Focus Chant for peace

Chant for Peace
Chant for Peace © Stephan Boehme / Deutsche Grammophon

Zeven jaar geleden bestormden de Cisterciënzer monniken uit Heiligenkreuz de hitlijsten met hun Gregoriaanse gezangen over het paradijs. Daar stonden de kluizenaars uit het Wenerwoud naast sterren als Michael Jackson en Amy Winehouse. Nu verbinden ze hun eenstemmige klank met de kleur van de Joodse zangeres Timna Brauer.

Het dal van Heiligenkreuz inspireerde Beethoven tot zijn Pastorale

stift-heiligenkreuzIn de beboste heuvels ten zuidwesten van Wenen verrijst boven de bomen een grijze torenspits, die lijkt op het uiteinde van een kroontjespen. Hier leven de Cisterciënzer monniken van Heiligenkreuz. Ze kwamen voort uit de Benedictijner Orde, die zijn kloosters – althans wanneer het landschap zich ervoor leende – bouwde op kale bergtoppen met uitzicht op de wereld. Maar dit mooie en grote middeleeuwse complex verschuilt zich bijna in het dal. In deze bossen maakte de dove Beethoven zijn lange wandelingen vanuit Baden, vaak zo slecht gekleed, dat de politie hem regelmatig oppakte, in de veronderstelling dat hij een landloper was. In het klooster van Heiligenkreuz speelde de componist soms op het orgel, omdat de zware bastoon een van de weinige klanken was die hij nog kon horen, of voelen. In deze omgeving vergaarde hij zijn inspiratie voor de Zesde Symfonie. Zou hij hier de storm en het onweer uit zijn Pastorale aan den lijve ervaren hebben?

‘Het koor vormt de longen van de kerk’

Het orgel staat er nog – behalve Beethoven bespeelden ook Schubert en Bruckner het – in de kerk waar al sinds de twaalfde eeuw elke dag Gregoriaans wordt gezongen. Heiligenkreuz is een van de weinige kloosters ter wereld waar die traditie al zo lang standhoudt. In het middenschip staan de
zingende-monnikenkoorbanken tegenover elkaar. Hier bidden en zingen de Cisterciënzer monniken elke dag. En dat begint om vijf uur in de ochtend. De symboliek ligt overal voor het oprapen. ‘De kruisvorm van de kerk lijkt op een lichaam met gespreide armen’, zegt broeder Judas Thaddäus. ‘Het koor zit op de plaats van de longen. De gezangen en de gebeden geven we van de ene kant naar de andere kant door, wat doet denken aan ademhalen.’
Zeven jaar geleden werden de Cisterciënzer monniken van Heiligenkreuz op slag beroemd, met het album Chant – music for Paradise, waarvan bijna anderhalf miljoen exemplaren werden verkocht. Plotseling stonden de kluizenaars in de Britse popcharts en moesten ze zich verhouden tot sterren, zoals Michael Jackson en Amy Winehouse. En ze verschenen in de Duitse tv-show Wetten Dass? Maar in het smalle middenschip van de kloosterkerk in Heiligenkreuz lijkt die moderne wereld ver weg. Tegen het middeleeuwse gesteente echoot het gezang, waarin zich twee woorden naar voren dringen: de naam van de stad Jeruzalem – als de plek waar God zijn beloften over een beter bestaan zal inlossen – en het begrip animus, het onzichtbare fenomeen dat we ziel noemen.

‘De mens dient God en God dient de mens’

Tijdens een tournee rondom dat eerste album raakten de Cisterciënzer monniken na een talkshow in gesprek met de Joodse zangeres Timna Brauer. De ontmoeting leidde tot een gezamenlijke viering in de abdijkerk, 9 november vorig jaar, de datum dat in 1938 de Kristallnacht plaatsvond in Duitsland, de door de nazi’s geregisseerde uitbarsting van volkswoede tegen de Joden, een massahysterie die de opmaat vormde voor de Holocaust. Behalve die gewelddadige nacht herdenken de monniken en Brauer met hun optreden ook de Nostra Aetate, de verklaring waarmee het Tweede Vaticaanse Concilie in 1965 bepaalde dat de Katholieke Kerk ‘niets afwijst van wat er waar en heilig is in de andere godsdiensten’.

karl-timnaDe doorgaans bescheiden gevulde kerk liep – tot verbazing van de monniken – die avond over met duizend ‘gelovigen’ en buiten de muren stonden nog evenzoveel mensen die naar binnen wilden. En als monniken ergens niet in geloven is het toeval. Alles in het leven heeft een bedoeling. Zij zagen in deze avond een teken van God om meer te doen met dit christelijk-joodse initiatief. Dat ‘meer’ werd uiteindelijk een nieuw album: Chant for Peace. De middeleeuwse Gregoriaanse gebeden mengen zich met gezangen uit de oude joodse tradities, waarvan sommigen nog teruggaan naar een tijd van voor de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem aan het begin van onze jaartelling. De abstracte Latijnse liturgie staat naast de Joodse liefdespoëzie uit het Hooglied. De Psalmen van David gaan over in de aardse geneugten die zijn zoon Salomo beschrijft. In een van de gangen staan twee houten beelden tegenover elkaar. Bij het ene tafereel wast Jezus de voeten van zijn apostel Petrus, bij de andere zalft Maria Magdalena de voeten van Jezus. ‘De mens dient God en God dient de mens’, zegt broeder Thaddäus.

