De vergelijking Bachs Chaconne

viool met electrisch geladen snaren
© iStock

Als een ufo zeilt hij door het 18de-eeuwse luchtruim: de Chaconne van Johann Sebastian Bach. Een kwartier machtige muziek is het, geschreven voor de vier snaren van één instrument, de viool.

De Chaconne

De herkomst van de Chaconne is raadselachtig. Het waarom is onbekend. Maar wie het stuk hoort, is verkocht. Neem de 19de-eeuwse Bachliefhebber Johannes Brahms. Die hoorde in de Chaconne ‘een complete wereld, met de diepste gedachten en geweldigste ervaringen’.
Het is lastig te bedenken dat Bach dit geniale werk voltooide in Köthen. Vanwege de landelijke ligging stond dit stadje ten noordwesten van Leipzig destijds bekend als ‘koeien-Köthen’. Hier zette hofkapelmeester Bach in 1720 zes sublieme solo’s voor viool op papier. De Chaconne is het vijfde en laatste deel van een stuk dat te boek staat als de Partita nr. 2 in d-klein (BWV 1004).
We verkennen de Chaconne aan de hand van de Nederlandse violistes Janine Jansen en Liza Ferschtman. Waarna de Russische pianist Jevgeni Kissin de noten onderdompelt in de romantische bewerking van de Italiaanse componist Ferruccio Busoni.


Janine Jansen (opname 2007)

lk janine bachVier dalende tonen vormen de pijlers onder de Chaconne. Kan het eenvoudiger? Bach bouwde er een kathedraal omheen die iedere musicus intimideert. Ook Janine Jansen liep met ‘gevoelens van ontzag en respect’ de opnamestudio in. De vier dalende tonen zitten trouwens slim verstopt. Beter waarneembaar zijn de akkoorden die Bach eromheen plooit. Je hoort ze meteen aan het begin (tot 0:13), waarna ze licht gewijzigd worden herhaald (tot 0:27).
Bij 1:20 gaat de muziek ‘lopen’. Vanaf 1:44 hoor je hoe Bach met hoge en lage tonen de tweestemmigheid van een sopraan en een bas suggereert. Na 3:12 introduceert hij lange, versierende notenslierten. Merk hoe Janine Jansen vanaf 4:19 gaat ‘spoken’ met metalige klanken. De techniek die eraan te pas komt heet arpeggio: een opeenvolging van tonen waarbij de strijkstok heen en weer zwaait over de viool.


Liza Ferschtman (opname 2014)

Hoe die arpeggiotechniek werkt, zie je bij Liza Ferschtman vanaf 5:24. De vingers van haar linkerhand bewegen amper, de strijkstok doet het werk. Ferschtman speelt de Chaconne trouwens in een onalledaagse setting. Ze voert het stuk uit voor de man die pal voor haar neus zit: de duidelijk ontroerde schrijver-acteur Ramsey Nasr. Vanaf 7:59 valt nog een techniek te horen die de Chaconne voor violisten zo lastig maakt: passages waarin twee, soms zelfs drie of vier tonen tegelijk klinken.

ciacconaWat opvalt: Liza Ferschtman gaat vrijer met de muziek om dan Janine Jansen. Ze ‘ademt’ nadrukkelijker tussen de muzikale frases, draagt de muziek als het ware voor met meer komma’s en punten. Haar uitvoering duurt dan ook ruim twee minuten langer. Wie van de dames heeft gelijk? Werp een blik op het begin van de Chaconne in Bachs handschrift en zie dat er van ‘gelijk’ geen sprake kan zijn. Bach noteerde de noten zonder voordrachtstekens. Het is aan de musicus om te bepalen hoe hij ze speelt.


Jevgeni Kissin (opname 1997)

bach-busoniDie vrijheid past bij de tijd waarin Bach leefde: de Barok. Hij recyclede vaak stukken van eigen hand, of ontleende noten aan het werk van collega’s als Vivaldi. Vermoedelijk zou Bach z’n wenkbrauwen niet hebben gefronst bij het pianoarrangement dat Ferruccio Busoni in 1893 publiceerde. De Italiaan ‘vertaalde’ de Chaconne voor de oren van zijn romantisch aangelegde publiek. Hij bepaalde niet alleen een algemene karakteraanduiding (Andante maestoso), maar zette bovendien talloze speelaanwijzingen tussen de (extra) noten.
De Russische pianist Jevgeni Kissin geeft de Chaconne van Bach-Busoni het volle, romantische pond. Vanaf 3:41 grijpt hij in de toetsen alsof hij een opvliegend stukje Liszt speelt. Peinzend zijn de maten vanaf 7:29, waar Busoni de snaren wil laten klinken ‘als trombones’. Vanaf 11:08 koerst Kissin af op het slot, eerst aarzelend, gaandeweg gretiger en virtuozer.


De vergelijking

De ingetogen gloeiende Janine Jansen, de weelderiger uitpakkende Liza Ferschtman, de ronduit romantische Jevgeni Kissin: het zijn drie druppels in een onafzienbare oceaan. De barokvioliste Rachel Podger speelt de Chaconne bijvoorbeeld op darmsnaren, Jean Rondeau grijpt naar het klavecimbel, Julian Bream doet het op gitaar, Toyohiko Satoh pakt zijn luit, Leopold Stokowski dirigeert zijn curieuze bewerking voor orkest. Het mooie is: elke Chaconne smaakt naar meer.




ostinatoLees en luister ook