Focus Edison Klassiek 2014
Afgelopen weekeind zijn tijdens de Buma Classical Convention in Utrecht de Edisons Klassiek 2014 uitgereikt. Ook dit jaar zijn er weer een aantal bijzondere uitgaven in de prijzen gevallen.
Het orkest │ De solist – instrumentaal │ De solist – vocaal │ Het koor │ De opera │ Kamermuziek │ Het document │ Het debuut │
De ontdekking │ Oeuvreprijs │Speciale Edison
De eminente Franse componist Henri Dutilleux stierf 22 mei vorig jaar op 97 jarige leeftijd. Hij etaleerde in zijn oeuvre een typisch Frans gevoel voor kleur en balans, nuance en verfijning. Maar hij legde zijn oor ook tot ver buiten de grenzen van zijn vaderland te luisteren, en benutte de donkere, soms ronduit duistere tinten en exotische klanken van bijvoorbeeld het cymbalom. Vandaar dat zijn muziek vanaf zijn vroege werken al een mondiale taal lijkt te spreken.
Het kleine, maar uiterst belangrijke oeuvre van Dutilleux wordt al decennia wereldwijd uitgevoerd en kreeg bij leven van de componist al een klassieke status.
Voordat hij stierf heeft Dutilleux nog samen kunnen werken met de dirigent en de solisten van deze opname. Voor sopraan Barbara Hannigan vervaardigde hij zelfs een nieuw slot voor de cyclus Correspondances. l’Orchestre Philharmonique de Radio France levert alert spel af onder leiding van Esa-Pekka Salonen. De solisten, tot de minimale rol van de jongenssopranen in The shadows of time aan toe, zijn ideale advocaten voor Dutilleux’ fascinerende klankwereld. De opname is helder. Deze cd is een gedroomd eerbetoon aan een Franse grootmeester en fijnslijper.
Hans Haffmans
Arcadi Volodos staat bekend als een meesterpianist met een overrompelende techniek, fabelachtige beheersing en zeer persoonlijke verteltrant, bij voorbeeld in muziek van Tsjaikovski en Rachmaninov. Nu neemt hij ons mee naar een totaal andere wereld, die er al lang was maar die we niet kenden of over het hoofd hebben gezien. De Catalaan Federico Mompou, op hoge leeftijd gestorven in 1987, creëerde een eigen universum van pianominiaturen. Grote structuren ontbreken, evenals uiterlijk vertoon en holle retoriek. Mompous muziek lijkt eerder vanuit de stilte te zijn ontstaan. Zijn vier bundels Musica callada, stille muziek, spreken boekdelen. De tijd lijkt stil te staan in Mompous oeuvre, want van een ontwikkeling in het muzikale betoog à la Beethoven is geen sprake. Wat dat betreft vertoont Mompou eerder raakvlakken met Debussy.
In onze tijd, waarin veel componisten zich met wisselend succes op het spirituele pad begeven, heeft de muziek van Mompou een louterende werking. Hier spreekt een volstrekt authentieke stem.
Het spel van Volodos is geestrijk en fantasievol, het palet aan nuances en sferen schier eindeloos. Het opnameteam verdient extra vermelding voor de natuurlijke registratie en pianostemmer Michel Brandjes voor de schitterende intonatie van het instrument. Bovendien is de verzorging van het boekje voorbeeldig. De Edison jury spreekt de hoop uit dat zowel luisteraars als pianisten zich de wereld van Mompou zullen toe-eigenen. Dit is een cd voor het spreekwoordelijke onbewoonde eiland.
Hans Haffmans
Hoe klinkt de ultieme Wagnertenor? Op de horizon van timbremogelijkheden – van licht en lyrisch tot krachtig en diep – staat de Duitse tenor Jonas Kaufmann aan de donkere kant.
Jonas Kaufmann zet zijn stem, die met de jaren steeds voller, vrijer en ronder klinkt, in voor een breed repertoire, en hij excelleert ook daadwerkelijk in repertoire van Verdi tot Massenet. Maar een uitgelezen Wagner-tenor bewijst hij zich op dit aria-album óók, waarbij de extreme subtiliteit van zijn Duitse dictie het dramatisch tekstverloop extra glans verleent.
Kaufmanns Wagner-album is ook een blik in de toekomst. De manier waarop hij hier de aria’s van en uit de opera Siegfried zingt, doen verlangen naar zijn scenische roldebuut. De selectie bijeengebrachte aria´s is bovendien origineel, want behalve fragmenten uit Rienzi, Die Meistersinger von Nürnberg, Tannhäuser, Lohengrin, Siegfried en Die Walküre – Wagner volgend in zijn ontwikkeling – legde Kaufmann ook de zelden integraal door tenor gezongen Wesendonck-Lieder vast. Door de subtiele begeleiding van het Orchester der Deutschen Opera onder Donald Runnicles weet hij daarin steeds een grote mate van intimiteit te bewaren – met name in het prachtig gezongen Träume. Kaufmann is de grootste tenor van onze tijd en Wagner laat zijn stem in volle rijpheid bloeien. Zoals bij veel grote kunst lijkt dat aanvankelijk vanzelfsprekend. Tot je je realiseert hoe uniek het is.
