Dat Nora Fischer werd gekozen als boegbeeld van de ‘Klassiek voor jou’-actie 2018 was zo gek nog niet. Al met haar debuut-cd op DG, het door vrije geesten even hoog geprezen als door puristen verguisde HUSH, maakte ze duidelijk dat er voor haar geen grenzen bestaan en dat klassiek net als popmuziek iedereen aan kan spreken. Samen met gitarist Marnix Dorrestein vertolkte ze liederen van onder anderen Monteverdi en Purcell als waren deze barokcomponisten hedendaagse singer/songwriters. Met alle respect voor de noten hervormde ze de barokke composities tot moderne grensoverschrijdende luisterliedjes. En als iemand op dit moment op de meest natuurlijke manier grenzen slecht tussen verschillende genres, dan is het deze dochter van Ivan Fischer, de in zekere zin even onconventionele dirigent van het Budapest Festival Orchestra. Hoewel FOLK, de cd die gekoppeld werd aan Klassiek voor jou, gevuld is met werken van Maurice Ravel en Béla Bartók, toch onmiskenbaar componisten die tot het klassieke genre gerekend worden, is bij Fischer, zoals inmiddels gewoonlijk, niets wat het lijkt.
Muzikale vrijheid
Al tijdens haar opleiding bewandelde de (mezzo)sopraan onconventionele wegen. Ze begon aan het Conservatorium van Amsterdam aan de klassieke zangopleiding, maar werd al na één semester weggestuurd. ‘Ik hield niet van de klassieke manier van zingen’, zei ze al eens ter verklaring. ‘Te veel vibrato en veel te luid.’ Fischer koos een ander pad dat leidde via een studie muziekwetenschap en psychologie naar het Complete Vocal Institute in Kopenhagen. Bij dit instituut, dat zang doceert op basis van de technieken van Cathrine Sadolin, vond Fischer haar muzikale vrijheid en ontwikkelde ze zich tot allround zangeres. Met de Masters New Audience and Innovative Practice aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag bepaalde zij vervolgens definitief haar weg.
De schijn van traditie
Inmiddels wordt de zangeres al vergeleken met een alleskunner als wijlen Cathy Berberian, de eerste echtgenote van componist Luciano Berio die voor haar onder andere de beroemde Sequenza III voor stem schreef. Op de cd FOLK, met Daniël Kool achter de piano, lijkt Nora Fischer traditionelere wegen te bewandelen, maar dat is slechts schijn. Hoewel ze geen noot veranderde, klinken de zettingen van volksliederen van Bartók en Ravel niet als traditionele klassieke meesterwerken, maar als de volksliedjes zoals deze ooit bedoeld waren. Songs voor feest, plezier, liefde, leed, rouw en troost die voor iedereen begrijpelijk en zelfs nazingbaar zijn. FOLK slecht zo niet alleen grenzen tussen genres, Fischer leert ons ook dat muziek van ons allemaal is, dat er allen maar goede en slechte muziek bestaat, en dat we allemaal het recht hebben om te zingen. En dat is een even perfecte als krachtige boodschap.