Snapshot Klassiek Geboortegolf

Cécile Huijnen is violiste. Ze heeft een duo Huijnen & Hopman, is concertmeester van het Phion, is solist en maakt kamermuziek. Daarnaast is zij gastpanellid bij het radioprogramma Diskotabel. Cécile schrijft korte verhaaltjes over het dagelijks leven van een musicus die een kijkje in de keuken bieden. Het zijn columns met een knipoog, over vooroordelen, imago, achtergronden en de rock & roll van de klassieke muziek. Iedere twee weken op vrijdagavond kun je haar nieuwe column beluisteren op NPO Radio 4 en lezen op Classics To Go.

Geboortegolf

De zaal is volgestroomd. Coronaproof, maar je hoort hetzelfde geroezemoes. Een kletsje hier en een begroeting daar. Programmablaadjes worden doorgebladerd en telefoons gecheckt.

Het orkest warmt op. Toonladders en flarden van Beethoven 1 komen voorbij. We wachten op het sein dat de deuren dicht gaan en het zaallicht dimt. Dan kunnen we gaan stemmen.

Opeens stopt de ene na de andere collega met spelen. Zonder reden. Het publiek stopt geleidelijk met praten. Tot niemand nog een geluid maakt. Maar het zaallicht staat nog maximaal, en de deuren staan nog open. Orkest en publiek zitten elkaar aan te kijken. Geluidloos. Een raar gespannen sfeertje.
Op het podium wordt gegrinnikt. Een trompettist kan het niet laten en blaast een noot, baldadig en uit behoefte de spanning te doorbreken. Toehoet. Een paar mensen in de zaal lachen. Besmuikt. Gegeneerd. Alsof je geen geluid mag maken. Maar niemand heeft gezegd dat het niet mag. De stilte is er gewoon. Minutenlang.

Iedereen wacht en vraagt zich af waarom. Is de dirigent niet goed geworden? De weg kwijtgeraakt in het gebouw? Zit-ie vast in het toilet? Moeten er nog mensen de zaal in? Staan er nog concertbezoekers in de file voor de parkeergarage?
Stilte.

En dan voel ik het.
E-nor-me kriebel. In mijn neusholtes begint een kolonie mieren aan een wandeling. Mijn ogen jeuken en tranen als een dolle. Al mijn kno-holtes lopen vol.

Ik ben allergisch, en niet zo’n beetje. Ieder beginnend najaar is het prijs: schimmels in de lucht en een geboortegolf bij de huisstofmijt. Als ik één nies toelaat volgen er minstens dertig. Om de haverklap ga ik los. De ene niesexplosie na de andere. Een partij aerosolen van heb ik jou daar.

Maar er is corona. En je hebt coronarichtlijnen.

Meer dan één keer niezen is not done. Al helemaal niet in die stilte. Al die mensen die kijken, en denken: Wat doet ze hier? Ze heeft het vast! WEGWEZEN!

Ik draai me weg van het publiek en hou mijn neus dicht. Ik concentreer me en probeer kalm te ademen door mijn mond. Als ik die eerste nies kan tegenhouden trekt het misschien weg. Rustig blijven nu. Niet door die snotterneus ademen. Dan slaat de kolonie helemaal op hol.

God-zij-dank, het zaallicht dimt. Ik kan opstaan en het orkest laten stemmen. Bewegen, geluid maken, ontspannen. En stiekem mijn neus ophalen. Want neus snuiten, zo vooraan op het podium, is geen optie. Iedereen ontspant, ook het publiek. Je voelt de opluchting.

Terwijl ik de eerste noten speel trekt de kriebel weg. Tegelijk neem ik een besluit. Volgende keer speel ik dwars door de stilte heen. Een duootje met de trompet.


Lees en luister ook