Album van de week Collectors Edition
Voortschrijdende technische volmaaktheid wurgt vaak de ontroering. Dat blijkt als je luistert naar de cd’s uit de boxsets van de Collectors Edition. De opnamen ademen iets puurs en persoonlijks, waardoor je een ervaring van tijdloosheid ondergaat. Meer dan 150 titels telt de serie inmiddels.
‘Musica Antiqua Köln ontwikkelde een persoonlijke band met elk stuk’
Ze begonnen als jonge honden aan het begin van de jaren zeventig: de 20-jarige Reinhard Goebel en enkele van zijn medestudenten aan het Conservatorium in Keulen. De pioniersgeest waarde door de oude muziek en zij wilden deel uitmaken van die beweging. ‘Als kind’, zegt hij, ‘luisterde ik naar alle ensembles die rondom Keulen als paddenstoelen uit de grond schoten. De etenstijden thuis werden afgestemd op wanneer de Cappella Coloniensis op de radio kwam. Die uren zat ik gekluisterd aan de luidsprekers en was ik met geen stok aan tafel te krijgen.’ Die toewijding was ook een kenmerk van Musica Antiqua Köln. Het ensemble blies onder meer nieuw leven in de ietwat stoffige en statige uitvoeringspraktijk van de Franse barok. Veel vroegere opnamen van die muziek klonken doods en formeel. Hoor violist en dirigent Goebel praten – nog steeds – over muziek en je hangt aan zijn lippen. Luister naar de Franse barokwerken in de 10cd-box Le Parnasse Français van Musica Antiqua Köln en je ondergaat eenzelfde ervaring. Elke noot draagt energie en spanning. Over alles hebben de musici nagedacht, zonder dat het leidt tot een keurslijf. De kennis brengt hen ver, de verbeelding die zij er vervolgens aan toevoegen, brengt hen – en ons – overal. Hoe Goebel in de muziek staat, blijkt wel uit het feit dat hij na een ongeneeslijke blessure zichzelf opnieuw viool leerde spelen in spiegelbeeld: strijkstok in de linkerhand, viool in de rechter. Het ging hem nooit om de letter van de wet in de debatten over oude muziek – darmsnaren, barokstrijkstokken, het zal allemaal wel, vond Goebel – uiteindelijk was het de zeggingskracht van de noten die telde. Op Le Parnasse Français is te horen hoe Musica Antiqua Köln de Franse barok uit het vaak mechanische uitvoeringskorset bevrijdde. Natuurlijk kan Goebel deze muziek niet helemaal van zijn formele natuur strippen. Dat decorum hoort nu eenmaal bij het koninklijke hof, waarvoor deze componisten schreven. Zijn gezelschap begon de ontdekkingsreis in het pre-internet tijdperk. ‘Nu kun je originele handschriften met één muisklik of download bemachtigen’, zegt Goebel. ‘Maar toen was het een tijd vretende maar daardoor ook bevredigende zoektocht. Die inspanningen zorgden ervoor dat we een persoonlijke band ontwikkelden met elke werk dat op onze lessenaars lag.’
‘Geraffineerd ruisende en weelderige klanklandschappen’
Dat persoonlijke en liefdevolle is ook kenmerkend voor andere uitgaven in de Collectors Edition. Uiteraard klinkt niet alles meer zo verbazend up-to-date als Musica Antiqua Köln. Anton Bruckners kerkmuziek door dirigent Eugen Jochum ademt ontegenzeggelijk de sfeer van de jaren zestig. Dat geeft ook niet, zolang de noten maar leven. En dat doen ze. Jochum was een van de grote Bruckner-dirigenten. Zo hebben we hem in Nederland ook leren kennen. Na de plotselinge dood van Eduard van Beinum zorgde de gelouterde Jochum er begin jaren zestig voor dat bij het Concertgebouworkest de Bruckner-traditie in stand werd gehouden. Kasper Jansen sprak in NRC Handelsblad over de ‘geraffineerd ruisende en weelderige klanklandschappen’ die Jochum in de muziek van Bruckner wist op te roepen. Ook elders ter wereld zorgde de Beierse dirigent ervoor dat de monumentale symfonieën en missen van de Oostenrijkse componist in de schijnwerpers bleven. In de jaren zestig zette hij de kerkmuziek van de diepgelovige Bruckner op plaat met de Berliner Philharmoniker, het Orkest en Koor van de Beierse omroep en de allerbeste solisten. Nog altijd indrukwekkende uitvoeringen!
‘Kempff is thuis in de aardse en bovenaardse Schubert’
Ook nieuw in de reeks – uit hetzelfde tijdperk – is de volledige muziek voor pianosolo van Franz Schubert door Wilhelm Kempff. Opnamen van vier tot vijf decennia oud, maar ze klinken zo intiem en helder dat je het gevoel krijgt dat de pianist hier en nu bij je in de kamer zit. ‘Kempff is thuis in de aardse en bovenaardse Schubert’, schreef recensent Joseph Horowitz van The New York Times in 1980. ‘Geen andere pianist kan zo mooi blijven zweven boven de drempel van een zielsgelukkige muzikale stilte. En zoals Schubert zingt Kempff altijd.’
De Duitser was in de tijd van de opnamen al een zeventiger. Hij werd geboren in 1895 en behoorde dus tot dezelfde eeuw waarin Schubert en Beethoven leefden, de twee componisten die Kempff met zoveel liefde en gevoel op plaat zette. Hij had de naam een nobel pianist te zijn, die muziek tot haar eenvoudige kern terugbracht. Geen opsmuk, maar wel veel karakter. En juist daardoor ontsnappen de opnamen van Kempff aan de mode die na verloop van tijd gedateerd aandoen. Zijn stijl is een eeuwige.
Lees en luister ook
Top 10 Barokcomponisten
Focus Concertgebouworkest
Top 10 Componistes
Componist Gustav Mahler
Top 10 Componisten uit de 20e eeuw
Muziek en Olympische Spelen