Album van de week Alle Beethoven kwartetten
Het Takács Kwartet won vele prijzen voor zijn Beethoven-opnamen. En nu zijn al deze strijkkwartetten één box samengebracht. De muziek legt het wezen van de componist bloot, maar stelt de vertolkers tot het uiterste op de proef. ‘Er is altijd dat opwindende gevoel van gevaar’, zegt Edward Dusinberre, primarius van het Takács.
‘Ik heb de kwartetten gemaakt voor een nieuwe eeuw’
De kwartetten van Beethoven zijn zoektochten voor vier musici. Je zou ze het liefst puur technisch willen benaderen, erkent de Britse violist Edward Dusinberre, primarius van het Takács Kwartet. Maar in dat geval verliest de muziek haar emotionele kracht. Tot welke worsteling dat leidt, blijkt al in Beethovens tijd. Voor het Schuppanzigh Kwartet schrijft de componist zijn drie Razumovsky-kwartetten, opgedragen aan een adellijke Russische weldoener. Violist Ignaz Schuppanzigh vindt ze te ingewikkeld, cellist Bernhard Romberg vertrapt zijn partituur als hij ‘een banaal thema’ te spelen krijgt, en de tweede violist Felix Radicati oordeelt zelfs dat dit ‘helemaal geen muziek’ is. ‘Deze stukken zijn niet bedoeld voor jullie’,
antwoordt Beethoven de critrici. ‘Ik heb ze gemaakt voor een nieuwe eeuw.’
En dat klopt. Na zijn vroege zes strijkkwartetten slaat Beethoven wegen in die voor hem geen componist ging, die zelfs nu nog vernieuwend aandoen. Grote kwartetten kunnen zich nog altijd verliezen in deze muziek. Takács-primarius Dusinberre beschreef ooit in een artikel in The Guardian de vele invalshoeken die het Achtste Strijkkwartet bieden. ‘Cellist András maakt zich zorgen dat we te agressief onze strijkstokken gebruiken, en dat we beter kunnen focussen op een lichtere
aanpak. We sturen hem de zaal in, zodat hij kan inschatten hoe het daar overkomt. Hij bevestigt dat het geluid van mijn viool te licht is, en meer bite nodig heeft. Onze altvioliste Geri vindt dat we in de daaropvolgende stilte als bevroren op onze stoelen moeten zitten, want de spanning vermindert als ik draai op mijn stoel. En bij het begin van het langzame deel suggereert tweede violist Károly dat ik een minder volle klank gebruik. Wanneer hij dan invalt, is het geluid puurder, lijkt het op een kerkkoor. We moedigen elkaar aan meer benaderingen te proberen, om op die manier trouw te blijven aan de zoekende aard van de muziek zelf.’
Op een dag speel je niet de muziek, maar ben je de muziek
Het uitvoeren van de Beethoven-kwartetten is fascinerend maar beangstigend, schrijft Dusinberre. ‘Wij voelen ons als tennissers in een benarde positie, die al hun geestelijke en lichamelijke vermogens moeten aanspreken. We repeteren deze muziek vele jaren, maar een Beethoven-kwartet vertolken, roept nog altijd een opwindend gevoel van gevaar op.’
De stemmingen wisselen soms abrupt. Na een heftig openingsdeel volgt dan een adagio, waarin iemand het leven overdenkt onder een stille sterrenhemel. ‘Als we dan met langzame streken die eerste zachte noten spelen, razen onze harten nog. Ik probeer een atmosfeer over te brengen van een wonderlijke vredigheid, terwijl het zweet langs mijn neus stroomt en op het voorblad van mijn viool druppelt.’
Het duurde een kwart eeuw, voordat het Takács Kwartet de studio inging om Beethoven op te nemen. Dan lange wachten, het eindeloos repeteren, talloze uitvoeringen – er stroomde heel wat water door de Donau, voordat het zover was. Maar juist het eindeloze geduld, het jarenlang – soms vergeefs – kloppen op de deur die Beethoven heet, stelde de musici in staat om elke noot vijftig keer binnenstebuiten te keren. En dan komt op een dag het moment, dat je niet de muziek speelt, maar de muziek wordt. En dat lijkt er te gebeuren in deze opnamen van het Takács-kwartet.
‘Kunst mag niet stilstaan’, vond Beethoven
Zoals veel kwartetten onderging het Takács de nodige wijzigingen. Het verhaal begon in 1975 met vier conservatoriumstudenten uit de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Onder hen eerste violist Gábor Takács-Nagy, naar wie het kwartet werd genoemd. Drie van hen musiceerden regelmatig samen – tweede violist Károly Schranz ontmoetten ze tijdens een potje voetbal. Het klikte meteen. In de vijf daaropvolgende jaren won het kwartet tal van prijzen. Maar het leven achter het IJzeren Gordijn, onder de harde hand van communistisch dictator János Kádár, vervreemdde de mannen van hun vaderland. Begin jaren tachtig besloten ze uit te wijken naar de Verenigde Staten. Daar kregen ze een plek aangeboden als quartet-in-residence aan de Universiteit van Colorado in Boulder, een stad niet ver van Denver, aan de voet van de Rocky Mountains.
De immigratie bracht de nodige onderlinge spanningen mee. Takács haakte af met een handblessure. De Engelsman Dusinberre kwam. Altviolist Gábor Ormai stierf aan kanker. Hij kreeg twee opvolgers: eerst de Brit Roger Tapping – die de Beethovencyclus voor zijn rekening nam – en later de Amerikaanse Geraldine Walther. Van de oude kern bleven tweede violist Károly Schranz en cellist András Fejér over.
De Beethoven-cyclus typeert zich door het beste van twee werelden: de Britse precisie van Dusinberre en Tapping en de Hongaarse hartstocht van Schranz en Fejér. Niet voor niets werd het kwartet overladen met prijzen voor hun drie delen Beethoven, die het begin deze eeuw uitbracht. Het is mooi dat deze prachtige opnamen nu allemaal in één box te krijgen zijn. ‘Kunst mag niet stilstaan’, vond Beethoven. Een motto dat op het lijf van het Takács Kwartet geschreven lijkt.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Top 10 Strijkkwartetten
Sterk verhaal Beethoven in de cel
Top 10 Ludwig van Beethoven
Het meesterwerk Beethovens Keizersconcert
Top 10 Klassieke muziek apps
Top 5 De Mondscheinsonate
leren spelen via YouTube