Mischa Spel
Met William Byrd begon de Renaissance in de Engelse koormuziek: een periode van twee eeuwen waarin componisten elkaars leraar en leerling waren. De werken voor deze cd werden, aldus dirigent Gardiner, met pijn geselecteerd, omdat de lijst van favorieten drastisch moest worden beperkt. Dat betekent wel dat deze keuze ook een optimale is. De hier in afwisselende en evenwichtige samenhang bijeengebrachte koorwerken ontstonden in een veelbewogen periode, vol godsdienstige en politieke verschuivingen. De cd heet niet voor niets Vigilate! – Wees waakzaam!. Die onrust begint bij Hendrik de Achtste en Elizabeth de Eerste – ten tijde waarvan Thomas Tallis en zijn leerling William Byrd werkten. Ook Robert White stamt ook uit die begintijd. Als academisch geschoold musicus werd hij Master of the Choristers in Westminster Abbey, waar hij jong stierf aan de Pest.
William Byrd was katholiek en leed onder de eisen van de Engelse staatsgodsdienst. Later koos hij definitief voor de katholieke liturgie.
Philips, Morley en Tomkins waren alle drie leerlingen van Byrd. Morley bleef het dichtst bij zijn leermeester,tot imitaties aan toe. Tomkins was zijn leven lang organist in Worcester tot aan de burgeroorlog ten tijde van de executie van Karel I, toen zijn werk onmogelijk werd gemaakt.
Peter Philips werkte in Rome en Brussel, aan het katholieke hof van Hertog Albert. Hij gebruikte als eerste Engelse componist het basso continuo. Zijn werk weerspiegelt de barokke artistieke omgeving van Peter Paul Rubens, die daar in dezelfde tijd werkzaam was.
De opname is helder, de uitvoering geconcentreerd en van het programma afwisselend en evenwichtig van opbouw.
Astrid in ‘t Veld
Franz Schrekers Der Schatzgräber wint de Edison voor De opera, terwijl de opname van Manfred Trojahns Orest, eveneens met het Nederlands Philharmonisch Orkest onder Marc Albrecht, óók een nominatie ontving. Beide nominaties markeren het extreem hoge samenwerkingsniveau van het Nederlands Philharmonisch, De Nationale Opera en chef Marc Albrecht.
Schrekers opera dateert uit 1920 en vertoont volop verwantschap met het werk van zijn collega en concurrent Richard Strauss, maar de hang naar de mystiek van de middeleeuwen toont ook Schrekers fascinatie voor het werk van Richard Wagner.
Ondanks grote successen aan het begin van de 20ste eeuw, heeft Strauss’ reputatie de tand des tijds beter doorstaan dan die van Schreker. Des te rechtvaardiger is het daarom dat Challenge Classics met deze uitgave een meeslepend pleidooi houdt voor deze nog maar weinig gespeelde componist. Uitstekend gezongen maar nog beter gespeeld door het Nederlands Philharmonisch Orkest in topvorm is dit een uitzonderlijk mooie uitvoering van muziek die chef Albrecht als geen ander in de vingers heeft. De verbluffend goede live-opname door het team onder leiding van producer Lodewijk Colette is de werkelijke bekroning van dit werk en maakt het geheel mede tot de winnaar.
Stef Collignon
De visie en het doorzettingsvermogen van het Goeyvaerts String Trio om grotendeels op eigen kracht een artistiek gewaagd project als dit te verwezenlijken, oogstte al op voorhand bewondering bij de jury. Die waardering werd daarna nog geïntensiveerd door de precisie en ambachtelijkheid van de uitvoering. In het Stabat Mater van Arvo Pärt bloeien boventonen op en leggen onverwachte harmonisaties emoties bloot in de eeuwenoude tekst die in andere uitvoeringen veel minder sterk overkomen. De ongekend indringende manier waarop hier wordt gespeeld en gezongen, trekt je als luisteraar steeds verder de muziek in.
Simeron van Ivan Moody is speciaal voor het Goeyvaerts String Trio gecomponeerd. Het stuk blijkt een ideale tegenhanger van Pärt. De heldere en verfijnde compositie schreeuwt om de intelligente benadering die het Goeyvaerts String Trio en de zangers van Vox Luminis voorstaan.
