In de spotlights Julia Lezhneva
Als jonge twintiger ondernam componist Georg Friedrich Händel een reis naar Italië. Op ongeveer dezelfde leeftijd duikt de Russische sopraan Julia Lezhneva nu in de partituren die hij daar schreef. ‘Door zijn muziek kan ik mezelf ontdekken.’
In het gezin was muziek een warme lichtbron in een grijs bestaan
Al haar hele jonge leven vraagt de 25-jarige sopraan Julia Lezhneva zich af waarom heel haar wezen zich zo onweerstaanbaar aangetrokken voelt tot barokmuziek. Deze oude partituren lagen niet voor het grijpen in het Rusland waar zij opgroeide. Er was natuurlijk Johann Sebastian Bach, dat wel en in een platenwinkel trof haar moeder wel eens een Vier Jaargetijden van Antonio Vivaldi aan, maar het land zat in de naweeën van de Sovjet-tijd met zijn grauwe uitstraling, waarin geen plek was voor de rijke versieringen van de Italiaanse barok. Die vloekten met het communistische bewustzijn. In het gezin waarin ze opgroeide, was muziek een warme lichtbron in het grijze bestaan. Haar moeder beschouwt het als het mooiste geschenk dat de mens van het leven heeft gekregen. ‘Ze draaide Tsjaikovski’s Notenkraker voor me en het was haar idee om me op mijn vijfde onderwijs te laten volgen op een school waar muziek het hart van de opleiding vormde. Ze was zielsgelukkig dat ik aanleg bleek te hebben, en vervolgens op mijn tiende besloot musicus te willen worden.’
‘Händel liet me ontdekken dat barok een deel van mij is’
De kennismaking met Händel volgde een jaar na die beslissing. De lerares solfège bracht uit het buitenland als cadeau voor haar elfjarige leerling een opname van de opera Hercules mee. ‘Ze koesterde een grote hartstocht voor barok’, herinnert Lezhneva zich, ‘als een van de weinige docenten op de muziekschool. Ik kende alleen Bach, wiens muziek ik speelde op de piano. Zij ondernam reizen met haar man om elders in Europa concerten te bezoeken en cd’s te kopen. Händels Hercules, die ze voor me meebracht, raakte een gevoelige snaar. Ik was te jong om te beseffen waarom die muziek zo onweerstaanbaar was. Maar op een of andere manier kwamen gevoelens uit die opera meteen binnen. En als lichaam en ziel zich overgeven, ben je weerloos. Ik ging op zoek naar meer barok. Ik wilde luisteren om te horen hoe het klonk en partituren opsporen om me te vergapen aan het notenbeeld. Deze muziek voelde als een deel van mij.’
Op dat moment studeerde Lezhneva nog piano, maar twee muziekleraren geloofden dat zij meer talent voor zingen had. Mijn koordocente stuurde me naar een zanglerares. Maar die weigerde in eerste instantie naar mijn stem te luisteren. ‘Je bent nog te jong’, zei ze. ‘Pas over vier jaar, op je vijftiende, mag je auditie doen.’ Ik smeekte of ik het toch mocht proberen. ‘Ik wil alleen een advies’, drong ik aan. Ze gaf toe en nadat mijn laatste noot was weggestorven, antwoordde ze: ‘Je bent er klaar voor. Ik zal je lesgeven.’
