‘Een roze snoepje gevuld met sneeuw’, zo beschreef Claude Debussy de muziek van Edvard Grieg. Zijn werken waren vaak miniaturen, maar dat hij ook in staat was grotere vormen en krachten te hanteren blijkt wel uit zijn beroemde Pianoconcert. Zijn muziek is altijd Romantisch, maar nooit sentimenteel van aard. In zijn avontuurlijke ritmes en gedurfde harmonieën kun je vaak de invloed van de Noorse volksmuziek terugvinden. Zijn muziek onderscheidt zich door het verlangen van de componist om klassieke muziek en volksmuziek te integreren.
Het was de virtuoze volksmuzikant Ole Bull, die Grieg aanmoedigde in een karakteristieke Noorse stijl te componeren. Hoewel Grieg zijn muzikale opleiding in Leipzig kreeg, bleef Noorse traditionele muziek in zijn werk centraal staan. Grieg schreef geen opera’s, maar zijn muziek bij Ibsens toneelstuk Peer Gynt – een veel uitgebreider werk dan alleen de twee bekende suites – heeft bij tijd en wijle een intensiteit die aan Wagner doet denken. Door diens muziek was Grieg zeer gefascineerd, hoewel hij ook kritisch was over Wagners latere composities. Gedurende zijn studententijd in Leipzig zag hij Wagners Tannhaüser niet minder dan veertien keer. En in 1876 bezocht hij de premiere van Der Ring des Nibelungen.
Later in zijn leven begon Grieg aan zijn eigen opera, gebaseerd op het toneelstuk Olav Trygvason(1889) van de Noorse schrijver Bjørnstjerne Bjørnson. Hij voltooide het werk nooit, maar de delen die bewaard zijn gebleven laten zien dat het sterk beïnvloed was door Wagners declamatorische vocale stijl. Bovendien is het onderwerp van het verhaal terug te voeren op de Scandinavische mythologie, nog een overeenkomst met Wagners Ring-cyclus.
Peer Gynt is in feite de opera die Grieg nooit gecomponeerd heeft. Het werk heeft hem meer roem gebracht dan zijn andere composities, maar het kwam onder moeilijke omstandigheden tot stand. Grieg vond het toneelstuk van Ibsen waarop de muziek gebaseerd is een onmuzikaal werk. Een van de bekendste delen uit Peer Gynt is Morgenstimmung, vaak – in allerlei bewerkingen -gebruikt als tune voor programma’s of in reclames. Het origineel beschrijft de zonsopgang in de Sahara, maar de associatie met de Noorse fjorden is sterk. Dat komt doordat de melodie ervan gebaseerd is op de vier tonen van de resonerende snaren van de Hardanger viool, het nationale instrument van Noorwegen. Deze snaren ligeen onder de gestreken snaren en geven het instrument zijn specifieke klank.
Noorse volksmuziek was een voortdurende bron van inspiratie voor Grieg. Hij maakte bijvoorbeeld pianotranscripties van Johan Halvorsens collectie van Noorse boerendansen. Deze dansen zijn bekend onder de naam slåtter. De vier basisvormen zijn de halling (twee tellen in de maat), de gangar (twee groepen van drie tellen in de maat), de springar (drie tellen in de maat) en de bruidsmars. Deze vormen keren regelmatig terug in het werk van Grieg. Het laatste deel van het Pianoconcert is bijvoorbeeld een halling. De Vioolsonate in F is gebaseerd op het geluid van de Hardanger viool en de Vioolsonate in G is geschreven in de vorm van een springar.
De Noorse identiteit van Griegs muziek werd niet altijd herkend. Toen de componist ooit Franz Liszt ontmoette speelde deze zijn Pianoconcert van blad. Toen hij de dramatische finale bereikte riep hij uit: “Dat is typisch Zweeds!”. Het zal Grieg waarschijnlijk niet uitgemaakt hebben, zijn doel was om met zijn muziek de Scandinavische culturele waarden te belichamen, niet perse alleen de Noorse. Zijn bekendste stuk voor piano solo, Wedding Day at Troldhaugen, heette in eerste instantie The Well-wishers are Coming en Grieg schreef het voor de verjaardag van een vriend. Hij veranderde de titel naar aanleiding van de festiviteiten rondom zijn zilveren bruiloft in 1892. Troldhaugen was de naam van zijn villa in Bergen. Alleen al de schaal van de viering van dit feest liet zien wat de betekenis van Grieg was voor het Noorse volk. Meer dan vijfduizend gasten kwamen de Griegs feliciteren, de fjord lag propvol met boten en Grieg kreeg een Steinway-vleugel kado.
Het huwelijk van Edvard en Nina Hagerup Grieg doorstond de tijd met ups en downs. Hun dochter Alexandra stierf toen ze een jaar oud was, waarna Grieg zichzelf troostte door zich op de arrangementen van Halvorsens Slåtter te storten. Familieproblemen hadden ook hun invloed op de naar binnen gekeerde Ballade in g (1876). In die tijd stierf zijn vader en leefde hij met het idee dat zijn vrouw Nina een affaire had met zijn broer John. Aan het begin van de jaren ’80 had Grieg zelf een affaire met de schilderes Leis Schjelderup. Ze woonde in Parijs, maar Grieg weerstond de verleiding haar daar op te zoeken en ging in plaats daarvan naar Bayreuth voor de primeer van Wagners Parsifal. Uiteindelijk verzoende hij zich met Nina en vergaten ze hun huwelijksproblemen. Wonderlijk genoeg componeerde Grieg het stuk Erotikon voor Nina gedurende deze moeilijke periode in hun relatie. Zij bleef Edvards liederen voor publiek uitvoeren met hem als begeleider alsof er niets aan de hand was. In Erotikon klinkt echter eerder liefde dan passie door.
Een intrigerend aspect van Griegs muzikale stijl is zijn harmonische vindingrijkheid. Zijn karakteristieke gebruik van harmonie en timbre anticipeert op het impressionisme. Griegs herhaalde gebruik van open kwinten in de begeleidende stemmen in zijn pianowerken, bijvoorbeeld in Bell Ringing, was zijn tijd ver vooruit. Het idee zou bijna een eeuw later opnieuw in de westerse klassieke muziek opduiken bij de minimalistische experimenten van Amerikaanse componisten als Steve Reich.