Focus Concertzaal 2.0

Baldur Bronniman
Baldur Brönnimann © João Messias/Casa da Música

Hoe krijg je meer publiek naar de concertzaal? De klassieke wereld peinst er al jaren over. Dirigent Baldur Brönniman blogde deze week tien suggesties.

In januari begint Brönniman als chef van het Symfonieorkest in de Portugese stad Porto. De jonge Zwitserse dirigent werkte in zalen over de hele wereld, van Helsinki tot Auckland en van Bogotá tot Adelaide. Op een van zijn reizen hoorde hij een BBC-interview met Jonny Greenwood, bandlid van popgroep Radiohead, die het bezoeken vaan klassieke concerten een ‘ontmoedigende ervaring’ noemde. ‘Ik vind het allemaal zo formeel: je krijgt een stoelnummer, de programma’s liggen al twee jaar van tevoren vast, en je mag tijdens het concert geen blijk geven van je enthousiasme’, vond popster Greenwood. ‘Alles is zo formeel, ingesnoerd.’

Greenwood zette Brönniman aan het denken, want ‘hij komt niet uit de klassieke wereld, maar heeft wel warme gevoelens voor de muziek die wij maken’. De dirigent ging bij zichzelf de rade. ‘Ik zit vaak in de concertzaal met de gedachte dat ik er niet zou zijn, als ik er geen professionele interesse voor had. Dat is beschamend. Er zijn veel onuitgesproken regels en verboden, die we zwijgend accepteren en die de ervaring van een klassiek concert minder mooi maken dan ze zou kunnen zijn.’ Daarom blogde Brönniman een stuk met de provocerende titel ‘Tien zaken die zouden moeten veranderen in klassieke concerten’. Zijn voorgestelde wijzigingen zullen de komende tijd ongetwijfeld veel stof tot discussie doen  opwaaien.

Verandering 1: publiek moet zich vrij voelen om tussen de delen te applaudisseren

‘Gustav Mahler introduceerde de gewoonte om stil en zwijgend te blijven zitten tot aan het einde van een werk. Na honderd jaar denk ik dat het tijd wordt om dat weer los te laten. Ik houd ervan als bezoekers tussen de delen klappen. Het is een spontane expressie van vreugde en mensen zouden zich vrij moeten voelen om hun emoties te tonen tijdens een concert’, schrijft Brönniman.
Ook Radiohead-gitarist Jonny Greenwood maakte daar in zijn BBC-interview iets over. ‘In een de brieven aan zijn vader schepte Mozart op over het feit dat het publiek – tot zijn grote blijdschap – tijdens een van zijn concerten al na de eerste paar maten begon te applaudisseren.’
Greenwood doelde waarschijnlijk op het slotdeel van Mozarts Parijse Symfonie.

Verandering 2: Orkesten moeten achter de coulissen stemmen

‘Er schuilt iets opwindends in het horen van een symfonieorkest in een grote zaal. We moeten die indruk die de eerste noten van een stuk niet bederven door die magische klanken al weg te geven met een ‘willekeurige’ verzameling geluiden aan het begin van een concert. Een werk als het Vorspiel van Wagners Lohengrin klinkt vreemd, nadat er eerst gestemd is. Die muziek moet beginnen vanuit de absolute stilte.’

Verandering 3: Gebruik van mobiele telefoons toestaan (op stil, dat wel)

‘Ik bedoel natuurlijk niet dat bezoekers moeten telefoneren in de zaal”, schrijft Brönniman, ‘maar in plaats van telefoons uitschakelen, zou het mogelijk moeten zijn om te twitteren, foto’s te nemen en opnamen te maken. Wanneer mensen kaarten kopen, zouden ze het recht moeten krijgen om vast te leggen wat ze zien en hun gedachten te delen met anderen.’

Verandering 4: Minder voorspelbare programma’s

‘De toegiften blijven vaak het sterkst in het geheugen van het publiek hangen. Ik denk dat zalen vaker het risico moeten nemen om niet het hele programma te publiceren, maar alleen de sleutelwerken. Er moet een element van verrassing blijven in elk concert – of dat nu een stuk is, de plek waar het gebeurt, een kleine kamermuzikaal intermezzo of iets anders – gewoon iets onverwachts’, vindt Brönniman.

Verandering 5: Drinken in de zaal

‘Waarom kun je in een popconcert je drankje meenemen de zaal in en mogen we dat niet bij een klassieke uitvoering? Ik hou ervan om te ontspannen tijdens een concert en me te vermaken. Ik wil niet mijn glas in één teug moeten leegdrinken gedurende de pauze.’ Wat Brönniman betreft is het ‘Libiamo ne’lieti calici’ in de zaal. Laat ons drinken uit kelken van vreugde.

Verandering 6: musicus, maak contact met het publiek

‘Velen van ons doen het al’, zegt Brönniman. ‘We spreken het publiek toe voor, tijdens of na een concert. Het is beschamend dat het publiek niet achter de coulissen mag komen. Iedereen zou in staat moeten worden gesteld om musici te ontmoeten en hun gevoelens en meningen over het concert te delen. We leven niet in een ivoren toren en moeten de verplichting voelen om te praten met mensen die dezelfde liefde voelen voor de muziek.’

Verandering 7: orkesten moeten niet spelen in pinguin-kostuums

‘Een oud argument, maar nog steeds waar. Ik denk niet dat de perceptie van een orkest verandert als de musici in gekleurde overhemden spelen, maar rokkostuums horen niet meer bij deze tijd. Die zijn zo negentiende eeuw! Er zijn stijlvolle en betere mogelijkheden.’

Verandering 8: concerten moeten gezinsvriendelijker

‘Mensen met kleine kinderen willen ook graag naar concerten, maar ze moeten de kans hebben om de zaal snel en stilletjes te verlaten als het kroost verveeld raakt. Net als vliegmaatschappijen zouden zalen moeten nadenken over speciale zitplaatsen voor ouders met kinderen, dichtbij de uitgangen. Ik vind het nooit erg als een baby gaat huilen tijdens de muziek, maar mensen – die dat willen – moeten kunnen komen en gaan. Speelplekken, interactieve mogelijkheden en kinderopvang buiten de zaal zijn ook zaken waar directies over moeten nadenken.’

Verandering 9: meer moderne techniek

‘Deel van de charme van de concertzaal is dat je de musici van dichtbij ziet. De moderne bezoeker heeft een andere visuele kijk op zaken dan die van honderd jaar geleden. Waarom geen schermen in concertzalen met close-ups voor mensen achterin de zaal? Waarom helpen we akoestisch moeilijke zalen niet een handje met techniek? Of bieden we meer inhoud om te downloaden voor en tijdens concerten? Er is onnodig veel purisme over moderne technische oplossingen in concertzalen.’

Verandering 10: Een hedendaags werk in elk concertprogramma

‘Elk werk was eens nieuw, en we moeten het klassieke repertoire verbinden met onze eigen levens. Daarom is het goed  muziek uit het nu te spelen. Ik wil niet zeggen dat we geen oude meesterwerken moeten uitvoeren, maar klassieke muziek is uitgegroeid tot historisch fetisjisme. De grote muziek uit het verleden naast composities uit onze eigen tijd zullen een nieuw licht op heden en verleden werpen.’


Lees ook Baldur Brönnimans blog “10 things” – The response and some thoughts, dat hij schreef nadat meer dan 100.000 mensen zijn eerdere blog lazen en hij er inmiddels zoveel reakties op kreeg dat ze niet meer bij te houden waren.


clapLees en luister ook