‘Als ik een partituur van Händel open, ontbrandt er een vuur in me’
Ze is nu, met haar vijfentwintig jaar, iets ouder dan Händel op zijn reis door Italië. Daar laafde hij zich aan de stijl van zijn tijdgenoten en verwierf hij de kennis en inspiratie waarmee hij later de Londense aristocratie aan zijn voeten kreeg. Alles wat zijn Italiaanse opera’s op de Britse bühne liet schitteren, is al terug te vinden in de muziek die Händel als jonge twintiger op zijn tochten langs Venetië, Napels, Florence en Rome componeerde. ‘Het is mooi om te lezen wat hij deed, toen hij zo oud was als ik’, zegt Lezhneva. ‘En ik had ook een goede gids in dirigent Giovanni Antonini, met wie ik het album in Italië opnam. Het is altijd een mooie gedachte om in het voetspoor van de muziek even een andere wereld en tijd te betreden, al is het niet zo dat ik een uitgebreide duik neem in de biografieën van de componisten die ik zing. Misschien komt dat later. Nu ben ik nog volop aan het uitzoeken wat deze muziek met mij doet. Waarom maakt die barok zoveel in mij los? Ergens van binnen voel ik dat het mijn taal is. Maar hoe komt het dat mijn ziel deze klanken zo goed begrijpt? Van dat raadsel heb ik nog geen oplossing kunnen vinden. Misschien is die er ook wel niet en moet ik dat aanvaarden. Aan de andere kant wil je weten waarom je voelt wat je voelt. Händel geeft veel vrijheid aan de zanger. Misschien is dat het. Er waart een geest van vrijheid door dat woud van noten: je kunt er zo goed je eigen verbeelding en karakter in leggen. Het is zo puur.’
Maar die vrijheid werpt tegelijkertijd ook problemen op. ‘Ik heb regelmatig het gevoel dat ik tekort schiet’, zegt ze. ‘Als ik voor het eerst een partituur van Händel open en de noten lees, dan ontbrandt er een vuur in mij. Het is altijd een opgave om de zuiverheid van die eerste vonk te bewaren, om de frisheid van de muziek te behouden. Ik ben op een leeftijd dat ik nog volop in het proces zit hoe ik dat het beste kan doen.’
Er is de religieuze en de aardse Lezhneva
Wie Lezhneva volgt, ziet twee verschillende zangeressen. Er is de engelachtige toon die in één mooie lijn naar de hemel klimt in religieuze muziek, zoals het Stabat Mater van Pergolesi. En daarnaast is er de stemacrobate die in de ZaterdagMatinee het Concertgebouw op zijn kop zet met coloraturen in de opera Siroe van Johann Adolf Hasse. Dat verschil ervaart ze zelf ook. ‘In sacrale werken zijn de gevoelens abstracter. Opera gaat daarentegen over mensen van vlees en bloed, die ten prooi vallen aan heftige emoties als liefde, jaloezie en wraakzucht. Dan moet je een evenwicht vinden tussen de gevoelens in de partituur en die in jezelf. Je moet kalm blijven om de muziek te respecteren. Als er een bravura passage met coloraturen komt dan moet ik altijd oppassen dat ik me er niet door laat meeslepen. Opera zet me aan tot het zetten van meer kracht op de stem, drijft me tot meer vibrato. Dan worden de gevoelens van het personage te persoonlijk voor me. Als ik overspoeld word door de hartstocht van de figuur die ik uitbeeldt, helpt het terug te denken de beheersing en onthechtheid waarmee kerkelijke muziek gezongen moet worden. Ik wil het pure bewaren. Daarom moet je niet teveel vibrato geven. Maar ja, de verbeelding gaat soms met een mens op de loop.’
‘Bach woont in het midden van mijn hart’
Hoeveel Lezhneva ook van Händel houdt, als ze één componist zou mogen meenemen naar een onbewoond eiland, dan wordt het toch Bach. ‘Hij woont in het midden van mijn hart. Luisteren naar Bach herinnert me aan de eerste pianolessen. De verbazing over het wonder muziek ervoer ik voor het eerst toen ik als kind de partituren van Bach opensloeg. Dat was wonderbaarlijk. Mijn ervaringen met het zingen van Bach zijn beperkt, maar onvergetelijk. Dirigent Marc Minkowski had de moed mij rond mijn zeventiende te vragen voor zijn cd-opname van de Hohe Messe. Ik was nog student en hij onderwees me in die stijl. Dat was een spirituele ervaring, waarvan ik er nog vele hoop te beleven.’
Lees en luister ook
In de spotlights Cecilia Bartoli
Focus Händel in Amsterdam
Top 10 Sopranen
Sterk verhaal Händel gered door jasknoop
Album van de week Orfeo van Gluck
In de spotlights Franco Fagioli
Top 10 Barokcomponisten