Album van de week Mendelssohns pianoconcerten

© Christoph Köstlin / DG

De Canadees-Poolse pianist Jan Lisiecki is pas 23-jaar, maar heeft al een aardige discografie achter zijn naam staan met veelgeprezen opnamen van werk van Chopin, Schumann en Mozart. Nu richt hij zijn pijlen met het Orpheus Chamber Orchestra op de zo vaak veronachtzaamde ‘volwassen’ pianoconcerten van Felix Mendelssohn en stoft hij ze vakkundig af. Een album dat Mendelssohn de credits geeft die hij verdient.

Delicaat en precies

‘Ik geloof in Mendelssohn’, liet de Canadees-Poolse pianist Jan Lisiecki al weten aan de vooravond van de opname van Mendelssohns Eerste en Tweede Pianoconcert met het Orpheus Chamber Orchestra. ‘De concerten brengen een balans tussen het klassieke en het romantische. Ze zitten vol emotie, virtuositeit, schoonheid, drama, maar ze vragen om een delicate benadering en een ongelooflijke precisie’. Daarmee slaat Lisiecki de spijker op zijn kop: een Mendelssohn-concert speel je niet even tussen neus en lippen door. Wat dat aangaat wordt de componist ondanks de populariteit van bijvoorbeeld zijn Vioolconcert nog steeds veronachtzaamd.

Muzikaal pictorialisme

Mendelssohn is van de beroemde romantische componisten ongetwijfeld de minst begrepen en de meest verguisde. Zijn werk wordt vaak omschreven als lichtvoetig, feeëriek en wordt qua orkestratie en stemvoering zelfs doorgaans als onder de maat beschouwd. Mendelssohn is voor velen de componist van de poëziealbumplaatsjesromantiek, van de Biedermeiers in noten. De fameuze Amerikaanse musicoloog Richard Taruskin kon in 2010 in het derde deel van zijn zesdelige The Oxford History of Western Music nog schrijven dat Mendelssohns versie van de romantiek ‘bestond uit een muzikaal pictorialisme van een vrij conventionele en objectieve natuur’.
Hoewel zowel componist Robert Schumann als filosoof Johann Wolfgang von Goethe, die de kleinzoon van collega-filosoof Moses Mendelssohn op jonge leeftijd ontmoette, de componist al vroeg bestempelden als de ‘nieuwe Mozart’, werd hij ondanks zijn onmiskenbare talent vaak beschouwd als dat zoontje uit een rijke familie dat geen strobreed in de weg werd gelegd. Dat zoontje dat zijn werken, zoals de opera Die Hochzeit des Camacho die hij op 16-jarige leeftijd schreef, vooral uitgevoerd kreeg omdat zijn vader alle kosten betaalde.
Zowel de visie van Taruskin als het idee van een verwend rijkeluiszoontje doen Mendelssohn te kort.

Een dwerg na de reus Beethoven

Ja, hij was deels conservatief in zijn componeren, maar zijn taal stoelde op een al zeer jong verworven gedegen kennis van zijn voorgangers. Mendelssohn zelf verhaalt van zijn ontmoetingen met Goethe waarbij hij elke dag ‘de muziek van de componisten die hem voorgingen in chronologische volgorde op de piano speelde’. Zijn kennis van de muziek van Bach, Haydn, Mozart en ook Beethoven was zowel zijn kracht als zijn zwakte. Hector Berlioz schreef al eens dat Mendelssohn ‘de muziek van de doden te consciëntieus bestudeerde’. Hij noemde hem vilein ‘een dwerg na de reus Beethoven’.
Na zijn dood in 1847 verdween de aandacht voor zijn muziek snel. Zijn werk stond niet alleen in de schaduw van het oeuvre van de voorgangers die Mendelssohn met niet aflatende energie onder de aandacht bracht, maar het was ook te middle of the road, miste dramatische en emotionele inhoud en was in veel gevallen te formeel, zo vond men. Ook de aanval van Wagner (Das Judentum in der Musik) en in het verlengde daarvan de latere ban door de nazi’s deden de populariteit van zijn werk bijna een eeuw lang geen goed.

Combinatie van oud en nieuw

Toch werd Mendelssohn bij leven zeer hoog geacht. Niet alleen vanwege zijn beroemde uitvoering van Bachs Matthäus Passion die de Bachrevival teweegbracht, maar ook vanwege zijn eigen werk. Natuurlijk was de Ouverture Midzomernachtsdroom, die hij in 1826 op 17-jarige leeftijd schreef, al in Mendelssohns tijd een grote hit, maar er was meer. Veel van zijn pianowerken zoals de zeventien even beknopte als briljante Variations Sérieuses op. 54, zijn Rondo Capriccioso op. 14 en zijn Lieder ohne Worte, waarmee Lisiecki de twee pianoconcerten omlijst, werden zeer gewaardeerd en ook zijn Eerste Pianoconcert dat de componist op 21-jarige leeftijd schreef kreeg door de combinatie van oud en nieuw (zoals de piano die zich direct aan het begin van het eerste deel met de strijd bemoeit) de goedkeuring van vele tijdgenoten.
Alleen zijn Tweede Pianoconcert, dat hij voltooide als een ‘jongeman’ van slechts 28 jaar (de meeste componisten vandaag de dag beginnen rond die leeftijd net een vorm van een eigen stem te ontwikkelen…) kreeg het zwaar te verduren. Zelfs Mendelssohnadept van het eerste uur Robert Schumann had zijn vraagtekens. ‘Dit concert geeft virtuozen weinig om hun monstrueuze snelheid te etaleren. Mendelssohn geeft ze bijna niets te doen dat ze niet al honderd keer hiervoor hebben gedaan.’ Hij probeert het nog enigszins goed te maken met de opmerking dat ‘Bach herkenbaar is in de harmonie’, en dat ‘melodie, vorm en instrumentatie van Mendelssohn zelf zijn’, maar het kwaad was geschied.

Het juk van volwassen worden

Gelukkig trekt de pas 23-jarige Lisiecki zich met het Orpheus Chamber Orchestra niets van alle vooroordelen aan en geeft hij met rijp over- en inzicht het goede voorbeeld. De pianist die al op 13-jarige leeftijd indruk maakte met fenomenale Chopinvertolkingen en in 2010 op 16-jarige leeftijd werd ingelijfd door Deutsche Grammophon, begrijpt zowel de hang naar de grote meesters uit vervlogen tijden als de jeugdige speelsheid (Mendelssohn liet voor zichzelf in zijn eerste pianoconcert veel ruimte voor improvisatie). Hij zet Mendelssohns concerten neer met absoluut gevoel voor het nieuwe en frisse in de noten. Zo zingt het Eerste Pianoconcert ontroerend van de twijfel van de jongeman die zijn weg zoekt door het leven, en zucht het Tweede pianoconcert onder het juk van het volwassen worden en de sociale plicht om niet meer in elfen en dromen te geloven. Ondertussen onderstreept hij samen met de strijkers van het zonder dirigent spelende Orpheus Chamber Orchestra Mendelssohns kamermuzikale raffinement. Het resultaat is niet alleen dat Lisiecki en het orkest een prestatie van formaat neerzetten, maar ook dat Mendelssohn in deze vaak veronachtzaamde concerten ver boven zichzelf en vooral boven zijn critici uitstijgt.


Aanbevolen opnamen


Lees en luister ook