Top 10 Muziek voor de linkerhand

© baona / iStock

Twee linkerhanden handen hebben, dat is meestal niet iets waar je blij mee moet zijn. Tenzij je pianist bent natuurlijk, dan kan een goede linkerhand van onschatbare waarde zijn. Stukken voor de linkerhand zijn voor de speler immers vaak technische hoogstandjes. We zetten er tien op een rij.

Johann Sebastian Bach / Johannes Brahms – Chaconne in d kl.t.

Johannes Brahms was een ongelofelijk Bach-liefhebber. Diens Chaconne voor viool solo omschreef Brahms in een brief aan Clara Schumann als ‘een complete wereld van de diepste gedachten en meest krachtige emoties’. Waarom Brahms het ontroerende vioolstuk bewerkte tot een stuk voor piano, en dan ook nog eens voor de linkerhand? De muzikale mythe gaat, dat hij dat speciaal voor dezelfde Clara Schumann deed, omdat zij kampte met een verwonding aan haar rechterhand. Wat uit nood geboren werd, bleek een meesterzet: Brahms behield de aanstekelijke melancholie, maar wist door de toevoeging van krachtige vingervlugheid een extra dimensie aan het werk toe te voegen. Brahms had vriendin Clara mooi uit de brand geholpen en wij zijn een prachtige bewerking rijker.


Maurice Ravel – Pianoconcert in D

Maurice Ravel componeerde dit werk tussen 1929 en 1930, tegelijkertijd met zijn andere beroemde Pianoconcert in G. Ook nu was een lichamelijke beperking de aanleiding om een solo voor de linkerhand te componeren. Ravel schreef het stuk speciaal voor de Oostenrijkse pianist Paul Wittgenstein. Deze verloor zijn arm toen hij tijdens de Eerste Wereldoorlog door een sluipschutter in zijn elleboog werd geschoten. In januari 1932 beleefde het stuk zijn première in een versie voor piano solo. Wittgenstein schijnt op die bewuste avond te zijn afgeweken van de partituur, omdat hij dat zelf beter vond klinken. Ravel werd boos en de twee mannen verzoenden zich niet meer. In de versie voor piano en orkest, zoals het stuk bedoeld was door de componist, heeft Ravel zelf het nooit gehoord. Voor hem bleek zijn Pianoconcert in D een hoofdpijnstuk, maar voor liefhebbers gelukkig niet.


Sergei Prokofiev – Pianoconcert nr. 4, Op. 53

Wittgenstein had de smaak te pakken en vroeg ook aan Sergei Prokofiev om voor hem een werk te schrijven. Wittgenstein kwam echter van een koude kermis thuis. Hij begreep het temparementvolle en humorvolle stuk dat Prokofiev had gecomponeerd niet en wilde het laten ‘rijpen’ om later nog eens te kunnen spelen. Helaas kwam dat er nooit van. Gelukkig leidde het misverstand tussen de twee musici dit keer niet tot ruzie. Na Prokofievs dood werd het stuk alsnog uitgevoerd en groeide de waardering voor de het stuk. Het is Prokofievs enige compositie die hij zelf nooit in een live-uitvoering heeft kunnen beluisteren.


Leoš Janáček – Capriccio (Defiance)

De Eerste Wereldoorlog is een belangrijke motor geweest voor werken in het linkshandige spectrum. Ook de Tjechische pianist Otakar Hollmann raakte tijdens de Eerste Wereldoorlog gewond aan zijn rechterarm. Net als Wittgenstein ontpopte hij zich na de oorlog als promotor van linkshandige composities. Hij vroeg onder meer zijn landgenoot Leos Janáček om een werk voor hem te schrijven. De componist reageerde eerst ontzet: ‘Mijn lieve jongen, waarom zou je met één hand willen spelen? Het is toch ook moeilijk om te dansen als je maar één been hebt?!’ Later trok Janáček bij en begon hij aan wat een imposant werk zou worden. Zijn Capriccio of Defiance werd één van de meest originele werken uit de pianogeschiedenis, onder meer vanwege de zeer ongebruikelijke bezetting van piano, dwarsfluit, trompet, trombones en tuba.