‘Bidden en zingen zijn ook fysieke processen’

chant for peacelkDe Cisterciënzer monniken waren in de twaalfde eeuw een geliefde kloosterorde, vooral door toedoen van de charismatische leider Bernard van Clairvaux. In de dorpen waar hij doorheen trok – zo wil de legende – hielden de vrouwen hun mannen en zonen binnen, uit angst dat zij hem zouden volgen. Ook vandaag de dag trekt de gemeenschap nog jonge mannen. Broeder Thaddäus (38) is een van hen. Hij werd geboren als Jean-Christophe Hausmann, studeerde muziekwetenschap in München en Parijs, werd assistent van de dirigent Christoph Eschenbach en ging werken bij het Finse platenlabel Ondine. Hij ervoer een leegte in het bestaan, die hem uiteindelijk via allerlei omwegen – ‘de wil van God’, in zijn ogen – naar Heiligenkreuz leidde.
Het credo van de Cisterciënzers is Ora et Labora et Lege, bidden en werken en lezen, drie disciplines ter verheffing van de ziel, het lichaam en de geest. Op het nieuwe album komen twee verschillende geloven samen, vindt Thaddäus, de joodse traditie van het luisteren en de christelijke van het zien. ‘Met de komst van Jezus kreeg God een gezicht. Zoals Johannes in zijn evangelie schrijft: “Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond.” Een groot deel van ons monnikenbestaan is er ook op gericht om – zoals dat heet – het Woord vlees te laten worden. Daarom is Gregoriaans eenstemmig, niet om het individu te onderdrukken, maar om ervoor te zorgen dat het Woord beter opgenomen wordt in het lichaam. Bidden en zingen zijn niet alleen geestelijk en spiritueel, maar vormen ook fysieke processen. Door de eenstemmigheid kunnen we tijdens de Mis met alle monniken één lichaam worden.’

‘Mag ik een Jezus-grap vertellen?’ vraagt pater Simeon

kloostertuinHet klooster in het Wienerwald is een plek zwanger van betekenis. Alles wat van belang is in het katholicisme blijkt terug te vinden binnen de muren van de abdij. In het hart ligt een kleine vierkante tuin, die de Hof van Eden symboliseert, de pilaren die de gangengewelven ondersteunen staan voor de bomen uit het paradijs, de toegang is een smalle deur in een negenhoekige ruimte – vanwege de negen engelenkoren in de hemel – verborgen achter een fontein die water uit de heuvels aanvoert. ‘Tja’, grijnst Thaddäus, ‘dat is wel handig, want als je het paradijs betreedt, kun je maar beter gedoopt zijn.’
In de middeleeuwen was het de monniken in dit klooster verboden om te praten. Het was een plaats van stilte en bezinning. Er bestond één stenen kamer waarin met elkaar gesproken mocht worden als de gebruikte gebarentaal tekort schoot. Thaddäus kent nog een paar van die oude tekens. Hij wrijft met zijn wijsvinger langs de rechterkant van zijn neus. ‘Dat deed je als je meer wijn wilde’, lacht hij.
Na de lunch gaan er meer anekdotes over tafel. ‘Mag ik een Jezus-grap vertellen?’ vraagt pater Simeon, de muzikaal leider van het koor. Het gezelschap knikt. ‘Een Joods-Amerikaans echtpaar stuurt een dochter naar Jeruzalem. Als ze na een paar weken terugkomt, blijkt ze christen te zijn geworden. Een jaar later gaat hun zoon naar Israël. Hetzelfde verhaal. Ze zijn wanhopig en heffen hun ogen omhoog. “God, waarom doet U ons dit aan?”, roepen ze. Daarop opent de hemel zich. “Wat denk dat ik heb doorgemaakt”, zegt God. “Ik stuurde mijn zoon naar Jeruzalem en hij keerde ook terug als christen.” “En wat heeft u daaraan gedaan?” vragen de Joodse ouders. “Het Nieuwe Testament geschreven”, antwoordt God.’
Zijn lach buldert over de binnenplaats.


banner-ak-2


aranjuez-mwLees en luister ook