krijgh zich met gemak tussen dit illustere gezelschap te scharen. Sterker nog: de opname heeft alles in zich om tot een van de absolute favorieten uit te groeien.

Cello als soloinstrument

De keus voor Vivaldi is eigenlijk logisch. Niet alleen is Harriet Krijgh al sinds haar vroegste jeugd met Vivaldi bezig, hij was nu eenmaal ook de eerste grote componist die cello een plek gaf als solo-instrument. Natuurlijk hebben we de onovertroffen Cellosuites van Bach, maar het was Vivaldi die zowel het destijds vernieuwende soloconcert mede vorm gaf als ook de cello daarin rijkelijk bedeelde. Hij schreef naast een voorraad cellosonates maar liefst zevenentwintig celloconcerten, een concert voor twee cello’s en een dubbelconcert voor cello en viool. Daarbij is Vivaldi al lang niet meer die man die ‘honderd keer hetzelfde stuk schreef’, zoals er zeker tot het einde van de twintigste eeuw dankzij Igor Stravinsky laatdunkend over zijn enorme oeuvre werd gesproken. Tegenwoordig heeft Vivaldi op zijn minst ‘een herkenbare signatuur’. Bovendien is Vivaldi ook echt veel meer dan de man die zo leuk de muziekafdeling van het Venetiaanse meisjesweeshuis Ospedale della Pietà onder zijn hoede had en ooit een tophit schreef met de Vier Jaargetijden. Sterker nog: de vier ‘vioolconcerten’ die de Vier Jaargetijden vormen zijn echt geen uitschieter in zijn oeuvre. Bovendien zijn ze zeker voor die periode in de late barok, veel bijzonderder dan men tegenwoordig vaak beseft.

Ongehoorde sonoriteiten

Vivaldi had vrij spel met zijn verweesde meiden. Hij kon beschikken over een uitgebreid instrumentarium, waar alle noviteiten van het moment tussen zaten. En hij kon naar hartenlust experimenteren om zijn muziekpupillen bezig te houden. Dat resulteerde niet alleen in soloconcerten voor destijds absoluut niet gangbare solo-instrumenten als de fagot, de hoorn, de piccolo en de cello, maar ook in nieuwe wegen, vormexperimenten en ongehoorde sonoriteiten die hij uit de beschikbare ensembles wist te toveren. Eigenlijk was Vivaldi in zijn eentje voor de vroege achttiende eeuw wat Karlheinz Stockhausen, Pierre Boulez, John Cage en Philip Glass samen voor de tweede helft van de twintigste eeuw betekenden. Zo zijn de overbekende Vier Jaargetijden qua vorm en uitdrukking hun tijd ver vooruit en etaleren die concerten al een pas in de twintigste eeuw werkelijk gangbare montagetechniek qua vorm en een ‘beeldtaal’ die pas in de filmmuziek van diezelfde twintigste eeuw tot volle bloei kwam. Het is niet voor niets dat de immer nieuwsgierige Johann Sebastian Bach een grote belangstelling aan de dag legde voor het werk van zijn Italiaanse vakbroeder en veel van hem bewerkte en kopieerde.

Cum dederit delectis suis somnum

Veel van de elementen die in de Vier Jaargetijden samen komen, zijn terug te vinden in de soloconcerten waarin de cello een hoofdrol vertolkt. Wat dat aangaat is de keus die Harriet Krijgh en Amsterdam Sinfonietta hebben gemaakt uit het immense oeuvre absoluut representatief. Bovendien spelen ze alles zeer dynamisch met een scherp oor voor de schoonheid en de verrassende momenten die in elk deel wel te vinden zijn. Absolute hoogtepunten zijn het samenspel van de cello van Krijgh en de viool van Sinfonietta-leidster Candida Thompson in het Concert voor viool, cello, strijkers en basso continuo in Bes RV 547, het ademstokkende begin en eigenlijk ook de rest van het zeer ‘modern’ klinkende Celloconcert in c RV 401 en het Largo uit de Triosonate in c RV 83 dat zich laat beluisteren als de basale inspiratie voor Bachs onovertroffen Erbarme dich. En wie niet gaat zwelgen in weemoed, melancholie en verlangen (en diepe erotische gevoelens voor wie de Bondfilm Spectre heeft gezien waarin het fragment gebruikt wordt als opmaat voor de voor 007 karakteristieke de-schurk-is-gepakt-en-nu-pak-ik-zijn-vriendinnetje-liefdesscène) bij de instrumentale bewerking van de aria Cum dederit uit Nisi Dominus RV 608 heeft zich waarschijnlijk al jaren geleden in laten vriezen.