Richard Strauss – Parergon zur Symphonia Domestica

Ook Richard Strauss ging op de uitnodiging van Paul Wittgenstein om een stuk voor hem te componeren in. Hij besloot echter niet met een lege notenbalk te beginnen, maar bewerkte delen van zijn Sinfonia Domestica, een symfonie over iemands liefdesleven. Parergon betekent letterlijk bijzaak of versiering. Op 9 maart 1924 zou het stuk tijdens de Amerikaanse tournee van Wittgenstein in Carnegie Hall in première gaan. Het liep echter anders. Niet alle instrumenten van het orkest waren op tijd aangekomen en het nieuwsgierige publiek moest nog twee weken wachten voor het het nieuwe werk kon beluisteren. Deze vertraging had uiteindelijk een positief effect op de uitvoering, aangezien er veel meer repetitietijd was dan gebruikelijk. Na vijftien sessies was het stuk tot in de puntjes voorbereid en werd het door het publiek met groot enthousiasme ontvangen.


Aleksandr Scriabin – Prelude en Nocturne voor de linkerhand, Op. 9

In 1892 ronde Scriabin dit ingetogen en duistere stuk voor de linkerhand af. Ook dit stuk kwam voort uit lichamelijk ongemak. Scriabin had zoveel overuren gemaakt op de piano dat hij zijn rechterhand had geblesseerd. Hij had dit onder meer te wijten aan het vele uren studeren van de Réminiscences de Don Juan van Liszt. Scriabin’s pianowerk werd een soort smeekbede aan God om alsjeblieft het vermogen in zijn rechterhand te herstellen. Zijn gebeden werden verhoord.


Erich Wolfgang Korngold – Pianoconcert voor de linkerhand, Op. 17

In 1923 was Erich Korngold op het hoogtepunt van zijn roem. Geen wonder dat Paul Wittgenstein hem vroeg een stuk voor de linkerhand te schrijven. Hij was daarmee de eerste in de lange reeks componisten die van de pianist een compositieopdracht kreeg. In 1924 ging Korngolds Pianoconcert in Wenen in première. De componist stond op de bok en Wittgenstein zat achter de vleugel. Wittgenstein was zo enthousiast over het bombastische werk, dat hij Korngold vroeg nóg een stuk te componeren. Dit mondde uit in een Suite voor twee violen, cello en piano voor de linkerhand. Toch blijft hun eerste samenwerking het meest memorabel.


Paul Hindemith – Klaviermusik mit Orchester, Op. 29

Hindemiths Klaviermusik is het bewijs dat sommige parels lang verborgen kunnen blijven. Het stuk was namelijk lange tijd zoek. Ook dit keer fungeerde Wittgenstein als opdrachtgever, maar dit keer was hij niet te spreken over het stuk dat Hindemith leverde. Het viel zelfs zo slecht in de smaak dat Wittgenstein niet alleen weigerde het stuk te spelen maar ook anderen verbood om het uit te voeren. Omdat de rechten aan de pianist toebehoorden, had Hindemith geen poot om op te staan. Pas in 2002, na de dood van Hindemiths vrouw, zag het stuk het levenslicht. Een kopie van de partituur werd gevonden in de nalatenschap.


Benjamin Britten – Diversions for Piano Left Hand, Op. 21

Wittgenstein oogstte veel succes met zijn linkshandige optredens. Hij was in staat om de grootste componisten van de eerste helft van de twintigste eeuw ‘voor zijn karretje te spannen’. Ook Benjamin Britten kon in 1940 aan het rijtje van gevraagde componisten worden toegevoegd. Maar naarmate Wittgenstein er steeds meer aan gewend raakte dat alle grootheden voor hem schreven, werd hij steeds kritischer. Ook het werk van Britten kon hem in eerste instantie niet bekoren. Hij was het vooral niet eens met de orkestratie van de componist. Britten trok zich niets aan van zijn kritiek en weigerde passages aan te passen. Wittgenstein stopte het werk twee jaar lang in een la, pas in 1942 ging het in première. Zuur voor Britten was het dat de pers zich meer focuste op de éénarmige pianist dan op het stuk zelf.


Ned Rorem – Piano Concerto Nr. 4 for the Left Hand

De Amerikaanse componist Ned Rorem schreef dit stuk voor pianist Gary Graffmann in 1993. Ze ontmoetten elkaar tijdens hun studie op het Curtis Institute of Music. Graffmann ontwikkelde na zijn studie een kwaal waardoor hij twee vingers in zijn rechterhand niet kon gebruiken. Toen ontstond het idee bij Rorem om een éénhandig pianoconcert voor hem te schrijven. Hoewel, éénhandig? Graffman kwam er als snel achter dat dat niet helemaal klopte. Voor de première merkte hij op: ‘Ik wist dat hij (Rorem, red.) precies de juiste persoon zou zijn om dit te doen, en hij componeerde een geweldig stuk in acht delen. Maar toen ik het begon te oefenen, merkte ik dat het echt een stuk voor acht vingers was. Het springt overal naartoe en dat bleek onmogelijk om uit te voeren met één hand.’


Lees en luister ook