Beide werken zijn opgenomen in de Eglise Saint-Jean l‘Evangéliste de Beaufays. De producenten hebben aldaar optimaal gebruik gemaakt van de rijke kerkakoestiek en deze zo subtiel weergegeven dat het lijkt alsof je tussen de zangers en strijkers in de gewijde ruimte staat. Ook de tot in de puntjes verzorgde uitgave doet recht aan dit buitengewoon intrigerende en schitterend verwezenlijkte project.
Aart-Jan van de Pol
Deze cd-box is een indrukwekkende getuigenis van het oeuvre van Pierre Boulez, de componist die met niet aflatende inzet een uniek oeuvre van constant hoog niveau heeft gecreëerd. De lijst van uitvoerende musici die zich op deze box inzetten voor Boulez’ muziek is eersteklas, met bijdragen van onder anderen Boulez’ eigen Ensemble Intercontemporain, de pianisten Pierre-Laurent Aimard en Maurizio Pollini, de sopranen Phyllis Bryn-Julson en Christine Schäfer en fluitist Severino Gazzelloni in de historische opname van Le Marteau sans Maître.
De titel Complete Works is in zekere zin misleidend, omdat Boulez zijn oeuvre juist niet als “af” beschouwt, maar blijft sleutelen aan werken die later soms in hernieuwde gedaante opduiken. Zijn compositieprincipes wortelen in Messiaens Mode des valeurs et d’intensités (1949), ontstaan toen Boulez Messiaens leerling was. Mede daaruit, en ook geïnspireerd door het oeuvre van Anton Webern, ontwikkelde Boulez het serialisme verder door geraffineerde instrumentaties en ritmische complexiteit. Ook open vormen en improvisatie spelen een belangrijke rol in zijn muzikale taal.
Wat verder opvalt in dit overzicht is de vernieuwing in de uitvoeringspraktijk van hedendaagse muziek. Er zijn nauwelijks werken in orthodoxe bezetting. Boulez heeft een belangrijke impuls gegeven aan de emancipatie van instrumenten als de marimba, de vibrafoon, de gitaar en de harp. Door de hoge technische eisen die hij aan zijn musici stelt, het gebruik van elektronica en de computer, maar ook door de oprichting van het IRCAM (Institut de Recherche et Coordination Acoustic/Musique) heeft Boulez de mogelijkheden van het muzikale speelveld enorm verruimd.
Deze box biedt met absolute meesterwerken als Le Marteau sans Maître, Pli selon pli en Répons een unieke luisterervaring die eventuele vooroordelen over hedendaagse muziek overtuigend wegneemt.
Astrid in´t Veld
Je moet een gerijpt musicus zijn om de late pianowerken van Beethoven te kunnen doorgronden, zo wordt vaak gezegd. Igor Levit logenstraft die stelling. Met verbluffende zelfverzekerdheid toont de 26-jarige Russisch-Duitse pianist zich meester over de technische en vooral muzikale barrières die Beethoven in zijn laatste vijf sonates opwerpt. Levit weerstaat de neiging om met jeugdige bravoure een nadrukkelijk stempel op deze partituren te drukken. Hij stelt zich eerder terughoudend op (typerend is dat het cd-boekje geen biografische informatie over hem geeft) en laat de muziek het werk doen. Wat niet wil zeggen dat Levit geen eigen signatuur heeft. Die hoor je bij voorbeeld terug in talrijke fraaie details en in zijn imponerende greep op de muzikale architectuur van deze werken. Zoals in het bijna twintig minuten durende, langzame deel van de Hammerklaviersonate, waarin Levit een pagina’s durende climax op onweerstaanbare wijze vorm geeft. Maar imponerend zijn vooral het enorme inlevingsvermogen en de poëtische kracht van Levits spel, waardoor de visionaire vergezichten en de bij vlagen buitenaardse zeggingkracht van Beethovens sonates het volle pond krijgen. Levits schitterende interpretaties worden in alle opzichten gesteund door een voorbeeldige opname van de klankregisseurs van Sony.
Peter Janssen
De ontdekking
Benjamin – Written on skin
Het gebeurt niet vaak dat een nieuwe opera meteen in de historische canon van meesterwerken wordt opgenomen. Maar in 2012 was het zo ver, toen Written on Skin van de Engelse componist George Benjamin bij de première publiek en pers verpletterd achterliet.
