Het meesterwerk Brahms Vioolconcert
Het Vioolconcert van Brahms stuitte na zijn première op de nodige weerstand. Sommige beroemde solisten wilden niets van de muziek weten. Zoals virtuoos Pablo de Sarasate, die weigerde ‘er maar wat bij te staan, als de hobo de enige melodie van het stuk speelt’. Niettemin, het concert kwam, klonk en overwon.
De vorst noemt hem ‘de kleine Beethoven’
Johannes Brahms krijgt al op jonge leeftijd zware lasten te dragen. Eerst moet de tiener in de Hamburgse bordelen als pianist geld bijverdienen voor zijn arme ouders. De hoeren mogen hem graag, dat is het niet, maar wat hij daar ziet, zal hij later betogen, bederft voorgoed het spel van de liefde voor hem. Brahms zal zich dan ook nooit aan een vrouw binden. En dan komt er een tweede gewicht op zijn jeugdige schouders, bij zijn entree in de klassieke kringen. Veel musici roepen hem uit tot erfgenaam van Beethoven. De blinde vorst van Hannover bijvoorbeeld, voor wie Brahms – net twintig – speelt op een tournee met de Hongaarse violist Eduard Remenyi. De koning noemt hem liefkozend ‘de kleine Beethoven’.
Tijdens dat bezoek vindt een gebeurtenis plaats, die een ingrijpende invloed op het leven en de muziek van Brahms heeft. Hij sluit daar een hechte vriendschap met de concertmeester van het orkest, violist Joseph Joachim. Een kwart eeuw later begint de componist aan een Vioolconcert voor zijn boezemvriend. Na een jarenlange worsteling met zijn Eerste Symfonie – soms zowel bewonderend als spottend Beethovens Tiende genoemd – lijkt Brahms zich met zijn Tweede van veel angsten te bevrijden. De muziek vloeit gedurende een zomerverblijf in het idyllische dorp Pörtschach am Wörthersee uit zijn pen en bruist van optimisme. Op dezelfde plek begint hij een jaar later aan zijn Vioolconcert.
‘Een instrument dat ik slechts in de geest hoor’
Brahms vindt Joachim de grootste violist van zijn tijd. En de bewondering blijkt wederzijds. Over hun eerste ontmoeting in Hannover schrijft de Joachim: ‘Nooit in mijn kunstenaarsleven ben ik meer door vreugdevolle verrassing overmand, dan toen de blonde, bijna schuchter lijkende begeleider van mijn landgenoot, met zijn edele voorkomen, zijn sonate-delen van ongelooflijke kracht en oorspronkelijkheid voorspeelde.’
Brahms vraagt de violist per brief veelvuldig om advies voor de solopartij. Als pianist, erkent hij, valt het hem soms moeilijk om te componeren voor andere instrumenten, ‘waarvan ik het karakter alleen maar bij benadering in het hoofd heb, die ik slechts in de geest hoor’. Volgens overlevering slaat Brahms veel van Joachim raadgevingen in de wind. ‘Ik wil het doornemen met een minder goede violist dan jij’, oppert hij na de première in een brief aan zijn vriend. ‘Want ik vrees dat jij niet vrijpostig en streng genoeg bent. Alleen door veel voorslagen en veranderingen wist jij te imponeren.’
Brahms heeft dus de indruk dat Joachim door zijn sterke spel de zwakte van zijn Vioolconcert weet te verbloemen. De kritieken zijn pittig. Eén recensent noemt het werk zelfs ‘een concert niet vóór, maar tegen de viool’. De Spaanse violist Pablo de Sarasate wil het niet spelen. ‘Ik weiger er maar een beetje bij te staan als de hobo in het langzame middendeel de enige melodie van het stuk speelt’, zegt de virtuoos.
‘Zachte klei die gekneed moet worden’
Ook Joachim moet enige schroom overwinnen. Hij stuit in de muziek op wat hij ‘ongewone problemen’ noemt. Maar na een tournee maakt langs verschillende Europese steden, lijken zijn bedenkingen verdwenen. ‘Het Vioolconcert bevalt me steeds beter, vooral het openingsdeel’, schrijft hij aan Brahms.
In zekere zin borduurt Brahms in dit werk voort op het Vioolconcert van zijn illustere voorganger Beethoven. Beide stukken zijn niet geschreven voor de ouderwetse vioolvirtuoos. Ze doen meer denken aan symfonieën met viool. Niet langer vervult het orkest slechts een dienende rol. Hier is sprake van gelijkwaardigheid, van samenvloeien, maar soms ook van onderlinge strijd. Vele emoties komen langs bij Brahms, van diepe overpeinzingen in het langzame deel tot een afsluitende zigeunerdans. Het belangrijkste verschil tussen beide vioolconcerten, werd door violist Yehudi Menuhin beschreven in zijn biografie Onvoltooide Tijd. Waar Beethovens werk staat als een marmeren beeld, daar vergelijkt hij de muziek van Brahms met ‘zachte klei die tijdens de uitvoering gekneed moet worden’.
Aanbevolen opnamen
Lees en luister ook
Top 10 Vioolconcerten
In de spotlights Janine Jansen speelt Brahms
De vergelijking Brahms’ Requiem
Album van de week Brahms en de liefde
Top 20 Violisten
Sterk verhaal Het muziekpapier van Max Bruch