De dvd met de registratie van de productie vanuit de Royal Opera aan Covent Garden (2013) bevestigt de immense kwaliteit van het werk. Bij het gruwelijke verhaal over liefde, passie en geweld dat librettist Martin Crimp baseerde op een middeleeuwse ballade, componeerde Benjamin hallucinerend mooie, even dramatische als sensuele muziek. Het is een onvoorstelbaar rijke partituur die recht doet aan het gelaagde verhaal dat op het eerste gezicht gaat over een macabere driehoeksverhouding, maar in de enscenering van regisseur Katie Mitchell een reeks universele morele vragen oproept. Drie uitnemende solisten (zowel zingend als acterend) geven de parabel mede vorm: sopraan Barbara Hannigan, countertenor Bejun Mehta en bariton Christopher Purves. De toeschouwer wordt bij de lurven gegrepen in een hypnotiserende theaterervaring. Written on Skin is een subliem werk dat – en hierin schuilt misschien wel de échte ontdekking – bewijst dat hedendaags muziektheater ook toegankelijk kan zijn. Dat de BBC zorgde voor een matige geluidsopname, doet aan de zeggingskracht van het geheel niets af.
Peter Janssen
Speciale Edison
Daniel Hope
De Edison Stichting heeft besloten Daniel Hope (Durban, Zuid-Afrika, 1974) een ‘Speciale Edison’ toe te kennen. Het is een prijs die in het leven is geroepen om musici te eren die op baanbrekende manier met hun muziek bezig zijn. De winnaars zijn innovatief, durven te experimenteren, werken hard om nieuw publiek te bereiken, zijn van een uitzonderlijk niveau en hebben al verschillende kwalitatief hoogstaande opnames uitgebracht.
Daniel Hope is in de ogen van de Edison Stichting een terechte winnaar. Al op jonge leeftijd stond hij op de planken, heeft vele prijzen gewonnen en vele cd’s opgenomen. Maar voor hem is dat niet genoeg. Hij ziet zichzelf ook als schrijver, organisator van evenementen, muzikaal activist en media producent. Maar boven alles is hij avontuurlijk en initieert veel nieuwe initiatieven. Daniel Hope staat midden in de muziekwereld en slaagt erin door al het bovengenoemde dicht bij zijn publiek te komen en vele nieuwe harten te veroveren. Hij doet geen concessies aan zijn spel, want dat blijft altijd van uitzonderlijk hoog niveau.
Oeuvreprijs
Radio Filharmonisch Orkest
De Oeuvreprijs Klassiek 2014 is door de Edison Stichting toegekend aan het Radio Filharmonisch Orkest. De prijs is een erkenning voor het enorme oeuvre van het orkest en hun buitengewone verdiensten voor de Nederlandse muziek.
Het Radio Filharmonisch Orkest is in 1945 opgericht door Albert van Raalte. Het orkest werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Edo de Waart en Jaap van Zweden. In het seizoen 2012-2013 is Markus Stenz aangetreden als chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent vanaf het seizoen 2011-2012 en tekende bij tot einde seizoen 2017-2018. Sinds december 2012 is voormalig chef-dirigent Bernard Haitink beschermheer van het Radio Filharmonisch Orkest.
Het Radio Filharmonisch Orkest heeft een indrukwekkende plaat- en cd-catalogus opgebouwd. In de jaren ’70 maakte het orkest voor het label Decca een aantal legendarische grammofoonplaten met dirigenten als Leopold Stokowski en Antal Doráti. Onder leiding van Jean Fournet werd voor Denon een serie cd’s gerealiseerd met Frans repertoire. Opnamen van onder meer de complete symfonieën van Mahler onder leiding van Edo de Waart verschenen op cd, alsook een unieke Wagner-box en de complete orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Voor het label BIS wordt al enige jaren gewerkt aan een Sjostakovitsj-serie onder leiding van Mark Wigglesworth en voor Octavia, resp. Challenge Records International aan de opnamen van de symfonieën van Bruckner onder leiding van Jaap van Zweden. Op het label QuattroLive verschenen lovend ontvangen opnamen van onder meer Mahlers Das klagende Lied, The music makers van Edward Elgar, Memoria van Wolfgang Rihm en Wagners Lohengrin en Die Meistersinger von Nürnberg. In het seizoen 2010-2011 is de reeks Wagner-opera’s aangevuld met een live-registratie van Parsifal, uitgebracht door Challenge Records, waarvoor het Radio Filharmonisch Orkest al een Edison won. In het K.A. Hartmann jaar 2013 werden al zijn symfonieën uitgebracht, een jaar later nog gevolgd door diens opera Simplicius Simplicissimus, met de hoogste internationale lof.
Al met al heeft het orkest een omvangrijke discografie opgebouwd, met vele hoogtepunten. Daarom is deze oeuvreprijs een terechte erkenning voor de vele opnames die het Radio Filharmonisch Orkest heeft gemaakt.
Lees en luister ook
- In de spotlights Max Richter
- Het meesterwerk Vier Jaargetijden
- In de spotlights Daniel Hope
- Focus Pierre Boulez 1925-2016
- De vergelijking Wesendonck-Lieder
- Componist Arvo Pärt